gepubliceerd op 16 november 2018
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de contactambtenaren bij Europol of Interpol en de verbindingsofficieren
25 OKTOBER 2018. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten inzake de contactambtenaren bij Europol of Interpol en de verbindingsofficieren
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/1998 pub. 05/01/1999 numac 1998021488 bron diensten van de eerste minister Wet tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus sluiten tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, artikel 121, vervangen bij de wet van 26 april 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 30 maart 2001Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/03/2001 pub. 31/03/2001 numac 2001000327 bron ministerie van binnenlandse zaken en ministerie van justitie Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten sluiten tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten (RPPol);
Gelet op het advies van de Inspecteur-generaal van Financiën, gegeven op 11 september 2017;
Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. 415/3 van het onderhandelingscomité voor de politiediensten, gesloten op 23 november 2017;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 15 maart 2018;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister belast met Ambtenarenzaken, d.d. 24 april 2018;
Overwegende dat het advies van de Raad van burgemeesters niet regelmatig binnen de voorgeschreven termijn is gegeven en dat geen verzoek om verlenging van de termijn gedaan is; dat er bijgevolg aan is voorbijgegaan;
Gelet op advies 63.677/2 van de Raad van State, gegeven op 4 juli 2018, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijzigingsbepalingen
Artikel 1.In artikel I.I.1 RPPol, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 20 december 2005, van 3 april 2013, van 3 februari 2014 en van 4 maart 2018 en de wet van 21 april 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/04/2016 pub. 29/04/2016 numac 2016000181 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken, federale overheidsdienst justitie, ministerie van landsverdediging en federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken. - Geïntegreerde politie sluiten, wordt een bepaling onder 10ter° ingevoegd, luidende : "10ter° "contactambtenaar" : de titularis van een alsdusdanig op de personeelsformatie van de federale politie voorziene betrekking die als hoofdtaak heeft om de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, te vertegenwoordigen bij Europol of Interpol;".
Art. 2.In artikel VI.II.68bis, § 1, RPPol, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 3 april 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/04/2013 pub. 08/08/2013 numac 2013012121 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend worden verklaard : a) de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011, gesloten in het Paritair Comit voor de petroleumnijverheid en -handel, betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012; b) de collectieve arbeidsovereenkomst van 16 februari 2012, gesloten in het Paritair Comit voor de petroleumnijverheid en -handel, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2011 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden voor de periode 2011-2012 type koninklijk besluit prom. 03/04/2013 pub. 17/04/2013 numac 2013022195 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit houdende wijziging van het koninklijk besluit van 15 maart 1993 tot uitvoering van hoofdstuk II van titel III van de wet van 30 december 1992 houdende sociale en diverse bepalingen, met betrekking tot de invoering van een jaarlijkse bijdrage ten laste van de vennootschappen bestemd voor het sociaal statuut der zelfstandigen type koninklijk besluit prom. 03/04/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013012131 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 3 mei 2012, gesloten in het Paritair Comité voor het gas- en elektriciteitsbedrijf, betreffende de sociale programmatie voor de personeelsleden op wie de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 december 2004 van toepassing is, met betrekking tot de waarborg van rechten van de werknemers van de bedrijfstak elektriciteit en gas in dienst op 31 december 2001 sluiten, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in het tweede lid, worden de woorden "of voor een betrekking van contactambtenaar" ingevoegd tussen de woorden "voor een dergelijke betrekking" en de woorden "te worden aangewezen";2° in het derde lid, worden de woorden "een betrekking van verbindingsofficier in het buitenland" vervangen door de woorden "een betrekking van verbindingsofficier of voor een betrekking van contactambtenaar";3° in het derde lid, worden de woorden "die betrekking" vervangen door de woorden "de betrokken betrekking".
Art. 3.In deel VI, titel II, hoofdstuk II, RPPol, wordt een afdeling 7 ingevoegd die het artikel VI.II.68quater bevat, luidende : "AFDELING 7. - BIJZONDERE BEPALINGEN EIGEN AAN DE MOBILITEIT NAAR EEN BETREKKING VAN CONTACTAMBTENAAR Art. VI.II.68quater. Voor de toekenning van een betrekking van contactambtenaar, komt uitsluitend het personeelslid in aanmerking dat nog ten minste zes volle dienstjaren kan vervullen voor de verplichte leeftijd van opruststelling.
De laureaat van de selectieprocedure voor een betrekking van contactambtenaar wordt aangewezen voor een periode gelijk aan : 1° de duur van het project, indien de bedoelde betrekking verbonden is aan de verwezenlijking van een bijzonder project, zonder dat de duur ervan zes jaar mag overschrijden;2° de duur van het project, indien de bedoelde betrekking verbonden is aan de verwezenlijking van een bijzonder project, en de duur van eventuele navolgende eraan verbonden projecten, zonder dat de totale duur zes jaar mag overschrijden;3° zes jaar, indien de bedoelde betrekking niet verbonden is aan de verwezenlijking van een bijzonder project. Het personeelslid dat voor een betrekking van contactambtenaar werd aangewezen kan niet worden aangewezen voor een betrekking van contactambtenaar of voor een betrekking van verbindingsofficier binnen de twee jaar na het verstrijken van de aanwijzingsperiode bedoeld in het tweede lid.
In afwijking van het derde lid, kan het personeelslid zich geldig kandidaat stellen en deelnemen aan de selectie voor een betrekking van contactambtenaar of voor een betrekking van verbindingsofficier, vooraleer de bedoelde periode van twee jaar is verstreken, met dien verstande dat zijn kandidaatstelling slechts wordt onderzocht indien er geen enkele andere kandidaat geschikt wordt bevonden voor de betrokken betrekking door de selectiecommissie.". HOOFDSTUK II. - Overgangs- en slotbepalingen
Art. 4.De personeelsleden die vóór de datum van inwerkingtreding van dit besluit zijn aangewezen als contactambtenaar, behouden die aanwijzing, naar gelang van het geval, gedurende de duur van het lopende project, zonder dat de duur ervan zes jaar mag overschrijden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, gedurende de duur van het lopende project en de duur van eventuele navolgende eraan verbonden projecten, zonder dat de totale duur ervan zes jaar mag overschrijden te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit, of gedurende een termijn van zes jaar te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit.
Art. 5.De minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken en de minister bevoegd voor Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 oktober 2018.
FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON De Minister van Justitie, K. GEENS