gepubliceerd op 29 december 2006
Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde wettelijke en reglementaire bepalingen als gevolg van de overname door de Belgische Staat van de pensioenverplichtingen van de NMBS Holding
28 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot wijziging van bepaalde wettelijke en reglementaire bepalingen als gevolg van de overname door de Belgische Staat van de pensioenverplichtingen van de NMBS Holding
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de programmawet van 27 december 2005, inzonderheid op de artikelen 159 en 160 ;
Gelet op de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, inzonderheid op artikel 50, § 2, tweede lid, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1980 en artikel 83, § 1, 1°, vervangen bij de wet van 6 juli 1982;
Gelet op de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, inzonderheid op artikel 17, eerste lid, vervangen bij de wet van 7 december 1972;
Gelet op de wet van 14 april 1965 tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregeling en van de openbare sector, inzonderheid op artikel 3;
Gelet op wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector, inzonderheid op artikel 32, eerste lid, vervangen bij de wet van 3 februari 2003;
Gelet op de wet van 10 januari 1974 tot regeling van de inaanmerkingneming van bepaalde diensten en van met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden voor het toekennen en berekenen van pensioenen ten laste van de Staatskas, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 2002 en 14 juni 2006;
Gelet op de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen, inzonderheid op artikel 59, eerste lid, a) ;
Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, inzonderheid op artikel 68, § 6, eerste lid, 4°, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004;
Gelet op het koninklijk besluit van het koninklijk besluit van 22 september 1980 tot uitvoering van artikel 50, § 2, tweede lid, van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 30 oktober 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 november 2006 ;
Gelet op het advies nr. 41.778/4 van de Raad van State, gegeven op 20 december 2006, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris van Overheidsbedrijven en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 17, eerste lid, van de wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof, gewijzigd bij de wet van 7 december 1972, worden de woorden « met uitzondering van deze die toegekend worden aan de statutaire personeelsleden van de NMBS Holding » ingevoegd tussen de woorden « ten laste van de Staat, » en de woorden « na inzage van de bewijsstukken ».
Art. 2.Artikel 3 van de wet van 14 april 1965 tot vaststelling van een zeker verband tussen de onderscheiden pensioenregelingen van de openbare sector wordt aangevuld met volgend lid : « Indien er door de Staatskas een enig pensioen wordt toegekend aan een gewezen personeelslid van de NMBS Holding dat zijn loopbaan niet beëindigt als personeelslid van deze maatschappij, worden de bij de NMBS Holding bewezen diensten in aanmerking genomen naar rata van één zestigste, per dienstjaar, van de referentiewedde die als basis dient voor de pensioenberekening. ».
Art. 3.Artikel 32, eerste lid, eerste zin, van de wet van 9 juli 1969 tot wijziging en aanvulling van de wetgeving betreffende de rust- en overlevingspensioenen van het personeel van de openbare sector, vervangen bij de wet van 3 februari 2003, wordt aangevuld met de woorden « met uitzondering van de pensioenen die toegekend worden aan de statutaire personeelsleden van de NMBS Holding. ».
Art. 4.In artikel 1, eerste lid, van de wet van 10 januari 1974 tot regeling van de inaanmerkingneming van bepaalde diensten en van met dienstactiviteit gelijkgestelde perioden voor het toekennen en berekenen van pensioenen ten laste van de Staatskas, gewijzigd bij de wetten van 6 mei 2002 en 14 juni 2006, worden de woorden « , met uitzondering van deze die toegekend worden aan de statutaire personeelsleden van de NMBS Holding, » ingevoegd tussen de woorden « ten laste is van de Staatskas » en de woorden « of van het Fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie. ».
Art. 5.In artikel 83, § 1, 1°, van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, vervangen bij de wet van 6 juli 1982, worden de woorden « de statutaire personeelsleden van de NMBS Holding, » ingevoegd tussen de woorden « van de provinciegouverneurs, » en de woorden « de magistraten van de rechterlijke orde en van de Raad van state ».
Art. 6.Artikel 3, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 22 september 1980 tot uitvoering van artikel 50, § 2, tweede lid, van de wet van 5 augustus 1978 houdende economische en budgettaire hervormingen, wordt vervangen door volgende bepaling : « Indien een gewezen personeelslid van de NMBS Holding zijn loopbaan niet beëindigt als personeelslid van deze maatschappij en zijn rutspensioen toch ten laste is van de Staatskas, is dit pensioen een enig rustpensioen dat onderworpen is aan de wet van 14 april 1965 en waarbij voor de vaststelling ervan de bij de NMBS Holding bewezen diensten in aanmerking genomen worden naar rata van één zestigste, per dienstjaar, van de referentiewedde die als basis dient voor de pensioenberekening. » « 1) de rustpensioenen ten laste van de Staatskas die beheerd worden door de PDOS ; 2) de overlevingspensioenen ten laste van de Staatskas die beheerd worden door de PDOS ;3) de rustpensioenen ten laste van de Staatskas die niet beheerd worden door de PDOS ;4) de overlevingspensioenen ten laste van de Staatskas die niet beheerd worden door de PDOS ;5) de rustpensioenen ten laste van het pensioenstelsel ingesteld door de wet van 28 april 1958 betreffende het pensioen van het personeel van zekere organismen van openbaar nut alsmede van hun rechthebbenden ;6) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het fonds voor de pensioenen van de geïntegreerde politie ;7) de rustpensioenen ten laste van de instellingen waarop het koninklijk besluit nr.117 van 27 februari 1935 tot vaststelling van het statuut der pensioenen van het personeel der zelfstandige openbare inrichtingen en der regieën ingesteld door de Staat toepasselijk is ; 8) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het gemeenschappelijk pensioenstelsel van de lokale overheden ;9) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het stelsel van de nieuwe bij de Rijksdienst aangeslotenen ;10) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van de niet hiervoor bedoelde lokale besturen, met inbegrip van de aan de burgemeesters en schepenen en aan hun rechthebbenden toegekende pensioenen ;11) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van de provinciale besturen, met inbegrip van de aan de leden van de Bestendige Deputatie en aan hun rechthebbenden toegekende pensioenen ;12) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van de niet hiervoor bedoelde agglomeraties van gemeenten, federaties van gemeenten en gemeenschapscommissies, met inbegrip van de aan de mandatarissen van voormelde instellingen toegekende pensioenen ;13) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van de in artikel 38 van voormelde wet van 5 augustus 1978 bedoelde machten en instellingen die hierboven niet hernomen werden ;14) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het pensioenstelsel voor werknemers ;15) de rust- en overlevingspensioenen ten laste van het pensioenstelsel van de zelfstandigen.».
Art. 7.Artikel 59, eerste lid, a), van de wet van 15 mei 1984 houdende maatregelen tot harmonisering in de pensioenregelingen wordt aangevuld met de woorden « met uitzondering van de statutaire personeelsleden van de NMBS Holding ; ».
Art. 8.In artikel 68, § 6, eerste lid, 4°, van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2004,worden de woorden « ten laste van de NMBS Holding ; » vervangen door de woorden « beheerd door de NMBS Holding ; ».
Art. 9.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2007.
Art. 10.Onze Minister van Pensioenen en Onze Staatssecretaris van Overheidsbedrijven zijn, elk voor wat hen betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 28 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK De Staatssecretaris van Overheidsbedrijven, B. TUYBENS