gepubliceerd op 04 januari 2000
Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 2, § 2bis, van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
25 OKTOBER 1999. - Koninklijk besluit houdende uitvoering van artikel 2, § 2bis, van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 38;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 februari 1998 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels, inzonderheid op artikel 2, § 2bis, ingevoegd bij de wet van 23 november 1998;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 24 september 1999;
Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van 3 september 1999;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat in de werkloosheidsreglementering een nieuwe regeling inzake aflevering van formulieren werd ingevoerd met ingang vanaf 1 oktober 1999;
Overwegende dat deze regeling voorziet in de afschaffing van het validatieboek voor de werkgevers behorende tot de bouwsector en de invoering van de mededeling van sommige gegevens, die tot dusver werden vermeld in dit boek, via de onmiddellijke aangifte van tewerkstelling;
Overwegende dat deze bepalingen zo snel mogelijk ter kennis dienen gebracht te worden van de administraties belast met de uitvoering ervan en van de werkgevers, zodat deze nieuwe bepalingen binnen de gestelde termijnen in werking zouden kunnen treden;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid en van Onze Minister van Sociale Zaken, en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 22 februari 1998 tot invoering van een onmiddellijke aangifte van tewerkstelling, met toepassing van artikel 38 van de wet van 26 juli 1996 tot modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels wordt een § 1bis ingevoegd, luidende : « § 1bis. Samen met de gegevens opgesomd in § 1 deelt de werkgever die ressorteert onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf de nummers mee van de kaarten, bedoeld in artikel 137, § 4, tweede lid, van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering. »
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Werkgelegenheid en Arbeid en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 25 oktober 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE