gepubliceerd op 01 augustus 2007
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen
27 APRIL 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006, gesloten in het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf, betreffende het sectoraal brugpensioen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 27 april 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 16 november 2006 Sectoraal brugpensioen (Overeenkomst geregistreerd op 6 december 2006 onder het nummer 81277/CO/130)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor het drukkerij-, grafische kunst, en dagbladbedrijf en op de werknemers en werkneemsters, hierna « werknemers » genoemd, tewerkgesteld in deze ondernemingen, met uitsluiting van de werkgevers en/of de werknemers die onder de toepassing vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst tot vaststelling van de arbeidsvoorwaarden in de Belgische dagbladen, gesloten op 25 oktober 1995 en neergelegd ter Griffie van de Dienst der Collectieve Arbeidsbetrekkingen onder het nummer 42115/CO/130, in het voornoemd paritair comité (koninklijk besluit van 25 juni 1997 - Belgisch Staatsblad van 1 januari 1998).
Art. 2.De leeftijdsgrens voor het sectoraal brugpensioen dat werd ingevoerd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 maart 1985 (koninklijk besluit van 4 juli 1985), verlengd voor de jaren 1987-1988 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 februari 1987 (koninklijk besluit van 10 september 1987), voor de jaren 1989 en 1990 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 1988 (koninklijk besluit van 8 maart 1989), voor de jaren 1991, 1992 en 1993 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 maart 1991 (koninklijk besluit van 23 september 1992), voor de jaren 1994, 1995 en 1996 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 26 mei 1993 (koninklijk besluit van 25 maart 1994), voor de jaren 1997 en 1998 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 april en 29 april 1997 (koninklijk besluit van 16 november 1999), voor de jaren 1999 en 2000 door de collectieve arbeidsovereenkomsten van 10 mei 1999 en 24 juni 1999 (koninklijk besluit van 5 november 2002), voor de jaren 2001 en 2002 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 april 2001 (koninklijk besluit van 17 december 2003), voor de jaren 2003 en 2004 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 juni 2003 (koninklijk besluit van 12 mei 2004), en voor de jaren 2005 en 2006 door de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 mei 2005, geregistreerd onder het nummer 75070/CO/130, wordt door deze collectieve arbeidsovereenkomst behouden op 58 jaar tot op 30 juni 2007.
Art. 3.De financiering van de systemen van brugpensioen wordt gewaarborgd door een bijdrage van 1,25 pct. van de loonmassa van de ondernemingen die tenminste 10 werknemers tewerkstellen en door een bijdrage die 0,6 pct. bedraagt van de loonmassa van de ondernemingen die minder dan 10 werknemers tewerkstellen.
De raad van beheer van het fonds voor bestaanszekerheid « Aanvullende pensioenkas » legt de praktische modaliteiten vast.
Art. 4.Inzake de vervanging van bruggepensioneerden zijn enkel de wettelijke bepalingen van toepassing.
Als de werknemer van meer dan 50 jaar gekozen heeft voor een stelsel van tijdskrediet met vermindering van de arbeidsprestaties, zoals bepaald door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis, tot aan de leeftijd van het brugpensioen, wordt de vergoeding van het brugpensioen, gestort door de werkgever, berekend op basis van een voltijds arbeidsstelsel volgens de bepalingen vastgelegd door de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17. Het « Febelgra Fonds » stort de werkgever de vergoeding en de bijdragen terug op basis van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17.
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt van kracht op 1 januari 2007 en houdt op van kracht te zijn op 30 juni 2007.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 27 april 2007.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN