gepubliceerd op 27 maart 1998
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de retributies waartoe de door de diensten van de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied verrichte prestaties aanleiding kunnen geven
26 JANUARI 1998. Koninklijk besluit tot vaststelling van het bedrag van de retributies waartoe de door de diensten van de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied verrichte prestaties aanleiding kunnen geven
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 2, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 7 april 1994;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 juli 1995;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 13 juli 1995;
Gelet op het advies van de Raad van de Duitstalige Gemeenschap, gegeven op 17 februari 1997;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De door de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap vastgestelde retributies moeten worden betaald door alle publiekrechtelijke of privaatrechtelijke personen, met uitzondering van de administratieve overheden die onder de federale overheid ressorteren.
Art. 2.De bedragen van de retributie worden bepaald als volgt : 1° Voor vertaalwerk : a) een forfaitair bedrag van 2 500 frank voor de eerste twee bladzijden;b) 20 frank per regel voor de volgende bladzijden.2° Voor het verstrekken van bestaande vertalingen : a) een forfaitair bedrag van 300 frank voor administratiekosten;b) 10 frank per bladzijde;c) de verzendingskosten.
Art. 3.De prestaties worden door de arrondissementscommissaris die bevoegd is voor het Duitse taalgebied gefactureerd : 1° bij iedere prestatie indien de aanvrager een privaatrechtelijke persoon is;2° maandelijks, na vervallen termijn, indien de aanvrager een publiekrechtelijke persoon is.
Art. 4.De facturen dienen te worden betaald binnen een maand na de uitschrijving ervan door bank- of postoverschrijving op de opgegeven rekening.
Voor publiekrechtelijke personen wordt de betalingstermijn vastgesteld op twee maanden.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 januari 1998.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE