26 OKTOBER 2007. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de financiële bijdrage van de Belgische Federale Overheid voor 2007 aan het « Bijzonder Trustfonds voor aanvullende activiteiten » van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en van het protocol van Kyoto

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 december 2006 houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2007, inzonderheid op programma 25.55.2;

Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd in het koninklijk besluit van 17 juli 1991, inzonderheid op de artikelen 55 en 58;

Gelet op het koninklijk besluit van 16 november 1994 betreffende de administratieve en begrotingscontrole, inzonderheid op de artikelen 14 en 22;

Gelet op de wet van 11 mei 1995 houdende goedkeuring van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, en de Bijlagen I en II, gedaan te New-York op 9 mei 1992;

Gelet op de wet van 26 september 2001 houdende instemming met het protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatsverandering, en de Bijlagen A en B, gedaan te Kyoto op 11 december 1997;

Overwegende het belang het klimaatsysteem te beschermen ten behoeve van de huidige en de toekomstige generaties en het bewerkstelligen van een stabilisering van de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer op een niveau waarop elke gevaarlijke antropogene verstoring van het klimaatsysteem wordt voorkomen;

Overwegende dat het Verdrag voor België bindend is sedert 15 april 1996 en dat het aan alle Partijen bij het Verdrag toekomt de nodige financiële steun te leveren voor de toepassing van het Verdrag;

Overwegende dat België het protocol van Kyoto bij het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering geratificeerd heeft op 31 mei 2002, en dat het protocol van kracht is geworden op 16 februari 2005;

Overwegende het belang van de werkzaamheden voorzien in het raam van het protocol van Kyoto;

Overwegende dat het respecteren door België van haar verplichtingen onder het protocol van Kyoto afhankelijk is van het operationeel worden van al zijn voorzieningen en met name van de in zijn artikels 6, 12 en 17 voorziene mechanismen;

Overwegende dat het essentieel is dat de nodige middelen beschikbaar zijn voor de financiering van de werkzaamheden van het Secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering ter voorbereiding van de uitvoering van het protocol van Kyoto en dat het aan alle Partijen bij het protocol toekomt de nodige financiële steun te leveren voor de uitvoering van het protocol;

Overwegende dat op de eerste vergadering van de Conferentie der Partijen (UN-vergadering van 28 maart tot 7 april 1995 te Berlijn) de Conferentie de financiële procedures voor de Conferentie van de Partijen, haar hulporganen en haar Secretariaat, zoals vermeld in annex I van de beslissing 15/CP.1 aanvaard heeft;

Overwegende dat op de vierde vergadering van de Conferentie der Partijen (UN-vergadering van 2 tot 14 november 1998 te Buenos Aires) de Conferentie paragraaf 7 (a) van annex I van de beslissing 15/CP.1 van deze financiële procedures geamendeerd heeft (beslissing 17/CP.4, IV.16);

Overwegende dat het Hulporgaan inzake de Uitvoering van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake Klimaatverandering tijdens zijn tweeëntwintigste zitting gehouden te Bonn van 20 tot 27 mei 2005 beslist heeft om aan de Conferentie van de Partijen aan te bevelen om op haar elfde zitting een ontwerp van beslissing goed te keuren over het programmabudget voor het tweejarig tijdperk 2006-2007, met inbegrip van een ontwerp van beslissing over de bepalingen van dit programmabudget die van toepassing zijn op het protocol van Kyoto, voor goedkeuring voor te leggen aan de eerste zitting van de Conferentie van de Partijen waarin de Partijen bij dit protocol bijeenkomen (zie doc. FCCC/SBI/2005/10 punt 85 + FCCC/SBI/2005/L.15/Ad.d. 1/Rev.1 punt 16 en tabel 5 + FCCC/CP/2004/10/Ad.d. 1 punten 16-17-18);

Overwegende dat tijdens de elfde zitting van de Conferentie van de Partijen, gehouden te Montreal van 28 november tot 9 december 2005, de Conferentie der Partijen nota nam van het geraamd bedrag van de benodigde inkomsten voor het tweejarig tijdperk 2006-2007 uit hoofde van het Trustfonds voor de aanvullende activiteiten opgegeven door de Uitvoerende secretaris en de Partijen uitgenodigd heeft om bijdragen aan dit fonds te storten (beslissing 12/CP11 punt 16 + tabel 5);

Overwegende dat het Secretariaat op 15 december 2006 aan de Partijen de benodigde middelen evenals de indicatieve barema van de bijdragen voor 2007 medegedeeld heeft en de Partijen verzocht heeft om speciaal bij te dragen voor de aanvullende activiteiten van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en het Protocol van Kyoto (zie nota UNFCCC + bijlage I);

Overwegende de verdeelsleutel bepaald in de wet van 4 april 2003 houdende instemming met het Financieel protocol van 4 oktober 2002 bij het samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het internationaal milieubeleid;

Overwegende het akkoord van het Overlegcomité van 8 maart 2004 over de lastenverdeling tussen de gewesten en de federale overheid in het kader van de verplichtingen van België overeenkomstig het protocol van Kyoto;

Overwegende de beslissing van de uitgebreide Interministeriële Conferentie Leefmilieu van 17 november 2005 met betrekking tot bijdrage van de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussel Hoofdstedelijk Gewest aan de financiering van de door het Secretariaat van de Klimaatcommissie van de Verenigde Naties ontwikkelde activiteiten voor de tenuitvoerlegging van het protocol van Kyoto in 2006;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën van 1 oktober 2007;

Op de voordracht van Onze Minister van Leefmilieu, Besluit :

Artikel 1.Een bedrag ten belope van de omzetwaarde in Euro van 37.240 US $ aan te rekenen ten laste van het op basisallocatie 55.22.35.53 (programma 25.55.2) van de begroting van de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor het begrotingsjaar 2007 uitgetrokken krediet, wordt aan het « Bijzonder Trustfonds voor aanvullende activiteiten van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en het protocol van Kyoto » verleend als bijdrage van de Belgische federale overheid voor 2007, en zal gestort worden op het volgende rekeningnummer : Bank : JP Morgan Chase Bank International Agencies Banking 1166, avenue of the Americas, 17th floor New-York, N.Y. 10036-2708 United States of America Account n° 485-001802, Account name : United Nations Geneva General Fund, Swift Code : CHAS US 33 ABA : 021 000 21 (US code for electronic transfers) Specifying credit for : « FR, Supplementary Trust Fund »

Art. 2.Het in het vorige artikel vastgestelde bedrag wordt rechtstreeks gestort op voormelde rekening, zodra dit koninklijk besluit ondertekend is en de aanvraag tot uitbetaling voorgelegd wordt.

Art. 3.De besteding van de bijdrage zal naderhand verantwoord worden op basis van een activiteitenrapport, vergezeld van een financiële staat, afgeleverd door het Secretariaat van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en het protocol van Kyoto.

Art. 4.Onze Minister van Leefmilieu is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 26 oktober 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Leefmilieu, B. TOBBACK