gepubliceerd op 30 maart 2007
Koninklijk besluit houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart
27 MAART 2007. - Koninklijk besluit houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de overeenkomst tussen het Groothertogdom Baden, Beieren, Frankrijk, het Groothertogdom Hessen, Nederland en Pruisen voor de Rijnvaart, getekend op 17 oktober 1868 te Mannheim, inzonderheid op artikel 46, gewijzigd door de overeenkomst van 20 november 1963, goedgekeurd door de wet van 4 februari 1967;
Gelet op de wet van 15 maart 1971 betreffende de scheepvaartrechten te heffen op de waterwegen onder beheer van de Staat, inzonderheid op artikel 11;
Gelet op de wet van 5 juni 1972 op de veiligheid van de vaartuigen, inzonderheid op artikel 17ter ingevoegd bij de wet van 22 januari 2007;
Gelet op de wet van 21 mei 1991 betreffende het invoeren van een stuurbrevet voor het bevaren van de scheepvaartwegen van het Rijk;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 1965 houdende goedkeuring van het reglement betreffende het verlenen van radardiploma's voor de Rijn;
Gelet op het koninklijk besluit van 20 januari 1987 houdende goedkeuring van de resolutie nr. 28 van 28 november 1985 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, tot wijziging van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 december 1971 en waarbij de toepassingsmodaliteiten van voornoemde resolutie nr. 28 van 28 november 1985 worden bepaald;
Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen van dit besluit zijn betrokken;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën gegeven op 3 januari 2007;
Gelet op het advies nr 42.195/4 van de Raad van State gegeven op 26 februari 2007 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Mobiliteit, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Centrale Examencommissie
Artikel 1.Er wordt een centrale Examencommissie opgericht, hierna te noemen « de Commissie » die belast is met de organisatie van de examens met het oog op het behalen van volgende bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart: 1° het Rijnpatent en uitbreidingen van het Rijnpatent;2° het vaarbewijs A en B;3° het bijkomend getuigschrift vereist voor het besturen van een binnenvaartuig bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen;4° het radardiploma voor de Rijn;5° het ADNR-attest basis, chemie of gas.
Art. 2.De Commissie bestaat uit zeven werkende leden, aangewezen op grond van hun deskundigheid, onder wie een voorzitter, die ambtenaar is en zes examinatoren. Voor ieder werkend lid wordt ten minste een plaatsvervangend lid aangewezen. De werkende en plaatsvervangende leden worden door de Minister bevoegd voor het vervoer benoemd voor een duur van drie jaar. Hun mandaat is hernieuwbaar.
Art. 3.De leden van de Commissie die geen ambtenaren zijn hebben per vergadering met een minimumduur van drie uur recht op een presentiegeld van 50 euro voor vergaderingen van minder dan drie uur wordt het bedrag van het presentiegeld met de helft verminderd. Het presentiegeld vergoedt het werk dat bij het examen behoort.
Zij hebben tevens recht op de terugbetaling van hun reis- en verblijfskosten, overeenkomstig de bepalingen die van toepassing zijn op het personeel van de federale overheidsdiensten. Voor de toepassing van deze bepalingen worden de leden die geen ambtenaren zijn, gelijkgesteld met ambtenaren van klasse A3.
Art. 4.Het secretariaat van de Commissie wordt verzorgd door het Directoraat-generaal Vervoer te Land.
Art. 5.De Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op en bepaalt haar werkwijze.
Het huishoudelijk reglement wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de Minister bevoegd voor het vervoer.
Art. 6.De beraadslagingen van de Commissie zijn geheim.
Art. 7.De beslissingen van de Commissie worden bij meerderheid van stemmen genomen. Bij staking van stemmen beslist de stem van de voorzitter.
De beslissingen worden in een proces-verbaal opgenomen.
Na sluiting van het proces-verbaal wordt elke kandidaat ervan in kennis gesteld of hij voor het examen geslaagd of mislukt is.
Art. 8.De examens georganiseerd met het oog op het behalen van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen hebben plaats volgens de noodwendigheden en ten minste drie maal per jaar.
De examens worden bekendgemaakt met alle middelen die de Commissie gepast acht en bij wijze van bericht in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd.
Art. 9.- Een afgevaardigde van iedere werknemersorganisatie die in het Paritair Comité voor de binnenscheepvaart vertegenwoordigd is mag de examens bijwonen.
