gepubliceerd op 13 april 2015
Koninklijk besluit tot organisatie van het administratief en financieel beheer van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer Centrale Dienst voor Duitse Vertalingen
26 FEBRUARI 2015. - Koninklijk besluit tot organisatie van het administratief en financieel beheer van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer Centrale Dienst voor Duitse Vertalingen
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de Grondwet, de artikelen 37 en 107, tweede lid;
Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991, artikel 140;
Gelet op de wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006, artikel 74, derde lid;
Gelet op de programmawet van 23 december 2009Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 23/12/2009 pub. 30/12/2009 numac 2009021133 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Programmawet sluiten, artikel 200;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 januari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/1998 pub. 27/03/1998 numac 1998000130 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de retributies waartoe de door de diensten van de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied verrichte prestaties aanleiding kunnen geven sluiten tot vaststelling van het bedrag van de retributies waartoe de door de diensten van de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied verrichte prestaties aanleiding kunnen geven;
Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 17 oktober 2011;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 1 februari 2013;
Gelet op advies 55.509/2 en 56.589/2/V van de Raad van State, gegeven op 15 april 2014 en 25 augustus 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Overwegende dat de aanwezigheid in het beheerscomité bedoeld in artikel 4 van dit besluit van de secretaris-generaal van het ministerie van de Duitstalige gemeenschap bedoeld in artikel 4, eerste lid, 2°, d) louter facultatief is in hoofde van deze laatste. In overeenstemming met het advies 56.589/2/V van de Raad van State, gegeven op 25 augustus 2014, belemmert het beginsel van de wederzijdse autonomie van de federale Staat, de gemeenschappen en de gewesten immers dat een federale of gefedereerde entiteit eenzijdig de verplichte deelname voorziet van een instantie die tot een ander bevoegdheidsniveau behoort in de samenstelling van de organen die zij opricht.
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit, verstaat men onder : 1° "de CDDV" : de Staatsdienst met afzonderlijk beheer Centrale Dienst voor Duitse Vertalingen;2° "de Minister" : de Minister van Binnenlandse Zaken;3° "het beheerscomité": het beheerscomité van de CDDV;4° "de leidend ambtenaar": het diensthoofd van de CDDV. HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art. 2.De CDDV heeft inzonderheid als opdracht : 1° het verzekeren van de Duitse vertaling van koninklijke en ministeriële besluiten voor rekening van de federale ministers, met uitzondering van de Minister van Binnenlandse Zaken;2° het helpen van de federale ministers bij het opstelling van de lijsten van de koninklijke en ministeriële besluiten die vertaald moeten worden en bij de Duitse vertaling hiervan, met uitzondering van de Minister van Binnenlandse Zaken;3° het verzekeren van de Duitse vertaling van adviezen, communicaties en formulieren afkomstig van federale overheidsadministraties, met uitzondering van de FOD Binnenlandse Zaken. HOOFDSTUK III. - Beheer Afdeling I. - Algemeen principe
Art. 3.De beheersorganen van de CDDV zijn het beheerscomité, de ordonnateur en de leidend ambtenaar. Afdeling II. - Het beheerscomité
Art. 4.Het beheerscomité is als volgt samengesteld : 1° de stemgerechtigde leden, a) de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger;b) de functionele directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger;c) de leidend ambtenaar, of zijn plaatsvervanger;d) de vertegenwoordiger van de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister, of zijn plaatsvervanger;2° de leden met raadgevende stem, a) de inspecteur van Financiën geaccrediteerd bij de Minister, en die belast is met de dossiers van de CDDV;b) de vertegenwoordiger van een Staatsdienst met afzonderlijk beheer van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken;c) de secretaris van het beheerscomité;d) de secretaris-generaal van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, of zijn plaatsvervanger; De leden bedoeld in het eerste lid, 1°, d), en 2°, b), en de plaatsvervangers worden aangeduid door de Minister van Binnenlandse Zaken, na overleg met de betrokken ministers, voor een periode van vier jaar.
Als een lid ontslag neemt of overlijdt, wordt het onmiddellijk vervangen. Het nieuwe lid voltooit het mandaat van zijn voorganger.
Art. 5.Het beheerscomité is inzonderheid belast met de volgende opdrachten : 1° het actieplan van de CDDV goedkeuren, alsook het personeelsplan ten laste van de middelen van de CDDV;2° het jaarlijkse ontwerp van begroting met alle ontvangsten en uitgaven goedkeuren;3° het jaarlijks investeringsplan en de eventuele wijzigingen ervan goedkeuren;4° het voorwerp van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten goedkeuren, binnen de perken van artikel 28;5° vóór 31 maart van elk jaar het ontwerp van de uitvoeringsrekening van de begroting en de vermogensrekeningen van het afgelopen begrotingsjaar goedkeuren;6° jaarlijks een activiteitenverslag indienen bij de Minister;7° het tariefbeleid bepalen;8° aan de Koning de retributies voorstellen voor de prestaties die geleverd worden door de CDDV in uitvoering van artikel 2;9° een huishoudelijk reglement vaststellen;10° op eigen initiatief of op vraag van de Minister, adviezen geven over de werking van de CDDV.
Art. 6.Het beheerscomité vergadert zo vaak als nodig en ten minste drie keer per jaar. Het komt bijeen in Brussel in één van de lokalen van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
De voorzitter roept de leden van het comité ten minste vijf werkdagen vooraf op per brief of e-mail, en dit ambtshalve of op gemotiveerd verzoek van de leidend ambtenaar of van ten minste twee stemgerechtigde leden van het comité.
De oproeping vermeldt de dagorde, die met name elk punt moet bevatten dat een lid ten minste tien werkdagen voor de vergadering aan de voorzitter heeft doorgegeven.
Art. 7.§ 1. De voorzitter van het beheerscomité is de functionele directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger. De vice-voorzitter van het beheerscomité is de functionele directeur van de stafdienst Budget en Beheerscontrole van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, of zijn plaatsvervanger.
Het beheerscomité beraadslaagt onder het voorzitterschap van de voorzitter of, bij diens afwezigheid, onder dit van de vice-voorzitter.
Het beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen als de meerderheid van zijn de stemgerechtigde leden aanwezig is.
Indien het quorum bedoeld in het derde lid niet bereikt wordt, kan het comité, na een tweede oproeping, geldig beraadslagen over dezelfde agenda, ongeacht het aantal aanwezige leden. § 2. De beslissingen van het beheerscomité worden genomen bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. In geval van staking van stemmen, is de stem van de voorzitter doorslaggevend. § 3. Van de beraadslagingen van het beheerscomité worden notulen opgesteld die door de voorzitter en de secretaris worden ondertekend.
Art. 8.De secretaris van het beheerscomité wordt aangewezen door de voorzitter van het beheerscomité onder het personeel van de CDDV volgens de modaliteiten die vastgesteld worden in het huishoudelijk reglement.
Art. 9.Op vraag van één van de leden van het beheerscomité kan de voorzitter andere personen uitnodigen om deel te nemen aan de vergaderingen van het beheerscomité, teneinde een advies te geven over een punt van de dagorde.
De personen bedoeld in het eerste lid zijn niet stemgerechtigd. Afdeling III. - De ordonnateur
Art. 10.§ 1. De ordonnateur is de leidend ambtenaar. § 2. De ordonnateur is belast met : 1° het vaststellen van de rechten ten bate van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer;2° het aangaan van iedere gemachtigde uitgave ten laste van de middelen van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer;3° het uitoefenen van de bevoegdheden inzake overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten, binnen de perken van artikel 28. § 3. De ordonnateur kan, op zijn verantwoordelijkheid, bepaalde taken bedoeld in § 2, overdragen aan één of meerdere ambtenaren van niveau A van de CDDV, op voorwaarde dat het betrokken bedrag, exclusief btw, lager is dan 5.500 euro. Afdeling IV. - De leidend ambtenaar
Art. 11.§ 1. De Minister wijst, op voordracht van de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, een leidend ambtenaar aan van ten hoogste de klasse A3. § 2. De leidend ambtenaar zorgt voor : 1° het dagelijkse administratieve en financiële beheer van de CDDV;2° de opstelling en opvolging van het actieplan bedoeld in artikel 5, 1°, alsook de opvolging van de door het beheerscomité vastgelegde beleidslijnen;3° de opstelling van het ontwerp van jaarlijkse begroting met alle ontvangsten en uitgaven;4° de opstelling van het ontwerp van activiteitenverslag bedoeld in artikel 5, 6° ;5° de formulering van voorstellen betreffende de aanwerving van personeel, binnen de perken van de beschikbare middelen van de Staatsdienst met afzonderlijk beheer. § 3. De leidend ambtenaar kan, op zijn verantwoordelijkheid, bepaalde taken bedoeld in § 2, 2°, 3° en 4°, overdragen. § 4. In geval van afwezigheid of verhindering van de leidend ambtenaar, worden de taken bedoeld in § 2 overgedragen aan een ambtenaar binnen de CDDV, die aangewezen wordt door de leidend ambtenaar.
Art. 12.Het beheerscomité kan aan de leidend ambtenaar de in artikel 5, 10°, bedoelde taken overdragen. HOOFDSTUK IV. - Interne controle
Art. 13.De CDDV is onderworpen aan de bestaande interne controle binnen de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, alsook aan de in dit besluit voorziene specifieke controlemodaliteiten. HOOFDSTUK V. - Financieel en budgettair beheer Afdeling I. - Algemene bepalingen
Art. 14.De middelen van de CDDV bestaan uit : 1° een jaarlijkse dotatie ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting;2° functionele en exploitatieontvangsten;3° de beschikbare financiële middelen op het einde van het vorige jaar;4° de eventuele giften en legaten.
Art. 15.Een jaarlijkse dotatie wordt toegekend aan de CDDV om de kosten te dekken.
Art. 16.De bepalingen betreffende de comptabiliteit van de diensten van algemeen bestuur zijn van toepassing op de CDDV, behoudens tegengestelde bepaling in dit besluit. Afdeling II. - Het opmaken van de begroting
Art. 17.De begroting wordt als volgt onderverdeeld : Saldo op 1 januari : Ontvangsten: 1° ontvangsten afkomstig van de staatsbegroting;2° functionele en exploitatieontvangsten;3° giften en legaten. Uitgaven : 1° bezoldigingen voor contractuele personeelsleden geworven ten laste van de begroting van de CDDV;2° werkingskosten;3° functionele en exploitatie-uitgaven;4° investeringen;5° uitgaven voor orde. Saldo op 31 december : De verrichtingen worden opgesplitst volgens de economische classificatie.
De uitgaven mogen de beschikbare middelen niet overschrijden.
Art. 18.De kredieten van de uitgaven hebben betrekking op de sommen die tijdens het desbetreffende begrotingsjaar verschuldigd zullen zijn.
Art. 19.De op het einde van het begrotingsjaar niet opgebruikte kredieten mogen gebruikt worden vanaf het begin van het volgende begrotingsjaar.
Art. 20.De voorzitter van het beheerscomité legt het ontwerp van begroting van de CDDV voor aan de Minister.
Het ontwerp van begroting wordt door de Minister doorgestuurd naar de Minister van Begroting, vóór 1 mei van het jaar dat het begrotingsjaar voorafgaat. Afdeling III. - De boekhouding en het afleggen van de rekeningen
Art. 21.Op het einde van ieder jaar worden een beheersrekening van de CDDV, een uitvoeringsrekening van de begroting en een staat van activa en passiva opgesteld.
Uiterlijk op 31 maart van het jaar volgend op het jaar waarop ze betrekking hebben, worden die rekeningen door de Minister doorgestuurd naar de Minister van Financiën, die deze vóór 30 april van hetzelfde jaar voorlegt aan het Rekenhof, volgens de modaliteiten voorzien door de stafdienst Budget en Beheerscontrole van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken.
Art. 22.De rekenplichtige maakt bij zijn ambtsneerlegging een eindbeheersrekening op. Afdeling IV. - Het beheer
Art. 23.De begroting wordt beheerd door de leidend ambtenaar, in overleg met de rekenplichtige van de CDDV, onder het gezag van het beheerscomité, met naleving van de regels die op de diensten van algemeen bestuur van toepassing zijn.
Art. 24.De aan de rechtsmacht van het Rekenhof onderworpen rekenplichtige is belast met : 1° de inning van de vastgestelde ontvangsten;2° de inning van de eventuele giften en legaten;3° de uitvoering van de betalingen;4° het beheer en de bewaring van de fondsen en waarden;5° de uitwerking en de bewaring van de documenten bedoeld in de artikelen 21 en 22;6° het bijhouden van de vermogenscomptabiliteit;7° het periodiek opmaken van een inventaris van het vermogen. Afdeling V. - De controle
Art. 25.§ 1. De CDDV is onderworpen aan de controle van de Minister en de inspecteur van Financiën.
De inspecteur van Financiën beschikt voor het vervullen van zijn opdracht over de ruimste bevoegdheid. § 2. De inspecteur van Financiën beschikt over een termijn van vier werkdagen om beroep bij de Minister in te dienen tegen de uitvoering van elke beslissing die hij strijdig acht met de wet, de statuten of het algemeen belang. Het beroep is opschortend.
Die termijn gaat in op de dag van de vergadering waarop de beslissing genomen werd, voor zover de inspecteur van Financiën daarop regelmatig uitgenodigd werd, en, in het tegenovergestelde geval, op de dag waarop hij er kennis van heeft gekregen.
Indien de Minister, bij wie het beroep werd ingesteld, binnen een termijn van twintig werkdagen, die ingaat op dezelfde dag als de in het tweede lid bedoelde termijn, geen nietigverklaring uitgesproken heeft, wordt de beslissing definitief.
De nietigverklaring van de beslissing wordt door de Minister aan het beheerscomité betekend. § 3. Het Rekenhof kan de comptabiliteit ter plaatse controleren. Het Rekenhof mag zich te allen tijde alle verantwoordingsstukken, staten, inlichtingen of toelichtingen doen verstrekken betreffende de ontvangsten, de uitgaven, het vermogen en de schulden.
Art. 26.De uitgaven worden vereffend en betaald zonder voorafgaande tussenkomst van het Rekenhof. HOOFDSTUK VI. - Personeel geworven ten laste van de begroting van de CDDV
Art. 27.Het personeel geworven ten laste van de begroting van de CDDV is onderworpen aan de wetten en reglementen die van toepassing zijn op het personeel van de diensten van algemeen bestuur. HOOFDSTUK VII. - Overheidsopdrachten
Art. 28.De ordonnateur oefent alleen, voor de noden van de CDDV, de bevoegdheden uit over de rechtstreekse gunning en uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen of diensten, op welke wijze de opdracht ook gegund wordt, op voorwaarde dat het bedrag de 31.000 euro niet overschrijdt, exclusief btw.
Voor zover het voorwerp van de overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten vooraf werd goedgekeurd door het beheerscomité, oefent de ordonnateur, voor de noden van de CDDV, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uit voor bedragen hoger dan 31.000 euro en lager dan of gelijk aan 67.000 euro, exclusief btw.
Voor zover het voorwerp van de overheidsopdracht voor aanneming van werken, leveringen of diensten vooraf werd goedgekeurd door het beheerscomité en de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken, oefent de ordonnateur, voor de noden van de CDDV, de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden uit voor bedragen hoger dan 67.000 euro en lager dan 250.000 euro, exclusief btw. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen
Art. 29.Het koninklijk besluit van 26 januari 1998Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 26/01/1998 pub. 27/03/1998 numac 1998000130 bron ministerie van binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de retributies waartoe de door de diensten van de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied verrichte prestaties aanleiding kunnen geven sluiten tot vaststelling van het bedrag van de retributies waartoe de door de diensten van de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied verrichte prestaties aanleiding kunnen geven, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 april 2007, wordt opgeheven.
Art. 30.Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Binnenlandse Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 februari 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Minister van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON