Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 28 april 2020
gepubliceerd op 14 mei 2020

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 2016 betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2020041084
pub.
14/05/2020
prom.
28/04/2020
ELI
eli/besluit/2020/04/28/2020041084/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 APRIL 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 november 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/2016 pub. 14/12/2016 numac 2016024273 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis sluiten betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de Grondwet, artikel 108;

Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, de artikelen 8, eerste lid, 1° en 9, 3° en 5°, gewijzigd bij de wet van 28 maart 2003 en artikel 15, 1°, gewijzigd bij de wet van 1 maart 2007;

Gelet op de wet van 4 februari 2000Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/02/2000 pub. 18/02/2000 numac 2000022108 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende oprichting van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 4, § 6, ingevoegd bij de wet van 13 juli 2001 en aangevuld bij de wet van 9 juli 2004;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 16/11/2001 pub. 24/11/2001 numac 2001022869 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen sluiten houdende het toevertrouwen van bijkomende opdrachten aan het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, artikel 2, d);

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/2016 pub. 14/12/2016 numac 2016024273 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis sluiten betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis;

Gelet op het advies van de Raad van het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten, gegeven op 28 november 2019;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid van 3 januari 2020;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 9 januari 2020;

Gelet op advies nr. 67.091/3 van de Raad van State, gegeven op 9 april 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landbouw, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 3, § 2, van het koninklijk besluit van 25 november 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/11/2016 pub. 14/12/2016 numac 2016024273 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu en federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis sluiten betreffende de bestrijding van infectieuze boviene rhinotracheïtis wordt de bepaling onder 14° vervangen als volgt : « 14° afmestbedrijf: bedrijf, andere dan een vleeskalverhouderij, waar alleen runderen aanwezig zijn met het oog op hun vetmesting en die rechtstreeks worden afgevoerd hetzij naar een slachthuis, hetzij naar een ander afmestbedrijf of vleeskalverhouderij en waar de verhouding tussen het aantal geboortes en het aantal vrouwelijke dieren kleiner is dan 0,05; ».

Art. 2.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een paragraaf 3, luidende : « § 3. Het Agentschap maakt de lijst van beslagen met epidemiologische linken over aan de vereniging.".

Art. 3.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in paragraaf 3, tweede lid worden de woorden "runderen" vervangen door de woorden "de runderen";2° hetzelfde artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : " § 5.Het is verboden om rauwe koemelk of producten op basis van melk afkomstig van een beslag met een statuut "I1" op te halen, te behandelen of te transformeren.".

Art. 4.In artikel 15, § 1, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) de bepaling onder 2° wordt vervangen als volgt : " 2° controleren ze, en indien nodig, verlengen ze de geldigheid van het I.B.R. statuut van de beslagen volgens de modaliteiten van artikel 17;"; b) hetzelfde artikel wordt aangevuld met de bepaling onder 6°, luidende : "6° sporen zij beslagen op met een verhoogd risico op infectie zoals bedoeld in artikel 17, § 5, en voeren een epidemiologisch onderzoek uit op beslagen waar naar aanleiding van deze opsporing de aanwezigheid van een rund geïnfecteerd met het BoHV-1 bevestigd wordt.".

Art. 5.In artikel 17 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende : "Indien het bewakingsprogramma zoals bedoeld in bijlage III, B.2. de aanwezigheid van één of meerdere runderen besmet met het BoHV-1 bevestigt, wordt het statuut "I3" van het beslag onmiddellijk geschorst totdat het statuut "I3" wordt herwonnen of een ander statuut wordt toegekend volgens de modaliteiten zoals bepaald in bijlage III, B.3."; 2° paragraaf 3 wordt aangevuld met een lid, luidende : "Indien het bewakingsprogramma zoals bedoeld in bijlage III, C.2. de aanwezigheid van één of meerdere runderen besmet met het BoHV-1 bevestigt, wordt het statuut "I4" van het beslag onmiddellijk geschorst totdat het statuut "I4" wordt herwonnen of een ander statuut wordt toegekend volgens de modaliteiten zoals bepaald in bijlage III, C.3."; 3° hetzelfde artikel wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : « § 5.In beslagen met een statuut "I3" of "I4" met een verhoogd risico op infectie door het BoHV-1 door hetzij de specifieke omstandigheden beschreven in bijlage VIII, hetzij als gevolg van een infectie met het BoHV-1, dient een serologisch onderzoek te worden uitgevoerd zoals beschreven in bijlage III, B.2 of C.2 naargelang het statuut van het beslag.

De vereniging informeert de veehouder en de bedrijfsdierenarts omtrent het infectierisico en de datum waarop de serologische onderzoeken dienen uitgevoerd te worden.

In geval de serologische onderzoeken niet worden uitgevoerd, wordt het statuut van het beslag geschorst.".

Art. 6.Artikel 18 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : "

Art. 18.§ 1. Wanneer in een beslag met een statuut "I3" of "I4" de aanwezigheid van minstens één rund dat beschouwd wordt als `geïnfecteerd met het BoHV-1' is bevestigd, voert de vereniging een epidemiologisch onderzoek uit met het oog op het vaststellen van de bron van de infectie en het inschatten van het tijdstip ervan.

Rekening houdend met de vermoedelijke bron en tijdstip van de infectie stelt de vereniging een lijst op van beslagen met een epidemiologische link, die mogelijk de bron zijn van de infectie of die mogelijk gecontamineerd zijn en past in deze beslagen de maatregelen als bedoeld in artikel 17, § 5, toe. § 2. Indien op een beslag met een statuut "I2" het percentage runderen geïnfecteerd met BoHV-1 in de leeftijdscategorie tussen de 12 en 24 maand hoger is dan 15%, formuleert de vereniging in samenspraak met de bedrijfsdierenarts aanbevelingen ten einde het risico op virusverspreiding te beperken.".

Art. 7.In artikel 21 van hetzelfde besluit wordt paragraaf 2 vervangen als volgt : " § 2. Het is verboden runderen, afkomstig van een beslag met een statuut "I3"of "I4" die nadat zij het beslag van herkomst verlaten hebben hetzij tijdens transport, hetzij in een handelaarsstal of verzamelcentrum, contact gehad hebben met runderen geïnfecteerd met het BoHV-1 of runderen afkomstig van beslagen met een statuut "I2" of "I2d", te leveren aan een beslag met een statuut "I3" of "I4"."

Art. 8.In artikel 23, § 1 van hetzelfde besluit wordt het woord "verwerving" vervangen door de woorden " aankomst in het beslag".

Art. 9.In bijlage III van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in A.1., a), i) wordt het woord " tien" vervangen door het woord" zes"; 2° in A.1., a), ii) wordt het woord "zestien" vervangen door het woord "twaalf"; 3° in A.2., a), i) wordt het woord " tien" vervangen door het woord "zes"; 4° in A.2., a), ii) wordt het woord " zestien" vervangen door het woord "twaalf"; 5° de bepaling onder B.wordt aangevuld met een B.3. luidende : « B.3. Modaliteiten voor het herwinnen van een statuut « I3 » Indien het bewakingsprogramma zoals bedoeld in B.2. de aanwezigheid van één of meerdere runderen geïnfecteerd met het BoHV-1 bevestigt, dient, binnen de 30 dagen, een volledige serologische balans, zoals beschreven in B.1. te worden uitgevoerd.

Indien het percentage runderen geïnfecteerd door het BoHV-1 bij deze balans niet hoger is dan 5%, kan het statuut "13" herwonnen worden indien : -de runderen geïnfecteerd door het BoHV-1 afgevoerd worden binnen de 30 dagen na het uitvoeren van de balans; en - indien een tweede volledige serologische balans zoals beschreven in B.1., uitgevoerd minimaal 30 dagen na het vertrek van de geïnfecteerde runderen, aantoont dat alle runderen getest in deze serologische balans beschouwd worden als `vrij van BoHV-1', zoals beschreven in D.2."; 6° de bepaling onder C.wordt aangevuld met een C.3. luidende : « C.3. Modaliteiten voor het herwinnen van een statuut « I4 » Indien het bewakingsprogramma zoals bedoeld in C.2. de aanwezigheid van één of meerdere runderen geïnfecteerd met het BoHV-1 bevestigt, dient, binnen de 30 dagen, een volledige serologische balans, zoals beschreven in C.1. te worden uitgevoerd.

Indien het percentage runderen geïnfecteerd door het BoHV-1 bij deze balans niet hoger is dan 5%, kan het statuut "14" herwonnen worden indien : 1° de runderen geïnfecteerd door het BoHV-1 afgevoerd worden binnen de 30 dagen na het uitvoeren van de balans; en 2° indien een tweede volledige serologische balans zoals beschreven in C.1., uitgevoerd minimaal 30 dagen na het vertrek van de geïnfecteerde runderen, aantoont dat alle runderen getest in deze serologische balans beschouwd worden als `vrij zijn van en niet gevaccineerd tegen BoHV-1', zoals beschreven in D.1."

Art. 10.In bijlage V van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het opschrift onder 1.worden de woorden `en herintroductie' ingevoegd tussen de woorden ` de introductie' en de woorden `van runder(en); 2° in het opschrift onder 2.worden de woorden `en herintroductie' ingevoegd tussen de woorden ` voor introductie' en de woorden `van runder(en); 3° de bepaling onder 2.1 wordt opgeheven; 4° in de bepaling onder 2.2 worden de woorden "in andere gevallen van introductie van één of meerdere runder(en)" vervangen door de woorden "bij de introductie van één of meerdere runder(en)"; 5° in het opschrift onder 3.worden de woorden `en herintroductie' ingevoegd tussen de woorden voor introductie' en de woorden `van runder(en); 6° de bepaling onder 3.1 wordt opgeheven; 7° in de bepaling onder 3.2 worden de woorden "in andere gevallen van introductie van één of meerdere runder(en)" vervangen door de woorden "bij de introductie van één of meerdere runder(en)"; 8° de bepalingen onder 4., 5. en 6. worden opgeheven.

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een bijlage VIII ingevoegd, luidende : " Bijlage VIII : Specifieke omstandigheden die aanleiding kunnen geven tot een verhoogd risico op infectie met het BoHV-1 of die het gevolg kunnen zijn van een infectie met het BoHV-1 A. De volgende omstandigheden kunnen aanleiding geven tot een verhoogd risico op infectie met het BoHV-1 op een beslag met statuut "I3" of "I4" : 1° er werden één of meerdere runderen geïnfecteerd met het BoHV-1 binnengebracht in het beslag; of 2° er werden één of meerdere runderen waarvan de serologische onderzoeken bedoeld in bijlage V een ongunstig resultaat opleverde, binnengebracht in het beslag; of 3° er werden één of meerdere runderen waarbij het serologisch onderzoek zoals bedoeld in bijlage V niet werd uitgevoerd, binnengebracht in het beslag; of 4° het Agentschap stelt een epidemiologische link vast met een haard, zoals bepaald in artikel 5, § 3; of 5° de vereniging stelt een epidemiologische link vast met een beslag met een statuut "I3" of "I4" waarbij bij minstens één rund de aanwezigheid van het BoHV-1 werd bevestigd, zoals bepaald in artikel 18, § 1. B. De volgende omstandigheden kunnen het gevolg zijn van een infectie met het BoHV-1 in een beslag met een statuut « I3 » of « I4 » : 1° een rund wordt bevestigd geïnfecteerd te zijn met het BoHV-1 op basis van een monster afgenomen binnen de 15 dagen na zijn vertrek uit het beslag; of 2° de vereniging stelt een epidemiologische link vast met een beslag met een statuut "I3" of "I4" waarbij bij minstens één rund de aanwezigheid van het BoHV-1 werd bevestigd, zoals bepaald in artikel 18, § 1."

Art. 12.De minister bevoegd voor Landbouw is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 28 april 2020.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Landbouw, D. DUCARME .

^