Art. 10.De deelname aan een examen is afhankelijk van het indienen van een aanvraag voor het bekomen van één van de in artikel 1 vermelde bekwaamheidsbewijzen en van het betalen van de retributie overeenkomstig de bepalingen van artikel 12.
De aanvragen worden ingediend bij het Directoraat-generaal Vervoer te Land door middel van het formulier waarvan het model door de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde wordt bepaald.
Art. 11.De kandidaten worden in volgorde van hun aanvraag door de Commissie voor het examen opgeroepen. HOOFDSTUK II. - Retributies
Art. 12.§ 1. Voor de hierna omschreven verrichtingen dient de ernaast vermelde retributie te worden betaald: 1° aanvraag Rijnpatent: .. . . . 100 euro 2° aanvraag uitbreiding Rijnpatent: .. . . . 50 euro 3° aanvraag vaarbewijs A of B: .. . . . 100 euro 4° aanvraag bijkomend getuigschrift vereist voor het besturen van een binnenvaartuig bestemd voor het vervoer van meer dan twaalf personen: .. . . . 50 euro 5° aanvraag radardiploma voor de Rijn: .. . . . 100 euro 6° aanvraag ADNR-attest basis: .. . . . 100 euro 7° aanvraag ADNR-attest chemie of gas: .. . . . 50 euro 8° aanvraag van verlenging van het Rijnpatent, het vaarbewijs A of B of het ADNR-attest basis, chemie of gas: .. . . . 12,50 euro 9° aanvraag van een duplicaat van het Rijnpatent, het vaarbewijs A of B, het radardiploma voor de Rijn of het ADNR-attest: .. . . . 12,50 euro 10° aanvraag van een bijkomende aantekening op het Rijnpatent of vaarbewijs: .. . . . 12,50 euro 11° vervanging van een stuurbrevet door een vaarbewijs overeenkomstig artikel 48 van het koninklijk besluit van 23 december 1998 betreffende het verkrijgen van vaarbewijzen voor het besturen van binnenvaartuigen bestemd voor het goederen- en personenvervoer gewijzigd bij het koninklijk besluit van 27 maart 2007......... 12,50 euro § 2.De Minister bevoegd voor het vervoer kan het bedrag van de retributie aanpassen aan de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. In dit geval vermenigvuldigt hij het bedrag van de retributie met het indexcijfer van de voorbije maand en deelt het resultaat door het indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand waarin dit besluit in werking is getreden. Het eindresultaat wordt tot de hogere euro afgerond.
De aangepaste bedragen treden in werking de eerste dag van de tweede maand die volgt op de maand waarin ze in het Belgisch Staatsblad zijn bekendgemaakt. HOOFDSTUK III. - Opheffings- wijzigings- en slotbepalingen.
Art. 13.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 4 juni 1965 houdende goedkeuring van het reglement betreffende het verlenen van radardiploma's voor de Rijn wordt vervangen als volgt : «
Art. 2.De bevoegde autoriteit bedoeld bij artikel 2, lid 2 van het in bijlage overgenomen reglement is de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde.
De Centrale Examencommissie opgericht bij het koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart is belast met het houden van het examen van de gegadigden voor het radardiploma voor de Rijn. » Artikel 3 en 4 van hetzelfde besluit worden opgeheven.
Art. 14.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 januari 1987 houdende goedkeuring van de resolutie nr. 28 van 28 november 1985 van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, tot wijziging van het Reglement voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Rijn (ADNR), gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 december 1971 en waarbij de toepassingsmodaliteiten van voornoemde resolutie nr. 28 van 28 november 1985 worden bepaald, wordt vervangen als volgt : « Art. 3.Voor de toepassing van het randnummer 10170 (2) wordt het bewijs van de kennis gegeven door een attest afgeleverd door de Minister bevoegd voor het vervoer of zijn gemachtigde, na examen georganiseerd door de Centrale Examencommissie opgericht bij het koninklijk besluit van 27 maart 2007 houdende de organisatie van de examens en de vaststelling van de retributies voor de bekwaamheidsbewijzen in Rijn- en binnenvaart » In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « Bestuur van Zeewezen en Binnenvaart « vervangen door de woorden « Directoraat-generaal Vervoer te Land ».
Art. 15.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 15 maart 2007.
Art. 16.Onze Minister bevoegd voor het Vervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Mobiliteit, R. LANDUYT