Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 juni 2011
gepubliceerd op 22 augustus 2011

Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
numac
2011024174
pub.
22/08/2011
prom.
28/06/2011
ELI
eli/besluit/2011/06/28/2011024174/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 JUNI 2011. - Koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeders;

Gelet op Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, artikel 2, § 1, 1° tot 3°, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 februari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/02/1999 pub. 21/04/1999 numac 1999016055 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding sluiten betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 22/02/2001 pub. 28/02/2001 numac 2001022136 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen sluiten houdende organisatie van de controles die worden verricht door het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen en tot wijziging van diverse wettelijke bepalingen, artikel 3bis, ingevoegd bij de wet van 28 maart 2003, en gewijzigd bij de wetten van 22 december 2003 en 23 december 2005;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 februari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2006 pub. 25/11/2016 numac 2016018352 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 21/02/2006 pub. 03/03/2006 numac 2006022223 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector sluiten tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 2 februari 2011;

Gelet op advies 49.327/3 van de Raad van State, gegeven op 22 maart 2011, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Dit besluit: 1° stelt normen vast voor de ongewenste stoffen in diervoeders en voorziet in de omzetting van de Richtlijn 2002/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 mei 2002 inzake ongewenste stoffen in diervoeding;2° voorziet in de omzetting van Richtlijn 82/475/EEG van de Commissie van de Europese Economische Gemeenschappen, tot vaststelling van de categorieën van ingrediënten die mogen worden gebruikt voor het etiketteren van mengvoeders voor huisdieren;3° regelt de status van de bestaande additieven zoals bedoeld in artikel 10 van Verordening (EG) nr.1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 22 september 2003 betreffende toevoegingsmiddelen voor diervoeders dat de voorwaarden vaststelt voor het in de handel brengen en het gebruik van de toevoegingsmiddelen die krachtens Richtlijn 70/524/EEG toegelaten zijn, evenals ureum en zijn derivaten en de aminozuren, de zouten van aminozuren of analoge stoffen, die zijn opgenomen in punt 2.1, 3 of 4 van de bijlage bij Richtlijn 82/471/EEG; 4° regelt het gebruik van niet-vergunde toevoegingsmiddelen voor onderzoek voor wetenschappelijke doeleinden zoals bedoeld in artikel 3, 2 van dezelfde Verordening. § 2. Dit besluit is, behalve voor wat betreft de bepalingen van artikel 3, niet van toepassing op diervoeders in doorvoer of bestemd voor uitvoer naar derde landen voor zover de zendingen vergezeld zijn van bewijsstukken of, indien de producten zich in fabrieken, bereidingsplaatsen, magazijnen, opslagplaatsen of pakhuizen bevinden, bij de producten een duidelijk zichtbaar bordje is geplaatst met de vermelding « Uitvoer » en de eigenaar of de houder ervan door middel van afdoende documenten ten laatste op het tijdstip van levering het bewijs van deze bestemming kan leveren.

Definities

Art. 2.§ 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° de Minister : de Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen;2° ongewenste stoffen: alle stoffen en producten, met uitzondering van ziekteverwekkers, die aanwezig zijn in en/of op het product dat bestemd is voor het voederen van dieren en die een potentieel gevaar opleveren voor de gezondheid van mens en dier of voor het milieu of die de dierlijke productie ongunstig kunnen beïnvloeden. § 2. Daarnaast zijn eveneens de definities zoals vastgesteld in artikel 3 van Verordening (EG) nr. 767/2009 van toepassing.

Ongewenste stoffen

Art. 3.§ 1. Onverminderd de bepalingen inzake verontreinigde materialen, is het verboden diervoeders in te voeren, in de handel te brengen of te gebruiken die gehalten aan ongewenste stoffen bevatten die hoger zijn dan de door de Minister vastgestelde maximumgehalten. § 2. Het is verboden om verontreinigde materialen met het oog op verdunning te vermengen met hetzelfde product of met andere producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren. § 3. De Minister kan maatregelen nemen om de bronnen van ongewenste stoffen in diervoeders te beperken of weg te nemen. § 4. Het is verboden diervoeders die stoffen met hormonale of antihormonale activiteit bevatten, in te voeren, in het verkeer te brengen of te gebruiken.

Toevoegingsmiddelen

Art. 4.§ 1. De Minister bepaalt, in toepassing van artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, welke toevoegingsmiddelen mogen worden in de handel gebracht, verwerkt of gebruikt, alsmede hun gebruiksvoorwaarden. § 2. De Minister of zijn afgevaardigde kan, in toepassing van artikel 3, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1831/2003, een derogatie verlenen voor het gebruik van een niet-toegelaten toevoegingsmiddel voor onderzoek voor wetenschappelijke doeleinden volgens de procedure die hij vaststelt.

Categorieën van voedermiddelen

Art. 5.De lijst van categorieën van voedermiddelen die mogen worden vermeld ter vervanging van de opsomming van de verschillende voedermiddelen bij het vermelden van de samenstelling op het etiket van mengvoeders voor niet-voedselproducerende dieren, met uitzondering van pelsdieren, bedoeld in artikel 17, lid 4, van Verordening (EG) nr. 767/2009, is opgenomen in de bijlage bij dit besluit.

Wijzigingsbepalingen

Art. 6.§ 1. Artikel 2, § 1, 4° a) van het koninklijk besluit van 21 februari 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/02/2006 pub. 25/11/2016 numac 2016018352 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 21/02/2006 pub. 03/03/2006 numac 2006022223 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector sluiten tot vaststelling van de voorwaarden inzake erkenning en toelating van inrichtingen in de diervoedersector, vervangen bij het besluit van 1 juli 2008, wordt vervangen als volgt : « a) de volgende voedermiddelen : - dierlijk vet; - vismeel; - visperssap, ingedikt; - visolie; - visolie, geraffineerd, gehard; zoals gedefinieerd in de communautaire catalogus van voedermiddelen, bedoeld in artikel 24 van Verordening (EG) nr. 767/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders, tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1831/2003 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 79/373/EEG van de Raad, Richtlijn 80/511/EEG van de Commissie, Richtlijnen 82/471/EEG, 83/228/EEG, 93/74/EEG, 93/113/EG en 96/25/EG van de Raad en Beschikking 2004/217/EG van de Commissie; ». § 2. In de bijlage I bij hetzelfde besluit wordt punt II, 2, b, opgeheven.

Opheffingsbepalingen

Art. 7.Het koninklijk besluit van 8 februari 1999Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 08/02/1999 pub. 21/04/1999 numac 1999016055 bron ministerie van middenstand en landbouw Koninklijk besluit betreffende de handel en het gebruik van stoffen bestemd voor dierlijke voeding sluiten betreffende de handel en het gebruik van producten die bestemd zijn voor het voederen van dieren, wordt opgeheven.

Verwijzingen naar het opgeheven besluit gelden als verwijzing naar dit besluit.

Art. 8.De Minister bevoegd voor de Veiligheid van de Voedselketen is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 28 juni 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

BIJLAGE Categorieën van voedermiddelen die mogen worden vermeld ter vervanging van de opsomming van de verschillende voedermiddelen bij het vermelden van de samenstelling op het etiket van mengvoeders voor niet-voedselproducerende dieren, met uitzondering van pelsdieren, overeenkomstig artikel 5 van het koninklijk besluit betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders

BENAMING VAN DE CATEGORIE

DEFINITIE

1. Vlees en dierlijke bijproducten

Alle vleesdelen van geslachte warmbloedige landdieren, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt, en alle producten en bijproducten van de verwerking van karkassen of delen van karkassen van warmbloedige landdieren. 2. Melk en bijproducten

Alle melkproducten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt en de bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. 3. Ei en eiproducten

Alle eiproducten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt en de bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. 4. Oliën en vetten

Alle dierlijke en plantaardige oliën en vetten. 5. Gist

Alle gisten waarvan de cellen gedood en gedroogd zijn. 6. Vis- en -bijproducten

Vis of delen daarvan, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt, en alle bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. 7. Granen

Alle graansoorten ongeacht de presentatie, en de producten verkregen bij de verwerking van de meelkern van graankorrels. 8. Groenten

Alle soorten groenten en peulvruchten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt. 9. Plantaardige bijproducten

Bijproducten verkregen bij de verwerking van plantaardige producten, met name granen, groenten, peulvruchten en oliehoudende zaden. 10. Plantaardige eiwitextracten

Alle producten van plantaardige oorsprong waarvan de eiwitten werden geëxtraheerd die ten minste 50 % ruw eiwit in de droge stof bevatten en die geherstructureerd (getextureerd) kunnen zijn. 11. Mineralen

Alle anorganische stoffen welke geschikt zijn voor diervoeding. 12. Suiker

Alle soorten suiker. 13. Vruchten

Alle soorten vruchten, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt. 14. Noten

Alle pitten uit schaalvruchten. 15. Zaden

Alle zaden in gehele staat of grof gemalen. 16. Algen

Alle soorten algen, vers of door een geschikte behandeling houdbaar gemaakt. 17. Schaal- en weekdieren

Alle schaaldieren, weekdieren en schelpdieren vers of geconserveerd, en de bijproducten verkregen bij de verwerking daarvan. 18. Insecten

Alle soorten insecten in alle ontwikkelingsstadia. 19. Bakkerijproducten

Alle producten van de bakkerij, waaronder brood, cake, koekjes en deegwaren.

Gezien om gevoegd te worden bij ons besluit van 28 juni 2011 betreffende het in de handel brengen en het gebruik van diervoeders.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw, Mevr. S. LARUELLE

^