gepubliceerd op 06 september 2010
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004 betreffende de bescherming van stagiairs
26 AUGUSTUS 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004202694 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs sluiten betreffende de bescherming van stagiairs
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, artikel 4, § 1, genummerd bij de wet van 7 april 1999 en gewijzigd bij de wetten van 11 juni 2002 en 10 januari 2007;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004202694 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs sluiten betreffende de bescherming van stagiairs;
Gelet op het advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk, gegeven op 1 juni 2010;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 mei 2010;
Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 4 juni 2010;
Gelet op advies 48.389/1 van de Raad van State, gegeven op 24 juni 2010 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Overwegende dat bij de tewerkstelling van stagiairs drie partijen betrokken zijn, namelijk de onderwijsinstelling, de werkgever bij wie de stagiair stage loopt en de stagiair zelf; dat de tewerkstelling van stagiairs specifieke kenmerken vertoont, zoals spreiding van de activiteiten in de tijd, korte en lange stages, al dan niet verschillende activiteiten, de tussenkomst van meerdere instanties met elk hun eigen verplichtingen (de werkgever enerzijds en de onderwijsinstelling anderzijds);
Overwegende dat deze kenmerken een invloed uitoefenen op de wijze waarop de preventie wordt georganiseerd opdat aan de stagiairs hetzelfde niveau van bescherming zou geboden worden als aan de andere werknemers van de onderneming; dat het derhalve noodzakelijk is dat de risicoanalyse wordt uitgevoerd door de werkgever bij wie de stagiair wordt tewerkgesteld; dat het gezondheidstoezicht zowel kan uitgeoefend worden door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de werkgever als deze van de onderwijsinstelling;
Overwegende dat wanneer de werkgever voor de uitoefening van het gezondheidstoezicht een beroep doet op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling dient bepaald te worden welke de effectieve kostprijs is van het uitgeoefende gezondheidstoezicht; dat deze kostprijs dient vastgesteld te worden in functie van enerzijds het geheel van de prestaties inzake preventie die uitgeoefend worden door alle preventieadviseurs ten aanzien van deze stagiair en van anderzijds de specifieke opdracht van de arbeidsgeneesheer inzake medisch toezicht van deze stagiair; dat in functie van deze parameters en rekening houdend met de huidige tariefregeling de kostprijs voor de gezondheidsbeoordeling 61,13 euro bedraagt; dat dit bedrag het aandeel van de kosten van het gezondheidstoezicht in het totale tarief op dezelfde wijze weergeeft als voor de andere werknemers;
Overwegende dat voor het geheel van de prestaties in verband met preventie hetzelfde tarief wordt toegepast ten aanzien van de stagiairs en de andere werknemers, ongeacht of de werkgever een beroep doet op zijn eigen externe dienst voor preventie en bescherming op het werk of op deze van de onderwijsinstelling; dat beide categorieën van personen op dezelfde manier behandeld worden.
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.- Artikel 6 van het koninklijk besluit van 21 september 2004Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2004 pub. 04/10/2004 numac 2004202694 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende de bescherming van stagiairs sluiten betreffende de bescherming van stagiairs, waarvan de bestaande tekst paragraaf 1 zal vormen, wordt aangevuld met een paragraaf 2, luidende : « § 2. In afwijking van § 1, derde lid, kan de werkgever voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht van de stagiairs een beroep doen op de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer van de bevoegde dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling.
Een exemplaar van het formulier voor de gezondheidsbeoordeling afgeleverd door deze preventieadviseur-arbeidsgeneesheer, wordt aan de onderwijsinstelling bezorgd.
De onderwijsinstelling overhandigt een kopie van dit formulier aan de werkgever en aan de stagiair. »
Art. 2.In hetzelfde besluit wordt in de plaats van artikel 9, vernietigd bij arrest nr. 198.873 van de Raad van State, het als volgt luidende artikel 9 ingevoegd : «
Art. 9.De werkgever die een beroep doet op de externe dienst voor preventie en bescherming op het werk van de onderwijsinstelling is voor de uitvoering van het gezondheidstoezicht jaarlijks een bijdrage verschuldigd van 61,13 euro vermenigvuldigd met het aantal stagiairs.
Het aantal stagiairs dat in aanmerking moet genomen worden voor de berekening van de bijdrage in het eerste lid stemt overeen met het aantal stagiairs ingeschreven op de lijsten van werknemers die aan het gezondheidstoezicht onderworpen zijn, bedoeld in artikel 6, § 1, 2° van het koninklijk besluit van 28 mei 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/05/2003 pub. 16/06/2003 numac 2003012303 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers sluiten betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers.
De bijdrage bedoeld in het eerste lid wordt geïndexeerd, overeenkomstig de bepalingen van artikel 13decies van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende de externe diensten voor preventie en bescherming op het werk. »
Art. 3.De bepalingen van dit besluit hebben uitwerking met ingang van 1 januari 2010.
Art. 4.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 26 augustus 2010.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, belast met het Migratie- en asielbeleid, Mevr. J. MILQUET