Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 25 juli 2008
gepubliceerd op 16 september 2008

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2008013044
pub.
16/09/2008
prom.
25/07/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

25 JULI 2008. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging.

Art. 2.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 25 juli 2008.

ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en van Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006 Statuut van de vakbondsafvaardiging (Overeenkomst geregistreerd op 22 november 2006 onder het nummer 81190/CO/319.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en op de werkgevers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten en die erkend en/of gesubsidieerd worden door de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en/of de Franse Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, evenals op de inrichtingen en diensten die dezelfde activiteiten uitoefenen en die niet erkend of gesubsidieerd worden en waarvan de hoofdactiviteit wordt uitgeoefend in het Waalse Gewest.

Onder "werknemers" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden en arbeiders.

Onder "Paritair Subcomité" wordt verstaan : het paritair subcomité, zoals bepaald in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Onder "Voorzitter" wordt verstaan : de voorzitter van het paritair subcomité, zoals bepaald in artikel 1 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK II. - Algemene principes

Art. 2.De werknemers erkennen dat het wettig gezag van de werkgevers noodzakelijk is en maken er een punt van eer van om hun werk gewetensvol uit te voeren.

De werkgevers respecteren de waardigheid van de werknemers en maken er een punt van eer van om hen rechtvaardig te behandelen. Zij verbinden zich ertoe om noch hun vrijheid van vereniging, noch de vrije ontwikkeling van hun organisatie in de inrichtingen en diensten rechtstreeks of onrechtstreeks te belemmeren.

Art. 3.De werkgeversorganisaties verbinden zich ertoe om aan hun leden aan te bevelen om geen enkele druk uit te oefenen op het personeel om hen te verhinderen lid te worden van een vakorganisatie.

De werknemersorganisaties verbinden zich ertoe, met naleving van de vrijheid van vereniging, om aan hun samenstellende organisaties aan te bevelen zich in de inrichtingen en diensten te houden aan de gebruiken inzake paritaire verhoudingen, in de geest van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.De organisaties verbinden zich ertoe aan hun aangesloten organisaties aan te bevelen: - respectievelijk de werkgevers en de vakbondsafgevaardigden te verzoeken om in alle omstandigheden te getuigen van een geest van rechtvaardigheid, billijkheid en verzoening die aan de basis ligt van de goede sociale betrekkingen in de inrichting of de dienst; - erop toe te zien dat diezelfde personen de sociale wetgeving en de collectieve arbeidsovereenkomsten naleven en samen inspanningen leveren met het oog op de naleving ervan. HOOFDSTUK III. - Samenstelling, oprichting, aanstelling en vernieuwing van de vakbondsafvaardigingen 1. Samenstelling Art.5. Enkel de vakorganisaties vertegenwoordigd in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap zijn gemachtigd om kandidaten voor te dragen voor de aanstelling van de vakbondsafvaardiging.

Art. 6.§ 1. De vakbondsafvaardiging omvat effectieve en plaatsvervangende mandaten, volgens de volgende verdeling : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld § 2. Voor de vaststelling van het aantal werknemers hierboven, komen alle personeelsleden in aanmerking van de inrichting of dienst die vermeld zijn op de RSZ-aangifte, met inbegrip van het personeel vermeld in artikel 19, § 2, 5° van deze collectieve arbeidsovereenkomst, plus de leden die vallen onder een huidig of toekomstig plan voor de bestrijding van de werkloosheid. 2. Oprichting Art.7. § 1. Wanneer één of meerdere vakorganisaties, vermeld in artikel 5, de oprichting wensen van een vakbondsafvaardiging in een inrichting of dienst richten zij een aanvraag, via een aangetekende brief met bericht van ontvangst, naar de werkgever. Deze brief verwijst uitdrukkelijk naar de termijn van 14 dagen, vermeld in paragraaf 2. Zij sturen een kopie naar de voorzitter en naar de andere vakorganisaties vermeld in artikel 5. Deze organisaties kunnen zich aansluiten bij de aanvraag. § 2. Binnen de 14 kalenderdagen na ontvangst van de aanvraag tot oprichting : - gaat de werkgever ofwel, akkoord met de onmiddellijke oprichting van een vakbondsafvaardiging en wordt er een afvaardiging opgericht volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6 van deze overeenkomst.

Hij licht de voorzitter erover in; - ofwel richt hij een aanvraag tot een referendum aan de voorzitter, volgens de modaliteiten bepaald in de artikelen 8 tot 17. Hij licht er de vragende vakorganisaties over in.

Als de werkgever niet reageert binnen deze termijn van 14 dagen wordt ambtshalve een vakbondsafvaardiging opgericht, overeenkomstig artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De voorzitter licht de werkgever hierover in.

Art. 8.§ 1. De aanvraag tot referendum wordt per aangetekende brief met bericht van ontvangst gericht aan de voorzitter.

De werkgever voegt er de lijst bij van het personeel dat zich mag uitspreken over de oprichting van een vakbondsafvaardiging in de inrichting of dienst, overeenkomstig artikel 8, § 2 van deze overeenkomst. Deze bijgewerkte lijst bevat de naam, voornaam, adres en functie van elke werknemer.

De werkgever zal er het aantal postzegels bijvoegen (priortarief), België en buitenland, volgens de noden die overeenkomen met het dubbel van het totale aantal van het personeel dat zich mag uitspreken.

De werkgever zal een kopie van zijn aanvraag, van de lijst en de functies van het personeel dat zich mag uitspreken, uithangen op de gebruikelijke plaatsen. § 2. Onder personeel dat zich mag uitspreken wordt verstaan, alle personeelsleden van de inrichting of dienst vermeld op de R.S.Z.-aangifte, evenals de leden die vallen onder een huidig of toekomstig plan voor de bestrijding van de werkloosheid, en met uitsluiting van het personeel vermeld in artikel 19, § 2, 5°.

Art. 9.Uiterlijk binnen de 14 kalenderdagen nadat de werkgever de documenten, vermeld in artikel 8 van deze overeenkomst, heeft verstuurd, stuurt de voorzitter de stembiljetten, waarvan model als bijlage 1 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst, naar de personeelsleden, samen met een verklarende brief volgens model als bijlage 2.

De gefrankeerde retouromslag zal opgesteld worden ter attentie van de voorzitter.

Art. 10.Als de voorzitter, binnen de termijn van 14 dagen bepaald in dit artikel, vaststelt dat de werkgever zijn verplichtingen niet volledig is nagekomen, verwittigt hij hem over zijn gebrek(en) via een gewone brief. Als de werkgever binnen een nieuwe termijn van 14 dagen niet reageert, verwittigt de voorzitter de vragende vakorganisaties, die de vakbondsafvaardiging mogen oprichten volgens de modaliteiten bepaald in artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst. De voorzitter licht de werkgever hierover in.

Art. 11.De werknemers beschikken over 14 kalenderdagen, poststempel geldt als bewijs, om hun stembiljet terug te sturen.

Art. 12.Inrichtingen en diensten van minder dan 20 werknemers § 1. Er wordt een vakbondsafvaardiging opgericht, overeenkomstig artikel 6 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor zover 50 pct. van het personeel dat zich mag uitspreken, zich uitgesproken heeft voor deze oprichting. De telling heeft plaats volgens de modaliteiten hieronder bepaald. § 2. Wanneer, in een inrichting of dienst van minder dan 5 werknemers, een referendum leidt tot de oprichting van een vakbondsafvaardiging, wordt het geval ter beoordeling voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. Dit zal eveneens de aanvraag onderzoeken van de werkgevers van inrichtingen of diensten van minder dan 5 werknemers die zich, na referendum, zouden willen verenigen om de oprichting van een vakbondsafvaardiging mogelijk te maken.

Art. 13.Inrichtingen en diensten met meer dan 19 werknemers § 1. Er wordt een vakbondsafvaardiging opgericht, overeenkomstig artikel 6 van deze overeenkomst, voor zover 75 pct. van de personeelsleden die zich mogen uitspreken hebben gestemd en dat 50 pct. van de kiezers zich heeft uitgesproken voor deze oprichting. De telling heeft plaats volgens de modaliteiten hieronder bepaald. § 2. Als de voorzitter vaststelt dat het quorum van 75 pct. van de kiezers niet is bereikt, roept hij het telbureau niet samen en organiseert hij een tweede stemronde door onmiddellijk een nieuw stembiljet te sturen naar elk personeelslid dat stemgerechtigd is en hij voegt er een nieuwe begeleidende nota bij waarvan model als bijlage 3 aan deze collectieve arbeidsovereenkomst. Na een nieuwe termijn van 14 kalenderdagen zal overgegaan worden tot de telling volgens de modaliteiten hieronder bepaald en de vakbondsafvaardiging zal opgericht worden voor zover 50 pct. van de kiezers zich heeft uitgesproken voor deze oprichting, ongeacht het aantal kiezers.

Art. 14.De telling heeft uiterlijk plaats tijdens de vergadering van het paritair subcomité die onmiddellijk volgt op de uiterste datum van terugzending van de biljetten, rekening houdend met de afhandelingstermijn van de brieven.

Art. 15.Het telbureau is samengesteld uit de voorzitter van het paritair subcomité, de secretaris van het paritair subcomité, een lid van het paritair subcomité dat de werkgevers vertegenwoordigt en een lid van het paritair subcomité dat de werknemers vertegenwoordigt.

Art. 16.Binnen de 48 uren na de stemming deelt de voorzitter in elk geval de resultaten mee aan de werkgever en aan de vragende vakorganisaties.

Art. 17.De gehele procedure vermeld in deze collectieve arbeidsovereenkomst voor de oprichting van een vakbondsafvaardiging mag slechts een maal per jaar gebruikt worden. 3. Aanstelling Art.18. § 1. Binnen een termijn van 91 kalenderdagen die volgt op de vaststelling dat er een vakbondsafvaardiging kan worden aangesteld, duiden de vragende vakorganisaties de effectieve en plaatsvervangende afgevaardigden aan en delen de lijst mee aan de werkgever per aangetekende brief met ontvangstbewijs. § 2. Indien de vakorganisaties het niet eens raken over de verdeling van de mandaten roepen zij de bemiddeling in van de voorzitter.

Art. 19.§ 1. De vakbondsafgevaardigden worden aangeduid in functie van het gezag waarover zij moeten beschikken bij de uitoefening van hun taak en in functie van hun bekwaamheid die een goede kennis inhoudt van de sector en van de inrichting of de dienst. § 2. Om de functie van afgevaardigde te kunnen vervullen moeten de personeelsleden aan de volgende voorwaarden voldoen op de datum van de oprichting van de vakbondsafvaardiging : 1. ten minste zes maanden halftijdse anciënniteit hebben in de inrichting of dienst;2. zich niet in een proefperiode of een opzeggingstermijn bevinden;3. de pensioenleeftijd niet hebben bereikt;4. ten minste halftijds zijn tewerkgesteld in de inrichting of dienst;5. geen deel uitmaken van de personen belast met het dagelijks bestuur van de inrichting of dienst, die een machtiging hebben om de werkgever te vertegenwoordigen en te verbinden, evenals de personeelsleden die rechtstreeks ondergeschikt zijn aan deze personen wanneer zij eveneens taken vervullen inzake dagelijks beheer (koninklijk besluit van 15 mei 2003 betreffende de ondernemingsraden en de comités voor preventie en bescherming op het werk, artikel 1, punt 4). Elke moeilijkheid in verband met de toepassing van punt 5 kan ter beoordeling worden voorgelegd aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité.

Art. 20.De afgevaardigden treden in functie vanaf de mededeling van de lijst van de afgevaardigden aan de werkgever.

