gepubliceerd op 02 februari 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wat het werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen en de assistentiehonden betreft
26 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wat het werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen en de assistentiehonden betreft
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Onderhavig ontwerp beoogt de uitvoering van punt 4.1.5. van het Regeerakkoord waarbij de ouderdomsvereiste om in aanmerking te komen voor het verlaagd btw-tarief van 6 pct. voor werk in onroerende staat met betrekking tot privéwoningen wordt verhoogd van vijf naar tien jaar.
Tevens wordt dit verlaagd btw-tarief ingevoerd voor de assistentiehonden. HOOFDSTUK 1. - Werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen In uitvoering van punt 4.1.5. van het Regeerakkoord wordt het ouderdomsvereiste om in aanmerking te komen voor het verlaagd tarief van 6 pct. voor werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen met betrekking tot privéwoningen verhoogd van vijf naar tien jaar. Als uitgangspunt wordt het tijdstip van de eerste ingebruikneming van de woning in aanmerking genomen dat dus minstens tien jaar moet voorafgaan aan het eerste tijdstip van opeisbaarheid van de belasting.
Artikel 1 van dit ontwerp vervangt bijgevolg de woorden "vijf jaar" door de woorden "tien jaar" in rubriek XXXVIII van tabel A van de bijlage van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. HOOFDSTUK 2. - Assistentiehonden Hoofdstuk 2 voert het verlaagd btw-tarief van 6 pct. in voor assistentiehonden.
Overeenkomstig categorie 4 van de bijlage III van de richtlijn 2006/112/EG kunnen de lidstaten een verlaagd btw-tarief toepassen op medische uitrusting, hulpmiddelen en andere apparaten, welke gewoonlijk bestemd zijn voor verlichting of behandeling van handicaps, voor uitsluitend persoonlijk gebruik door gehandicapten, met inbegrip van de herstelling daarvan en kinderzitjes voor motorvoertuigen.
Assistentiehonden worden in die categorie bedoeld.
Assistentiehonden worden getraind door een gespecialiseerde en erkende hondenschool om een persoon met een handicap of ziekte te assisteren.
Ze hebben tot specifieke taak de autonomie en de zelfredzaamheid van deze personen te bevorderen. Als assistentiehonden worden aangemerkt: a) de blindengeleidehonden opgeleid om personen met een visuele beperking te begeleiden;b) de hulphonden die personen assisteren met een motorische beperking;c) de hoorhonden die personen helpen met een auditieve beperking;d) de meldhonden die worden opgeleid om personen met epilepsie of diabetes bij te staan;e) de therapiehonden die kinderen en volwassenen assisteren bij het revalideren. Thans zijn uitsluitend de leveringen van blindengeleidehonden ingevolge cijfer 6 van de rubriek XXIII van tabel A onderworpen aan het verlaagd tarief van 6 pct.
Om elke discriminatie op grond van de aard van de handicap van de betrokken personen te vermijden, zal de levering van assistentiehonden, zoals dat al het geval was voor blindengeleidehonden, voortaan aan het verlaagd btw-tarief van 6 pct. worden onderworpen. Artikel 2 van het ontwerp voegt in die zin een cijfer 9 in rubriek XXIII van tabel A. Als voorwaarde voor de toepassing van het verlaagd tarief geldt dat de honden moeten worden opgeleid in een assistentiehondenschool die door de bevoegde overheid is erkend. Het verlaagd tarief is ook van toepassing op speciaal ontworpen uitrusting voor dergelijke honden zoals harnassen.
Het tweede lid van cijfer 9 verduidelijkt het begrip assistentiehonden.
Artikel 3 van dit ontwerp voegt een punt 3 toe in rubriek XXXIV - Diversen van tabel A waardoor de opleiding van assistentiehonden door een assistentiehondenschool die door de bevoegde overheid is erkend en de diensten verstrekt door dierenartsen aan de assistentiehonden eveneens worden onderworpen aan het verlaagd tarief van 6 pct.
Er werd rekening gehouden met het advies van de Raad van State nr. 58.592/3 van 24 december 2015.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT
ADVIES 58.592/3 VAN 24 DECEMBER 2015 OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT "TOT WIJZIGING VAN HET KONINKLIJK BESLUIT NR. 20 VAN 20 JULI 1970 TOT VASTSTELLING VAN DE TARIEVEN VAN DE BELASTING OVER DE TOEGEVOEGDE WAARDE EN TOT INDELING VAN DE GOEDEREN EN DE DIENSTEN BIJ DIE TARIEVEN" Op 3 december 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven".
Het ontwerp is door de derde kamer onderzocht op 15 december 2015 . De kamer was samengesteld uit Jo Baert, kamervoorzitter, Jan Smets en Jeroen Van Nieuwenhove, staatsraden, Jan Velaers en Johan Put, assessoren, en Greet Verberckmoes, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Dries Van Eeckhoutte, auditeur .
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Jo Baert, kamervoorzitter.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 24 december 2015 . 1. Met toepassing van artikel 84, § 3, eerste lid, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, heeft de afdeling Wetgeving zich toegespitst op het onderzoek van de bevoegdheid van de steller van de handeling, van de rechtsgrond, alsmede van de vraag of aan de te vervullen vormvereisten is voldaan. Strekking van het ontwerp 2. Het om advies voorgelegde ontwerp van koninklijk besluit strekt ertoe wijzigingen aan de brengen in het koninklijk besluit nr.20 van 20 juli 1970 "tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven".
Een eerste wijziging heeft betrekking op het verlaagde btw-tarief van 6% voor werken in onroerende staat: de termijn die moet zijn verlopen sedert het ogenblik dat de woning voor het eerst in gebruik is genomen, wordt verlengd van vijf tot tien jaar (artikel 1 van het ontwerp).
In de tweede plaats wordt een verlaagd btw-tarief van 6% ingevoerd voor assistentiehonden die personen met een handicap of een ziekte assisteren en die opgeleid zijn in een erkende assistentiehondenschool, alsook voor de speciaal ontworpen uitrusting voor dergelijke honden (artikel 2). Ten slotte wordt ook voor de opleiding van assistentiehonden en de diensten verstrekt door dierenartsen aan deze honden voorzien in het verlaagde btw-tarief (artikel 3).
Het te nemen besluit treedt in werking op 1 januari 2016 (artikel 4).
Rechtsgrond 3. De rechtsgrond voor het ontworpen besluit wordt terecht gezocht in artikel 37, § 1, van het Wetboek van de Belasting over de Toegevoegde Waarde (hierna: Btw-wetboek). Uit artikel 37, § 2, van het Btw-wetboek volgt dat de bekrachtiging door de wetgever is vereist: na het nemen van het besluit zal onmiddellijk bij de Kamer van volksvertegenwoordigers een ontwerp van wet moeten worden ingediend tot bekrachtiging ervan.
Vormvereisten 4. Het om advies voorgelegde ontwerp heeft ook aanleiding gegeven tot het uitvoeren van een regelgevingsimpactanalyse (RIA).Dat is een verplichting op grond van artikel 6, § 1, van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten `houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging'. De Raad van State stelt zich vragen bij de ernst waarmee dit is gebeurd, vermits er volgens de vermelding op het formulier "Geïntegreerde impactanalyse" geen enkele impact van de maatregelen te verwachten zou zijn. Het is echter evident dat de verstrenging van de voorwaarde om het verlaagde btw-tarief voor werken in onroerende staat te genieten, effect zal hebben op bijvoorbeeld de werkgelegenheid.
Onderzoek van de tekst Opschrift 5. De voornaamste functie van een opschrift is de herkenbaarheid van de regeling, zodat het voorwerp van het besluit de lezer onmiddellijk duidelijk wordt (1). In dit geval duidt het opschrift van het ontwerp enkel in het algemeen aan dat het gaat om een wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, zonder de concrete draagwijdte te onthullen. Er wordt dan ook ter overweging gegeven om het opschrift aan te vullen met een beknopte omschrijving van de draagwijdte ervan.
