Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 maart 2010
gepubliceerd op 10 mei 2010

Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de korpsen en specialiteiten van de officieren en onderofficieren van de marine

bron
ministerie van landsverdediging
numac
2010007131
pub.
10/05/2010
prom.
25/03/2010
ELI
eli/besluit/2010/03/25/2010007131/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

25 MAART 2010. - Koninklijk besluit tot wijziging van meerdere bepalingen betreffende de korpsen en specialiteiten van de officieren en onderofficieren van de marine


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 1 maart 1958 betreffende het statuut van de beroepsofficieren van de krijgsmacht, artikel 8, § 1, derde lid, en artikel 27, § 1, vervangen bij de wet van 22 maart 2001;

Gelet op de wet van 27 december 1961 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 22 maart 2001, en artikel 38;

Gelet op de wet van 25 mei 2000 betreffende de personeelsenveloppe van militairen, artikel 5, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 2 augustus 2002;

Gelet op de wet van 16 mei 2001 houdende statuut van de militairen van het reservekader van de krijgsmacht, artikel 48;

Gelet op de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut van de militairen van het actief kader van de krijgsmacht, artikel 243;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 oktober 1976 houdende vaststelling van de officierenkorpsen van de krijgsmacht;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 juli 1998 houdende verdeling van de personeelsenveloppe voor de militairen van het actief kader in periode van vrede;

Gelet op het koninklijk besluit van 13 januari 2003 betreffende de organisatie van de korpsen en specialiteiten in dewelke de onderofficieren van de krijgsmacht worden ingedeeld;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de organisatie van de vakrichtingen, expertisedomeinen en competentiepools;

Gelet op het protocol van onderhandelingen van het Onderhandelingscomité van het militair personeel, gesloten op 11 december 2009;

Gelet op advies 47.805/4 van de Raad van State, gegeven op 1 maart 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK 1. - Wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren

Artikel 1.In artikel 65, § 1, van het koninklijk besluit van 7 april 1959 betreffende de stand en de bevordering van de beroepsofficieren, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 juni 1991 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 21 december 2005, worden de woorden "ter aanduiding van het korps waarin zij zijn opgenomen" opgeheven. HOOFDSTUK 2. - Wijziging van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht

Art. 2.In artikel 15, § 1, eerste lid, 1°, van het koninklijk besluit van 25 oktober 1963 betreffende het statuut van de onderofficieren van het actief kader van de krijgsmacht, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 september 1966 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 13 januari 2003 en 27 maart 2003, worden de woorden "onderofficieren-scheepswerktuigkundigen van de marine die vragen om de opleiding van officier-werktuigkundige" vervangen door de woorden "onderofficieren technische dienst van de marine die vragen om de opleiding scheepswerktuigkunde". HOOFDSTUK 3. - Wijziging van het koninklijk besluit van 5 oktober 1976 houdende vaststelling van de officierenkorpsen van de krijgsmacht

Art. 3.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 5 oktober 1976 houdende vaststelling van de officierenkorpsen van de krijgsmacht, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 14 juli 1998, wordt vervangen als volgt : «

Art. 3.De officieren van de marine worden ingedeeld in het korps van het marinepersoneel. » HOOFDSTUK 4. - Wijziging van het koninklijk besluit van 14 juli 1998 houdende verdeling van de personeelsenveloppe voor de militairen van het actief kader in periode van vrede

Art. 4.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 juli 1998 houdende verdeling van de personeelsenveloppe voor de militairen van het actief kader in periode van vrede, worden de tabel V, vervangen bij het koninklijk besluit van 7 augustus 2006, en de tabel X, vervangen bij het koninklijk besluit van 12 september 2007, vervangen door de tabellen V en X van de bijlage 1 gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK 5. - Wijziging van het koninklijk besluit van 13 januari 2003 betreffende de organisatie van de korpsen en specialiteiten in dewelke de onderofficieren van de krijgsmacht worden ingedeeld

Art. 5.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 13 januari 2003 betreffende de organisatie van de korpsen en specialiteiten in dewelke de onderofficieren van de krijgsmacht worden ingedeeld worden de woorden "één van de korpsen bepaald in tabel C in bijlage 1 bij dit besluit" vervangen door de woorden "het korps van het marinepersoneel".

Art. 6.In hetzelfde besluit wordt een artikel 34/1 ingevoegd, luidende : «

Art. 34/1.De korpsen en specialiteiten van de marine opgesomd in artikel 3, zoals bepaald de dag vóór de inwerkingtreding van deze bepaling, gaan op in het korps en de specialiteiten van de marine overeenkomstig de tabel in bijlage 4 bij dit besluit. »

Art. 7.In de bijlage 1 bij hetzelfde besluit wordt de tabel C vervangen door de tabel C van de bijlage 2 gevoegd bij dit besluit.

Art. 8.In hetzelfde besluit wordt een bijlage 4 ingevoegd die als bijlage 3 is gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK 6. - Wijziging van het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de organisatie van de vakrichtingen, expertisedomeinen en competentiepools

Art. 9.In de bijlage B bij het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de organisatie van de vakrichtingen, expertisedomeinen en competentiepools worden de tabellen I en II, vervangen bij het koninklijk besluit van 1 september 2008, vervangen door de tabellen I en II van de bijlage 4 gevoegd bij dit besluit. HOOFDSTUK 7. - Eindbepalingen

Art. 10.Artikel 9 van dit besluit treedt in werking op de dag van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 9 juli 2007 betreffende de organisatie van de vakrichtingen, expertisedomeinen en competentiepools.

Art. 11.De Minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de uitvoering van dit besluit.

Brussel, 25 maart 2010.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landsverdediging, P. DE CREM Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^