gepubliceerd op 06 juli 2009
Koninklijk besluit tot uitvoering van titel 3 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis
28 JUNI 2009. - Koninklijk besluit tot uitvoering van titel 3 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 20 januari 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van een vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering, artikel 3bis /1, ingevoegd bij wet van 19 juni 2009;
Gelet op de programmawet (I) van 24 december 2002, artikel 353bis, ingevoegd bij wet van 23 december 2005 en gewijzigd bij wet van 19 juni 2009;
Gelet op de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact, artikel 33;
Gelet op titel 3 van de wet van 19 juni 2009 houdende diverse bepalingen over tewerkstelling in tijden van crisis;
Gelet op het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering, artikel 1, laatst gewijzigd bij koninklijk besluit van 22 april 2009;
Gelet op het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen, artikel 15/1, ingevoegd bij koninklijk besluit van 22 april 2009;
Gelet op de wet van 25 april 1963 betreffende het beheer van de instellingen van openbaar nut voor sociale zekerheid en sociale voorzorg, inzonderheid op artikel 15;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juni 2009;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Staatssecretaris van Begroting, gegeven op 9 juni 2009;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omvang van de crisis die onze economie raakt en door de noodzaak om binnen de kortste termijnen bijkomende maatregelen te nemen; dat inzonderheid werknemers die in het kader van een herstructurering hun werk verliezen het bijzonder moeilijk hebben om terug werk te vinden, doordat ze zich met velen tezelfdertijd en met vergelijkbare kwalificaties en ervaring aanbieden op de arbeidsmarkt; dat door de regelmaat en de omvang van de herstructureringen in deze crisisperiode de reïntegratie in de arbeidsmarkt nog verder bemoeilijkt wordt; dat werknemers die werkloos worden na een faillissement, een sluiting of een vereffening in een nog moeilijker positie terechtkomen als werkzoekende, omdat ze niet genieten van de steun voor wedertewerkstelling waarvan de slachtoffers van een gewone herstructurering in een onderneming die verder blijft bestaan wel genieten; dat in het huidige kader van vele faillissementen, sluitingen en vereffeningen aan deze werknemers met onmiddellijke ingang dezelfde steun voor wedertewerkstelling moet geboden worden; dat artikel 31 van de voornoemde wet van 19 juni 2009 een inwerkingtreding voorziet op 1 juli 2009;
Gelet op het advies nr. 46.891/1 van de Raad van State, gegeven op 15 juni 2009, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Sociale Zaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 17 januari 2000 tot uitvoering van artikel 2 van de wet van 20 december 1999 tot toekenning van een werkbonus onder de vorm van vermindering van de persoonlijke bijdragen van sociale zekerheid aan werknemers met lage lonen en aan sommige werknemers die het slachtoffer waren van een herstructurering, wordt een paragraaf 3bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 3bis. De werknemers bedoeld in artikel 3bis/1 van de voornoemde wet van 20 december 1999 bekomen een forfaitaire vermindering van de persoonlijke bijdragen van 133,33 euro per maand. Voor handarbeiders wordt het bedrag van 133,33 euro vermenigvuldigd met 1,08.
Een werknemer kan de voordelen bedoeld in het vorige lid slechts genieten indien de voorwaarden bedoeld in § 3 gelijktijdig vervuld zijn.
Bij voltijdse werknemers met onvolledige prestaties en bij deeltijdse werknemers wordt de forfaitaire vermindering van de persoonlijke bijdragen bedoeld in het vorig lid bekomen door de forfaitaire vermindering te vermenigvuldigen met
Deze paragraaf is enkel van toepassing voor de werknemers die als gevolg van faillissement, sluiting of vereffening van de onderneming ontslagen worden uiterlijk op 31 december 2009. »
Art. 2.In het koninklijk besluit van 16 mei 2003 tot uitvoering van het Hoofdstuk 7 van Titel IV van de programmawet van 24 december 2002 (I), betreffende de harmonisering en vereenvoudiging van de regelingen inzake verminderingen van de sociale zekerheidsbijdragen, wordt een artikel 28/1bis ingevoegd, luidend als volgt : «
Art. 28/1bis.Artikel 28/1 is eveneens van toepassing voor werknemers die als gevolg van het faillissement, de sluiting of de vereffening van de onderneming ontslagen worden uiterlijk op 31 december 2009. »
Art. 3.Artikel 15/1 van het koninklijk besluit van 9 maart 2006 betreffende het activerend beleid bij herstructureringen ingevoegd bij het koninklijk besluit van 22 april 2009, wordt aangevuld met een § 3 luidende : « § 3. De werknemer ontslagen als gevolg van het faillissement, de sluiting of de vereffening van de onderneming heeft eveneens recht op de verminderingskaart herstructureringen.
Deze kaart heeft een geldigheidsduur van zes maanden, gerekend van datum tot datum, volgend op de datum van de verbreking van de arbeidsovereenkomst als gevolg van het faillissement, de sluiting of de vereffening van de onderneming.
De in het vorige lid bedoelde kaart wordt aan de werknemer spontaan afgeleverd door het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst dat de aanvraag om werkloosheidsuitkeringen van de in het eerste lid bedoelde werknemer ontvangt.
Wanneer de in het eerste lid bedoelde werknemer geen werkloosheidsuitkeringen aan de Rijksdienst vraagt, wordt de in het tweede lid bedoelde kaart afgeleverd door het werkloosheidsbureau van de Rijksdienst bevoegd voor de woonplaats van de werknemer én op aanvraag van deze werknemer.
De werknemer ontslagen als gevolg van het faillissement, de sluiting of de vereffening van de onderneming heeft in het kader van dat ontslag slechts éénmaal recht op een verminderingskaart herstructureringen.
De paragraaf 2, derde, vierde en vijfde lid is van toepassing op de werknemer bedoeld in deze paragraaf. » Deze paragraaf is enkel van toepassing voor de werknemers die als gevolg van faillissement, sluiting of vereffening van de onderneming ontslagen worden uiterlijk op 31 december 2009. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 juli 2009.
Art. 5.De Minister bevoegd voor Sociale Zaken en de Minister bevoegd voor Werk zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 28 juni 2009.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk, en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 23 december 2005, Belgisch Staatsblad van 30 december 2005; Koninklijk Besluit van 9 maart 2006, Belgisch Staatsblad van 31 maart 2006.