Etaamb.openjustice.be
Wet van 04 april 2003
gepubliceerd op 02 juli 2003

Wet houdende instemming met het Financieel protocol van 4 oktober 2002 bij het samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het internationaal milieubeleid

bron
federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking, federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu,ministerie van de vlaamse gemeenschap,ministerie van het waalse gewest en ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003022526
pub.
02/07/2003
prom.
04/04/2003
ELI
eli/wet/2003/04/04/2003022526/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 APRIL 2003. - Wet houdende instemming met het Financieel protocol van 4 oktober 2002 bij het samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het internationaal milieubeleid


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

De Kamers hebben aangenomen en Wij bekrachtigen hetgeen volgt :

Artikel 1.Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Art. 2.Instemming wordt betuigd met het Financieel Protocol van 4 oktober 2002 bij het samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake het internationaal milieubeleid.

Kondigen deze wet af, bevelen dat zij met 's Lands zegel zal worden bekleed en door het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 5 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS Gezien en met 's Land zegel gezegeld : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

FINANCIEEL PROTOCOL VAN 4 OKTOBER 2002 BIJ HET SAMENWERKINGSAKKOORD VAN 5 APRIL 1995 TUSSEN DE FEDERALE STAAT, HET VLAAMS GEWEST, HET WAALS GEWEST EN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST INZAKE HET INTERNATIONAAL MILIEUBELEID Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994 tussen de Federale Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten over de nadere regelen voor het sluiten van gemengde Verdragen;

Gelet op de beslissingen van de Interministeriële Conferentie voor het Leefmilieu van 25 maart 1997, 25 november 1997, 14 juli 1998 en 25 augustus 1999 waarbij aan een ad hoc groep van de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid en van het Coördinatiecomité Internationaal Milieubeleid opdracht werd gegeven een ontwerp van ad hoc oplossing voor te bereiden tot vaststelling van een horizontale verdeelsleutel met betrekking tot de verplichte bijdragen van België aan de multilaterale milieuverdragen, en gelet op de resultaten van die ad hoc groep;

Gelet op de beslissingen van de Werkgroep Gemengde Verdragen, ingesteld krachtens het voormelde samenwerkingsakkoord van 8 maart 1994;

Gelet op de beslissing van de Interministeriële Conferentie voor Buitenlands Beleid van 8 december 1999;

Gelet op het advies van de Raad van State van 31 oktober 2000;

Gelet op de beslissing van de Interministeriële Conferentie voor Leefmilieu van 24 juli 2001;

Overwegende dat sommige van de multilaterale milieuverdragen tot de gemengde bevoegdheid behoren en dat de uitvoering van de maatregelen getroffen in het kader van deze gemengde multilaterale milieuverdragen is toevertrouwd aan de verschillende beleidsniveaus die partij zijn bij het voormelde Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995;

Overwegende dat een van de taken van artikel 1, 1°, van het voornoemde Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 betrekking heeft op het probleem van de betaling van de jaarlijkse verplichte bijdragen van België aan de gemengde multilaterale milieuverdragen waarvoor de financiering niet verzekerd is binnen de bestaande verplichte bijdragen aan de internationale organisaties;

Overwegende dat de taak omschreven in artikel 1, 2°, van het voornoemde Samenwerkingsakkoord van 5 april 1995 betrekking heeft op de samenstelling van de Belgische delegatie voor de internationale vergaderingen in het kader van de gemengde multilaterale milieuverdragen, en dat artikel 13 bepaalt dat de Belgische delegaties aan deze vergaderingen samengesteld mogen zijn uit vertegenwoordigers van alle betrokken overheden en met name eventueel enkel uit vertegenwoordigers van de Gewesten, en dat het CCIM deze vertegenwoordigers als woordvoerders mag aanwijzen.

De Partijen komen het volgende overeen :

Artikel 1.Onderhavig Protocol is van toepassing op de multilaterale milieuverdragen waarbij België Verdragsluitende Partij is en die niet enkel betrekking hebben op materies welke tot de bevoegdheid van de federale overheid behoren.

Art. 2.De lijst van de in artikel 1 bedoelde multilaterale milieuverdragen waarbij België op de dag van de ondertekening van het Protocol verdragsluitende Partij is, is in bijlage I opgenomen.

Andere verdragen waarbij België op de dag van de ondertekening van het Protocol reeds verdragsluitende Partij is, en die door de Werkgroep Gemengde Verdragen gemengd verklaard zijn, kunnen bij beslissing van de Interministeriële Conferentie Leefmilieu eveneens onder toepassing van het Protocol gebracht worden.

Art. 3.De multilaterale milieuverdragen waarbij België na de dag van de ondertekening van dit Protocol verdragsluitende Partij wordt, en die door de Werkgroep Gemengde Verdragen gemengd verklaard werden, vallen van rechtswege onder de toepassing van het Protocol.

Art. 4.Teneinde te voldoen aan de verplichte financiële bijdragen van België aan de in bijlage I gevoegde gemengde multilaterale milieuverdragen wordt er een horizontale verdeelsleutel vastgelegd tussen de federale Staat en de Gewesten, neerkomend op 30 % voor de federale overheid en 70 % voor de Gewesten.

De verdeling onder de Gewesten van de 70 % ten laste van de Gewesten gebeurt als volgt : 58 % voor het Vlaamse Gewest, 33 % voor het Waalse Gewest en 9 % voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Op vraag van één van de partijen van dit Protocol kan de herziening van de verdeelsleutel onder de Gewesten herbekeken worden indien de verdeelsleutel die wordt toegepast overeenkomstig de berekeningswijze van artikel 34 van de bijzondere wet betreffende de Financiering van de Gemeenschappen en de Gewesten van 16 januari 1989 teveel afwijkt van de in dit protocol vastgelegde verdeelsleutel.

Art. 5.De bijdragen van België aan de multilaterale milieuverdragen worden uitgevoerd op grond van de krachtens artikel 4 bepaalde verdeelsleutel, via een orderrekening geopend bij de federale Schatkist, gespijsd door de Gewesten en de federale overheid en beheerd door een federaal ordonnateur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking. De beheersmodaliteiten van de orderrekening zijn in bijlage II omschreven.

Art. 6.Onderhavig Protocol wordt opgesteld onverminderd een globale regeling van de verplichte bijdragen van België binnen de Interministeriële Conferentie voor het Buitenlands Beleid.

Art. 7.Het financieel protocol van 28 april 2000 en zijn bijlagen worden opgeheven, dit protocol treedt in werking op 1 januari van het jaar volgend op de laatste goedkeuring.

Aldus opgesteld te Brussel in viervoud, op 4 oktober 2002.

Voor de Federale Regering : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS Voor de Vlaamse regering : De Minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA De Vlaamse minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN Voor de Waalse Regering : De Minister-President van de Waalse Regering, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Waalse Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Waalse Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Brusselse Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Brusselse Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota's (1) Stukken van de Kamer van volksvertegenwoordigers : 50-21177 - 2002/2003 : Nr.1 : Wetsontwerp.

Nr. 2 : Advies van de Raad van State.

Nr. 3 : Verslag.

Nr. 4 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en overgezonden aan de Senaat.

Integraal verslag : 19 en 20 februari 2003.

Stukken van de Senaat : 2-1497 - 2002/2003 : Nr. 1 : Ontwerp overgezonden door de Kamer van volksvertegenwoordigers.

Nr. 2 : Verslag.

Nr. 3 : Tekst aangenomen in plenaire vergadering en aan de Koning ter bekrachtiging voorgelegd.

Handelingen van de Senaat : 27 maart 2003.

Bijlage I Lijst van de in artikel 1 bedoelde multilaterale milieuverdragen 1° Protocol van Genève van 1984 bij het Verdrag van 1979 betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand aangaande de langlopende financiering van het programma voor samenwerking inzake de bewaking en evaluatie van het transport van luchtverontreinigende stoffen over lange afstand in Europa (EMEP);2° Overeenkomst van Ramsar van 1971 inzake watergebieden van internationale betekenis, in het bijzonder als verblijfplaats voor watervogels;3° Verdrag van Wenen van 1985 ter bescherming van de ozonlaag;4° Protocol van Montreal van 1987 betreffende stoffen die de ozonlaag afbreken (1);5° Raamverdrag van de Verenigde Naties van 1992 inzake klimaatverandering (2);6° Verdrag van Bazel van 1989 inzake de beheersing van de grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijke afvalstoffen en de verwijdering ervan;7° Verdrag van Parijs van 1992 inzake de bescherming van het marien milieu van de Noordoostelijke Atlantische Oceaan (OSPAR);8° Verdrag van Rio van 1992 inzake biologische diversiteit (3); Deze bijdragen worden volledig door de federale overheid gedragen in het raam van haar bevoegdheden inzake ontwikkelingssamenwerking.

Aldus opgesteld te Brussel in viervoud, op 4 oktober 2002.

Voor de Federale Regering : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS Voor de Vlaamse regering : De Minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA De Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN Voor de Waalse Regering : De Minister-President van de Waalse Regering, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Waalse Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Waalse Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Brusselse Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Brusselse Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN _______ Nota's (1) De in artikel 4 vastgelegde verdeelsleutel is niet van toepassing op de verplichte bijdrage aan het in het Protocol van Montreal bepaalde Multilateraal Fonds.(2) De in artikel 4 vastgestelde verdeelsleutel is niet van toepassing op de verplichte bijdrage aan de in het Verdrag bepaalde Global Environmental Facility.(3) De in artikel 4 vastgestelde verdeelsleutel is niet van toepassing op de verplichte bijdrage aan de in het Verdrag bepaalde Global Environmental Facility. Bijlage II inzake de beheersmodaliteiten van toepassing op de door het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking bij de federale Schatkist geopende orderrekening. 1. Met het oog op het bewerkstelligen van een vlotte en gebundelde betaling van de bijdragen van België aan de multilaterale milieuverdragen die tot de gemengde bevoegdheid behoren, wordt door de Directie Begroting en Boekhouding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking een orderrekening geopend bij de Administratie van de Thesaurie van het Ministerie van Financiën onder de vermelding « bijdragen multilaterale milieuverdragen/contributions accords multilatéraux environnementaux ».Het artikelnummer van deze rekening is 83.05.09.00 2. De orderrekening is gekoppeld aan een financiële rekening die voor het verrichten van internationale financiële transferten werd geopend bij de Nationale Bank van België onder dezelfde benaming als in punt 1.3. Beide rekeningen worden beheerd door een bij de in punt 1 vermelde Directie aangestelde rekenplichtige.4. De effectieve vereffening van de globale bijdragen aan de multilaterale milieuverdragen zal na ontvangst van de daartoe door de internationale secretariaten opgestelde betalingsuitnodigingen geschieden door de in punt 3 vermelde rekenplichtige op verzoek van de ordonnateur van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking (federale ordonnateur).5. Onderhavige vereffening geschiedt per multilateraal milieuverdrag en voorzover de orderrekening door de bevoegde federale en gefedereerde entiteiten volgens de in het financieel protocol overeengekomen verdeelsleutel uiterlijk op 30 april van het lopende begrotingsjaar werd gecrediteerd.Ingeval de facturen van de secretariaten van de verdragen pas na 1 maart van het lopende jaar bij de Belgische autoriteiten aankomen, zal bedoelde termijn worden verlengd tot 2 maanden na datum van de daadwerkelijke ontvangst van de facturen door België. 6. Het storten op de orderrekening door de bijdragende partijen a rato van hun aandeel gebeurt op verzoek van de federale ordonnateur na ontvangst van de door de internationale secretariaten opgestelde betalingsuitnodigingen.Een kopie van deze uitnodigingen wordt aan het betalingsverzoek toegevoegd. 7. De bijdragen van de federale overheid en van de gewesten worden vermeerderd met een voorschot voor wissel- en bankkosten, alsook voor het aanleggen van een beperkte reserve om het hoofd te kunnen bieden aan laattijdige schommelingen.Dit voorschot bedraagt 5 % van de bijdrage van elk der partijen. 8. Teneinde het aantal aan de deelnemende partijen gerichte betalingsopdrachten te beperken, waakt de federale ordonnateur erover dat de betalingsuitnodigingen in de mate van het mogelijke worden gebundeld.9. Ieder verzoek tot storting vermeldt de benaming en het nummer van de te crediteren rekening, de globale bijdrage in BF, de berekeningswijze, de opsplitsing ervan in bijdragen aan de onderscheiden multilaterale milieuverdragen.10. De federale ordonnateur verzoekt de NBB de betaling aan de betrokken multilaterale milieuorganisatie uit te voeren en doet het nodige opdat iedere betaling vergezeld zou gaan van een verklaring waarin uitdrukkelijk wordt gesteld dat het gaat om een betaling van de federale overheid en van het Vlaamse, Waalse en Brussels Hoofdstedelijk Gewest.11. Indien door de bijdragende partijen niet voldoende fondsen worden gestort voor het vereffenen van de verplichte bijdragen zal de federale ordonnateur niet overgaan tot de betaling.12. Het op het einde van elk begrotingsjaar op de orderrekening overblijvende saldo zal door de federale ordonnateur in functie van de bijdrageverdeelsleutels worden verrekend in het kader van de eerstvolgende betalingsoproep.13. De rekenplichtige die de orderrekening beheert zal driemaandelijks aan de Administratie van de Thesaurie rekenschap geven van dit beheer. Een kopie van de beheersstaten zal aan alle bijdragende partijen worden toegezonden.

Aldus opgesteld te Brussel in viervoud, op 4 oktober 2002.

Voor de Federale Regering : De Vice-Eerste Minister en Minister van Buitenlandse Zaken, L. MICHEL De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER De Staatssecretaris voor Ontwikkelingssamenwerking, E. BOUTMANS Voor de Vlaamse regering : De Minister-president van de Vlaamse regering, P. DEWAEL De Vlaamse Minister van Leefmilieu en Landbouw, Mevr. V. DUA De Vlaamse Minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Ambtenarenzaken en Buitenlands Beleid, P. VAN GREMBERGEN Voor de Waalse Regering : De Minister-President van de Waalse Regering, J.-Cl. VAN CAUWENBERGHE De Waalse Minister van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Leefmilieu, M. FORET De Waalse Minister van Landbouw en Landelijke Aangelegenheden, J. HAPPART Voor de Brusselse Hoofdstedelijke Regering : De Minister-Voorzitter van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering, belast met Plaatselijke Besturen, Ruimtelijke Ordening, Monumenten en Landschappen, Stadsvernieuwing en Wetenschappelijk Onderzoek, F.-X. de DONNEA De Brusselse Minister belast met Financiën, Begroting, Openbaar Ambt en Externe Betrekkingen, G. VANHENGEL De Brusselse Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Natuurbehoud, Openbare Netheid en Buitenlandse Handel, D. GOSUIN

^