Artikel 2 6. Uit het legaliteitsbeginsel inzake belastingen, neergelegd in de artikelen 170, § 1, en 172, tweede lid, van de Grondwet, vloeit voort dat de wetgever zelf alle wezenlijke elementen dient vast te stellen aan de hand waarvan de belastingschuld van de belastingplichtigen kan worden bepaald, zoals de categorieën belastingplichtigen, de grondslag van de belasting, de aanslagvoet of het tarief, en de eventuele vrijstellingen en verminderingen.In dit geval wordt het verlaagde tarief bepaald bij een door de wetgever te bekrachtigen koninklijk besluit. In dat besluit moeten derhalve de essentiële belastingregels worden vastgesteld. Op een aantal punten voldoet het ontwerp daar niet aan. 6.1. Terwijl in het ontworpen onderdeel van rubriek XXIII van tabel A van de bijlage bij het koninklijk besluit nr. 20 melding wordt gemaakt van "assistentiehonden", wordt de draagwijdte van die term nader bepaald in het verslag aan de Koning. Daarin komt een opsomming voor van de categorieën van honden die als assistentiehonden in de zin van de ontworpen bepaling te beschouwen zijn. Die verduidelijking dient in de ontworpen bepaling zelf te worden opgenomen.
In die opsomming worden overigens ook de "sociale honden" vermeld (cursivering toegevoegd): "Die honden hebben door bepaalde omstandigheden hun opleiding tot assistentiehond niet met succes kunnen voltooien. Deze honden hebben reeds een doorgedreven socialisatie en het aanleren van de basisbevelen achter de rug, maar kunnen niet als assistentiehond ingezet worden".
Het opnemen van die categorie van honden als assistentiehond is niet in overeenstemming met de Btw-richtlijn (2). De gemachtigde heeft bevestigd dat de "sociale honden" weggelaten moeten worden uit de opsomming van honden die als assistentiehonden kunnen worden aangemerkt. 6.2. In de ontworpen bepaling komt aan het einde ook de vermelding "e.d." voor, die moet worden weggelaten. Het is immers niet duidelijk wat daarmee precies wordt bedoeld: gaat het om een toevoeging na "harnassen" (in de betekenis van: "harnassen en dergelijke", zonder komma), dan wel om het derde element in de opsomming (eerste element: "[a]ssistentiehonden die personen met een handicap of ziekte assisteren en die opgeleid zijn in een assistentiehondenschool die door de bevoegde overheid is erkend"; tweede element: "de speciaal ontworpen uitrusting voor dergelijke honden zoals harnassen")? In het eerste geval is die toevoeging overbodig omdat de woorden "zoals harnassen" al aangeven dat het om een voorbeeld gaat, en in het tweede geval gaat het om een open categorie, wat niet spoort met het legaliteitsbeginsel inzake belastingen.
Artikel 3 7. Terwijl in de ontworpen bepaling die is opgenomen in artikel 2 van het ontwerp wordt bepaald dat het moet gaan om assistentiehonden die zijn opgeleid in een assistentieschool die door de bevoegde overheid is erkend, wordt in de ontworpen bepaling die is opgenomen in artikel 3 van het ontwerp het verlaagde tarief toegekend voor "[d]e opleiding van assistentiehonden" zonder meer.Vraag is of dit de bedoeling is, dan wel of ook in die bepaling niet dient te worden vermeld dat het om een erkende opleiding moet gaan.
Artikel 4 8. Uit artikel 4 blijkt dat het de bedoeling is om het te nemen besluit in werking te laten treden op 1 januari 2016.Gelet op de nabijheid van die datum is het mogelijk dat de nieuwe regeling niet meer voor het einde van het jaar in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt kan worden. In dat geval dient een andere regeling voor de inwerkingtreding te worden bepaald, om terugwerkende kracht te vermijden.
Slotopmerking: ontstentenis van overgangsregeling 9. Vanaf het moment dat het te nemen besluit in werking treedt, zal voor werken in onroerende staat aan een woning die reeds sinds meer dan vijf jaar doch minder dan tien jaar in gebruik is genomen, 21% btw verschuldigd zijn in plaats van 6%.Er lijkt dan ook nood te zijn aan een overgangsregeling, om geen afbreuk te doen aan gewekte, rechtmatige verwachtingen (3), inzonderheid bij diegenen die reeds een overeenkomst met een aannemer hebben gesloten. Een dergelijke overgangsregeling kan niet bij omzendbrief of bij beslissing van de minister of van de administratie worden ingevoerd en dient, gelet op het legaliteitsbeginsel inzake belastingen, in dit ontwerp opgenomen te worden.
De griffier, G. Verberckmoes.
De voorzitter, J. Baert.
(1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, Raad van State, 2008, aanbeveling nr.14.1, te raadplegen op de internetsite van de Raad van State (www.raadvst-consetat.be). (2) Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 "betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde", bijlage III, categorie 4: "medische uitrusting, hieronder begrepen in huur, hulpmiddelen en andere apparaten die gewoonlijk bestemd zijn voor verlichting of behandeling van handicaps, voor uitsluitend persoonlijk gebruik door gehandicapten, met inbegrip van de herstelling daarvan, en levering van kinderzitjes voor motorvoertuigen".(3) GwH 8 mei 2013, nr.63/2013, B.4.1: "Indien de wetgever een beleidswijziging noodzakelijk acht, vermag hij te oordelen dat zij met onmiddellijke ingang moet worden doorgevoerd en is hij in beginsel niet ertoe gehouden in een overgangsregeling te voorzien. De artikelen 10 en 11 van de Grondwet zijn slechts geschonden indien de overgangsregeling of de ontstentenis daarvan tot een verschil in behandeling leidt waarvoor geen redelijke verantwoording bestaat of indien aan het vertrouwensbeginsel op buitensporige wijze afbreuk wordt gedaan. Dat laatste is het geval wanneer de rechtmatige verwachtingen van een bepaalde categorie van rechtsonderhorigen worden miskend zonder dat een dwingende reden van algemeen belang voorhanden is die het ontbreken van een te hunnen voordele ingestelde overgangsregeling kan verantwoorden".
26 JANUARI 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, wat het werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen en de assistentiehonden betreft (1) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, artikel 37, § 1, vervangen bij de wet van 28 december 1992;
Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 8 oktober 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 24 november 2015;
Gelet op advies nr. 58.592/3 van de Raad van State, gegeven op 24 december 2015 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig de artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;
Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Werk in onroerende staat en de gelijkgestelde handelingen
Artikel 1.In paragraaf 1, 3° van rubriek XXXVIII van tabel A van de bijlage van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, ingevoegd bij de programmawet van 4 juli 2011Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 04/07/2011 pub. 19/07/2011 numac 2011203554 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) type programmawet prom. 04/07/2011 pub. 19/07/2011 numac 2011203555 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten en vervangen bij het koninklijk besluit van 30 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/04/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013003117 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners voor het aanslagjaar 2013 (1) type koninklijk besluit prom. 30/04/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013003114 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2013 type koninklijk besluit prom. 30/04/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013003116 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het aanslagjaar 2013 sluiten, worden de woorden "vijf jaar" vervangen door de woorden "tien jaar". HOOFDSTUK 2. - Assistentiehonden
Art. 2.Rubriek XXIII van tabel A van de bijlage bij hetzelfde besluit, laatstelijk gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 oktober 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/10/1998 pub. 16/10/1998 numac 1998003496 bron ministerie van financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven type koninklijk besluit prom. 05/10/1998 pub. 24/10/1998 numac 1998014259 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende uitgifte van speciale postwaarden in de loop van het jaar 1998 sluiten, wordt aangevuld met het cijfer 9, luidende: "9. Assistentiehonden die personen met een handicap of ziekte assisteren en die opgeleid zijn in een assistentiehondenschool die door de bevoegde overheid is erkend en de speciaal ontworpen uitrusting voor dergelijke honden zoals harnassen.
Als assistentiehonden worden aangemerkt: de blindengeleidehonden, de hulphonden, de hoorhonden, de meldhonden en de therapiehonden.".
Art. 3.In rubriek XXXIV van tabel A van de bijlage bij hetzelfde besluit, wordt cijfer 3, opgeheven bij het koninklijk besluit van 29 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 30/09/2014 numac 2014000675 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 52 met betrekking tot de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen, alsook betreffende intracommunautaire verwervingen van goederen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 17/12/2015 numac 2015000749 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 7 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 12/01/2007 numac 2006000912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 16/10/2014 numac 2014000777 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 18 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 30/10/2014 numac 2014000814 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 10 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 06/04/2007 numac 2007000234 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 19 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 04/11/2014 numac 2014000821 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 30 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de onroerende financieringshuur. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, hersteld als volgt: "3. De opleiding van assistentiehonden, bedoeld in cijfer 9 van rubriek XXIII door een assistentiehondenschool die door de bevoegde overheid is erkend en de diensten verstrekt door dierenartsen aan deze assistentiehonden.".
Art. 4.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad: Wet van 3 juli 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1969 pub. 02/05/2013 numac 2013000278 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde type wet prom. 03/07/1969 pub. 11/04/2016 numac 2016000216 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1ste editie.
Programmawet van 4 juli 2011Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 04/07/2011 pub. 19/07/2011 numac 2011203554 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) type programmawet prom. 04/07/2011 pub. 19/07/2011 numac 2011203555 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet (1) sluiten, Belgisch Staatsblad van 19 juli 2011.
Wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 december 2013, 1ste editie.
Koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970.
Koninklijk besluit van 29 december 1992Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 30/09/2014 numac 2014000675 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 52 met betrekking tot de vrijstellingen betreffende de intracommunautaire leveringen van goederen en de ermee gelijkgestelde handelingen, alsook betreffende intracommunautaire verwervingen van goederen, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 17/12/2015 numac 2015000749 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 7 met betrekking tot de invoer van goederen voor de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 12/01/2007 numac 2006000912 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 1 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de belasting over de toegevoegde waarde. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 16/10/2014 numac 2014000777 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 18 met betrekking tot de vrijstellingen ten aanzien van de uitvoer van goederen en diensten naar een plaats buiten de Gemeenschap, op het stuk van de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 30/10/2014 numac 2014000814 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 10 met betrekking tot de uitoefeningsmodaliteiten van de keuzen, bedoeld in de artikelen 15, § 2, derde lid, en 25ter, § 1, tweede lid, 2°, tweede lid, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, de aangiften van aanvang, wijziging, stopzetting van activiteit en de voorafgaande kennisgevingen inzake de belasting over de toegevoegde waarde. - Officieuze coördinatie in het Duits type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 06/04/2007 numac 2007000234 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit nr. 19 met betrekking tot de vrijstellingsregeling bepaald door artikel 56, § 2, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde in het voordeel van kleine ondernemingen. - Duitse vertaling type koninklijk besluit prom. 29/12/1992 pub. 04/11/2014 numac 2014000821 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit nr. 30 met betrekking tot de toepassing van de belasting over de toegevoegde waarde op de onroerende financieringshuur. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 4e editie.
Koninklijk besluit van 5 oktober 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/10/1998 pub. 16/10/1998 numac 1998003496 bron ministerie van financien Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven type koninklijk besluit prom. 05/10/1998 pub. 24/10/1998 numac 1998014259 bron ministerie van verkeer en infrastructuur Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 april 1997 houdende uitgifte van speciale postwaarden in de loop van het jaar 1998 sluiten, Belgisch Staatsblad van 16 oktober 1998.
Koninklijk besluit van 30 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/04/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013003117 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners voor het aanslagjaar 2013 (1) type koninklijk besluit prom. 30/04/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013003114 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake vennootschapsbelasting voor het aanslagjaar 2013 type koninklijk besluit prom. 30/04/2013 pub. 07/05/2013 numac 2013003116 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake rechtspersonenbelasting voor het aanslagjaar 2013 sluiten, Belgisch Staatsblad van 8 mei 2013.
Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.