Art. 21.De vakbondsafgevaardigden zijn beschermd tegen ontslag, zoals bepaald in artikel 41 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, vanaf de datum van ontvangst van de aangetekende brief gericht aan de Voorzitter, zoals bepaald door artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 22.§ 1. Ten vroegste de dag tot aanvraag van de aanstelling en uiterlijk de dag van de telling bezorgen de vragende vakorganisaties aan de voorzitter, onder vertrouwelijke omslag, een lijst van kandidaten, maximaal samengesteld uit het aantal toe te kennen effectieve mandaten en dit per vakorganisatie. § 2. De kandidaat die, in geval van ontslag, behalve om dringende reden, een uitdrukkelijke aanvraag doet van bescherming door de vakorganisatie die hem heeft voorgedragen, wordt, in geval van ontslag, beschermd als alle volgende voorwaarden worden vervuld : 1. de procedure wordt geëist door de enige vakorganisaties;2. de kandidaat komt werkelijk voor op de lijst die is neergelegd bij de voorzitter van het paritair subcomité. De vakorganisaties hebben 14 dagen om te reageren vanaf de datum van het ontslag. Deze bescherming geldt voor een jaar vanaf het begin van de procedure. 4. Vernieuwing Art.23. § 1. Het mandaat van afgevaardigde geldt voor een duur van 4 jaar en is verlengbaar.

Het aantal afgevaardigden mag niet gewijzigd worden tijdens de duur van de mandaten. § 2. Drie maanden voor het verstrijken van de mandaten licht de werkgever de vakorganisaties hierover in, zoals bepaald in artikel 5.

Een vakorganisatie kan de werkgever op elk ogenblik interpelleren over de vervaldag.

De werkgever laat in het arbeidsreglement de naam van de afgevaardigden vermelden, hun vakorganisatie en de vervaldag van hun mandaat. § 3. De mandaten worden vernieuwd op het einde van de vier jaar. Over hun aantal en de verdeling ervan moeten de vakorganisaties een akkoord bereiken. De betekening aan de werkgever gebeurt uiterlijk op de 91e kalenderdag die volgt op de vervaldag van de mandaten. § 4. Indien er geen betekening is, worden de mandaten verlengd.

Art. 24.Als een van de partijen van mening is dat de betrekkingen tussen de vakorganisatie en de werkgever niet meer trouw zijn aan de geest van de artikelen 2 tot 4 van deze overeenkomst, kan die het verzoeningsbureau samenroepen en elke aanbeveling doen die hij nodig acht tegenover het geschil, om het sociaal overleg te herstellen. HOOFDSTUK IV. - Bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging

Art. 25.De bevoegdheid van de vakbondsafvaardiging omvat : 1. de arbeidsbetrekkingen;2. de onderhandelingen met het oog op het sluiten van collectieve overeenkomsten of akkoorden in de inrichting of dienst;3. de inachtneming van de toepassing van de sociale wetgeving, van de collectieve arbeidsovereenkomsten, van het arbeidsreglement en van de individuele arbeidsovereenkomsten;4. de naleving van de algemene principes bepaald in de artikelen 2, 3 en 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 26.Om de vakbondsafvaardiging in te lichten over de financiële toestand van de inrichting of dienst verbindt de werkgever zich ertoe de begroting en de jaarrekeningen bekend te maken die opgemaakt zijn op basis van het boekhoudkundig plan waarin voorzien is door de subsidiërende overheden of, op zijn minst, het minimaal genormaliseerd boekhoudkundig plan.

In geval van moeilijkheden voor de toepassing van deze bepaling verbinden de partijen zich ertoe om een beroep te doen op het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. HOOFDSTUK V. - Werking

Art. 27.Een plaatsvervangend lid wordt opgeroepen om te zetelen ter vervanging van een effectief lid 1. wanneer een effectief lid niet kan aanwezig zijn op de vergadering;2. wanneer het mandaat van een effectief lid afloopt bij toepassing van artikel 29 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.In dat geval beëindigt de plaatsvervangende afgevaardigde het mandaat van de effectieve afgevaardigde die hij vervangt.

Art. 28.Als de plaats van een effectief of plaatsvervangend lid, voor om het even welke reden, vacant wordt, heeft de vakorganisatie het recht om de persoon aan te duiden die het mandaat zal beëindigen.

Art. 29.Het mandaat van de afgevaardigde eindigt : 1. bij het verstrijken ervan;2. bij ontslag dat schriftelijk wordt betekend aan de betrokken vakorganisatie, die de werkgever erover inlicht;3. wanneer de afgevaardigde geen deel meer uitmaakt van het personeel;4. wanneer hij een functie bekleedt zoals omschreven in artikel 19, § 2, 5° van deze collectieve arbeidsovereenkomst;5. wanneer hij niet meer behoort tot de categorie van werknemers waarvan hij afgevaardigde is.De werknemersorganisatie die de afgevaardigde heeft voorgedragen mag het behoud van het mandaat vragen per aangetekende brief gericht aan de werkgever; 6. in geval van overlijden;7. in geval van herroeping van het mandaat door de werknemersorganisatie waarvan de afgevaardigde deel uitmaakt.

Art. 30.De vakorganisatie mag, zonder dat dit de arbeidsorganisatie verstoort, mondeling of schriftelijk, alle nuttige mededelingen doen aan het personeel. Deze mededelingen moeten een professioneel of vakbondskarakter hebben.

Art. 31.De vakbondsafvaardiging mag de personeelsleden informeren en raadplegen tijdens de werkuren gedurende algemene personeelsvergaderingen, mits de werkgever hiermee akkoord gaat. Deze laatste mag dit akkoord niet willekeurig weigeren.

De plaats en het tijdstip van zulke vergaderingen worden ten minste vierentwintig uren van tevoren overeengekomen tussen de directie en de vakbondsafvaardiging. Tijdens deze vergaderingen moet een minimumdienst worden gewaarborgd in alle afdelingen en leefeenheden van de inrichting of dienst.

Art. 32.Om de vergaderingen met de directie voor te bereiden mag de vakbondsafvaardiging vergaderen tijdens de diensturen volgens de modaliteiten die in onderling overleg werden vastgelegd tussen de directie en de vakbondsafvaardiging. De vakbondsafvaardiging beschikt over een krediet van twee uren per maand voor deze voorbereidende vergaderingen.

Art. 33.De directie van een inrichting raadpleegt de vakbondsafvaardiging wanneer belangrijke wijzigingen worden overwogen die een rechtstreekse invloed hebben op het personeel.

Art. 34.De directie en de vakbondsafvaardigingen verbinden zich ertoe overleg te plegen telkens als een van de partijen een onderhoud vraagt. Dit onderhoud moet plaatsvinden binnen de acht dagen na de aanvraag. De uren die aan deze vergaderingen worden besteed worden beschouwd als normale werkuren.

Art. 35.De vakbondsafgevaardigden mogen een beroep doen op de vertegenwoordigers van hun werknemersorganisaties. De directie mag zich laten bijstaan door de vertegenwoordigers van haar werkgeversorganisatie.

Als geen enkele oplossing wordt gevonden kunnen de directie en de vakbondsafvaardiging een beroep doen op de verzoeningsprocedure.

Art. 36.De schriftelijke akkoorden die worden gesloten tussen de directie en de vakbondsafvaardiging worden meegedeeld aan het personeel door de directie van de instelling of dienst, door aanplakking in de lokalen van de inrichting of dienst, behalve wanneer het om individuele gevallen gaat.

Art. 37.De mogelijkheid tot coördinatie tussen de vakbondsafvaardigingen van verschillende zetels die afhangen van een zelfde inrichtende macht wordt gewaarborgd om specifieke vragen van algemeen belang te onderzoeken.

Art. 38.Het mandaat van afgevaardigde mag geen nadeel zijn of bijzondere voordelen teweegbrengen voor diegene die het uitoefent. Dit betekent dat de afgevaardigden de normale bevorderingen en verhogingen genieten van de werknemerscategorie waartoe zij behoren.

Art. 39.De afgevaardigde is zich bewust van de verantwoordelijkheid in de personeelsproblemen en hij bekijkt en behandelt de problemen met de nodige objectiviteit.

Art. 40.Een vakbondsafgevaardigde mag in alle gevallen spreken met de directie.

Art. 41.De afgevaardigde mag niet worden ontslagen om redenen die inherent zijn aan de uitoefening van zijn mandaat.

De werkgever die overweegt om een afgevaardigde te ontslaan om welke reden dan ook, behalve in geval van een ernstige fout, brengt de vakbondsafvaardiging hiervan vooraf op de hoogte, alsook de werknemersorganisatie die deze afgevaardigde als kandidaat heeft voorgedragen.

Dit gebeurt via een ter post aangetekende brief die van kracht wordt de derde dag na de datum van verzending.

De betrokken werknemersorganisatie beschikt over een termijn van zeven dagen om haar weigering om de geldigheid van het overwogen ontslag te erkennen, te betekenen. Deze betekening gebeurt per aangetekende brief. De periode van zeven dagen vangt aan op de dag dat de brief die door de werkgever werd verzonden van kracht wordt.

Als de werknemersorganisatie niet reageert, moet dit worden beschouwd als een aanvaarding van de geldigheid van het overwogen ontslag.

Art. 42.Als de werknemersorganisatie weigert de geldigheid van het overwogen ontslag te erkennen heeft de meest gerede partij het recht om het geval ter beoordeling voor te leggen aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité.

De uitvoering van de ontslagmaatregel mag niet gebeuren tijdens de duur van deze procedure.

Als het verzoeningsbureau niet tot een eenparige beslissing is kunnen komen binnen de dertig dagen na het verzoek om bemiddeling, wordt het geschil betreffende de geldigheid van de redenen, die werden ingeroepen door de werkgever om het ontslag te rechtvaardigen, voorgelegd aan de Arbeidsrechtbank.

Art. 43.Bij ontslag van een vakbondsafgevaardigde om dringende reden moet de vakbondsafvaardiging hiervan onmiddellijk op de hoogte worden gebracht.

Art. 44.De werkgever is een forfaitaire vergoeding verschuldigd in de volgende gevallen : 1. als hij een vakbondsafgevaardigde ontslaat zonder de procedure, bepaald in de artikelen 41 en 42 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, na te leven;2. als, op het einde van deze procedure, de geldigheid van de redenen van het ontslag, ten aanzien van de bepaling van artikel 41, 1e lid, niet wordt erkend door het verzoeningsbureau of door de Arbeidsrechtbank;3. als de werkgever een afgevaardigde heeft ontslagen om dringende reden en de Arbeidsrechtbank heeft verklaard dat het ontslag ongegrond is;4. als aan de arbeidsovereenkomst een einde is gekomen wegens een ernstige tekortkoming van de werkgever, die voor de afgevaardigde een reden vormt voor onmiddellijke beëindiging van de overeenkomst. De forfaitaire vergoeding is gelijk aan het bruto jaarloon, ongeacht de toepassing van de artikelen 39 en 40 van de wet van 3 juli 1978.

Deze vergoeding is niet verschuldigd wanneer de afgevaardigde de bijzondere vergoeding geniet, bepaald voor de leden van de ondernemingsraad of van het comité voor preventie en bescherming op het werk. HOOFDSTUK VI. - Regeling voor oplossing van sociale geschillen en verplichtingen van de partijen in geval van geschil

Art. 45.De partijen erkennen dat de sociale geschillen een onmiddellijke weerslag kunnen hebben op de personen waarvoor de inrichtingen en diensten zorg dragen.

Bijgevolg erkennen de partijen dat zij alles in het werk moeten stellen om overhaaste stakings- of lock-outaanzeggingen te vermijden.

Art. 46.In de veronderstelling dat er zich een probleem zou voordoen in de verhoudingen tussen werkgevers en werknemers moet binnen de instelling of dienst een oplossing gezocht worden tussen de directie en de vakbondsafvaardiging.

Art. 47.Als dit overleg in de instelling of dienst mislukt heeft de meest gerede partij de mogelijkheid om het geval voor te leggen aan de beoordeling van het verzoeningsbureau van het paritair subcomité.

Art. 48.Als deze verschillende onderhandelingspogingen uitgeput zijn en de vakorganisaties overwegen om hun toevlucht te nemen tot een staking, moeten zij een aanzegging van veertien kalenderdagen neerleggen bij de voorzitter en bij de werkgever.

Art. 49.Als de partijen er niet in slagen om tot een akkoord te komen, zijn zij verplicht om het geval ter beoordeling voor te leggen aan het verzoeningsbureau van het paritair subcomité vóór het verstrijken van de stakingsaanzegging. HOOFDSTUK VII. - Toegekende kredieturen A. Uitoefening van het mandaat binnen de inrichting of de dienst

Art. 50.Om hun taak te vervullen binnen de inrichting of de dienst beschikken de personeelsafgevaardigden over de nodige tijd en middelen. Zij dienen echter rekening te houden met de noodzaak de normale continuïteit en werking van de diensten te waarborgen.

In de instellingen en de diensten die tot 19 werknemers tellen, zal over het toe te kennen kredietuur onderhandeld worden bij de aanstelling van de vakbondsafvaardiging.

B. Vakbondsvorming

Art. 51.In uitvoering van het interprofessioneel akkoord van 15 juni 1971, en meer bepaald van punt nr. 7 ervan, zijn de ondertekenende partijen van mening dat het nodig is om, binnen de hierna vastgelegde perken, bepaalde faciliteiten toe te kennen aan de vertegenwoordigers van het personeel, met het oog op hun deelname aan vormingscursussen die hun moeten toelaten hun taak te vervullen.

Art. 52.Daarom worden de nodige kredieturen ter beschikking gesteld van de ondertekenende werknemersorganisaties, vertegenwoordigd in de comités voor preventie en bescherming op het werk, in de ondernemingsraden en in de vakbondsafvaardigingen in de inrichtingen en diensten, zodat zij hun afgevaardigden cursussen kunnen laten volgen zonder loonverlies, cursussen 1. georganiseerd door de ondertekenende representatieve werknemersorganisaties en, 2.die tot doel hebben hun economische, sociale en technische kennis, nodig voor het vervullen van hun taken als personeelsafgevaardigden, te verbeteren.

Art. 53.Het aantal toegelaten dagen afwezigheid, ter beschikking gesteld van bepaalde representatieve werknemersorganisaties is, voor de totale duur van de mandaten, gelijk aan tien maal het totale aantal effectieve zetels toegewezen of ontvangen op de lijst voorgesteld door deze representatieve werknemersorganisatie in het comité voor preventie en bescherming op het werk, de ondernemingsraad en de vakbondsafvaardiging.

Deze afwezigheid om de cursussen te volgen mag niet minder bedragen dan een dag.

De betrokken afgevaardigden hebben de mogelijkheid om recuperatie te vragen van de rustdag die samenvalt met een cursusdag, zoals hierboven beschreven in artikel 53; in dat geval wordt de cursusdag afgetrokken van het globale krediet verleend overeenkomstig het eerste lid van dit artikel.

Art. 54.De representatieve werknemersorganisaties moeten, minstens een maand op voorhand, een schriftelijke vraag richten tot de betrokken werkgever om het nodige verlof te krijgen, zodat de betrokken leden aan de cursussen kunnen deelnemen.

Deze aanvraag moet het volgende bevatten : 1. de namenlijst van de vakbondsmandatarissen die de verlofaanvraag genieten, evenals de duur van hun afwezigheid;2. de datum en de duur van de georganiseerde cursus;3. de agenda en het beknopt programma van de cursussen. De werkgever geeft gunstig gevolg aan deze aanvraag voor zover de aanwezigheid van de betrokken personen op de voor de cursussen voorziene data niet absoluut noodzakelijk is om de continuïteit en de normale werking van de diensten te waarborgen.

In geval van overmacht, die om dringende dienstredenen een persoon belet de cursussen te volgen op de data waarvoor de werkgever zijn akkoord heeft gegeven, verwittigt hij onmiddellijk de betrokken representatieve werknemersorganisatie.

Art. 55.Alle geschillen waartoe de toepassing van de artikelen 53 en 54 van deze collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven, mogen onderzocht worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité.

C. Externe mandaten

Art. 56.Indien een personeelsafgevaardigde externe mandaten bekleedt (bij verschillende vakbondscomités, congressen, adviesraad, paritair comité,...) wordt over de toe te kennen kredieturen speciaal onderhandeld tussen de werkgever en de betrokken representatieve werknemersorganisatie, op het ogenblik van de toekenning van zulke mandaten.

Art. 57.Alle geschillen waartoe de toepassing van artikel 56 van deze collectieve arbeidsovereenkomst aanleiding kan geven, mogen onderzocht worden door het verzoeningsbureau van het paritair subcomité. HOOFDSTUK VIII. - Slotbepalingen

Art. 58.De gunstigere bepalingen die worden toegepast op het niveau van de inrichtingen en diensten blijven van toepassing.

Art. 59.Deze collectieve arbeidsovereenkomst annuleert en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2005 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging, geregistreerd onder het nummer 80266.

Art. 60.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur.

Zij wordt van kracht op 12 oktober 2006.

Elk van de partijen kan er een einde aan stellen, mits een opzeggingstermijn van zes maanden wordt betekend, per aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Uw bericht van :Uw kenmerk :Ons kenmerk :Brussel, DGRC :mfc/319.02/REF00 Betreft : Referendum tot eventuele oprichting van een vakbondsafvaardiging bij de instelling « Instelling » ». « Titel » « Naam », Overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging moet ik overgaan tot een referendum tot eventuele oprichting van een vakbondsafvaardiging in de inrichting waar u tewerkgesteld bent.

Als bijlage vindt u een stembiljet dat u mij, behoorlijk ingevuld, moet terugsturen on bijgevoegde gefrankeerde omslag. In functie van de termijn bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst is de uiterste ontvangstdatum van de stembiljetten...

De telling wordt gewaarborgd door een telbureau dat paritair is samengesteld, zodat het geheim van de stemming en de anonimiteit perfect nageleefd worden.

Er zal een vakbondsafvaardiging opgericht worden als 50 pct. van de kiezers zich uitgesproken heeft voor deze oprichting.

Het resultaat van het referendum zal aan uw werkgever worden meegedeeld, die dit zal uithangen, en aan de vragende vakbondsorganisaties.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat uw stem enkel betrekking heeft op het al dan niet oprichten van een vakbondsafvaardiging en niet op de samenstelling van deze eventuele vakbondsafvaardiging. Uw stem is belangrijk voor de naleving van het democratisch proces.

Hoogachtend.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 3 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Uw bericht van :Uw kenmerk :Ons kenmerk :Brussel, DGRC :mfc/319.02/REF00 Betreft : Referendum tot eventuele oprichting van een vakbondsafvaardiging bij de instelling « Instelling » ». « Titel » « Naam », Overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging moet ik overgaan tot een referendum tot eventuele oprichting van een vakbondsafvaardiging in de inrichting waar u tewerkgesteld bent.

Als bijlage vindt u een stembiljet dat u mij, behoorlijk ingevuld, moet terugsturen on bijgevoegde gefrankeerde omslag. In functie van de termijn bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst is de uiterste ontvangstdatum van de stembiljetten...

De telling wordt gewaarborgd door een telbureau dat paritair is samengesteld, zodat het geheim van de stemming en de anonimiteit perfect nageleefd worden.

Er zal een vakbondsafvaardiging opgericht worden als 75 pct. van de stemgerechtigde personeelsleden heeft gestemd en als 50 pct. van de kiezers zich uitgepsroken heeft voor deze oprichting.

Het resultaat van het referendum zal aan uw werkgever worden meegedeeld, die dit zal uithangen, en aan de vragende vakbondsorganisaties.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat uw stem enkel betrekking heeft op het al dan niet oprichten van een vakbondsafvaardiging en niet op de samenstelling van deze eventuele vakbondsafvaardiging. Uw stem is belangrijk voor de naleving van het democratisch proces.

Hoogachtend.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

Bijlage 4 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Uw bericht van :Uw kenmerk :Ons kenmerk :Brussel, DGRC :mfc/319.02/REF00 Betreft : Referendum tot eventuele oprichting van een vakbondsafvaardiging bij de instelling « Instelling » ». « Titel » « Naam », Onlangs heb ik u een stembiljet verstuurd, overeenkomstig artikel 9 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 12 oktober 2006 betreffende het statuut van de vakbondsafvaardiging. Ik heb moeten vaststellen dat het quorum van 75 pct. van de stemgerechtigde personeelsleden niet werd bereikt.

Als bijlage vindt u een tweede stembiljet om u al dan niet uit te spreken voor of tegen een vakbondsafvaardiging. Dit tweede stembiljet moet u, behoorlijk ingevuld, terugsturen in bijgevoegde gefrankeerde omslag. In functie van de nieuwe termijn, bepaald door deze collectieve arbeidsovereenkomst, is de uiterste ontvangstdatum van de stembiljetten...

De nieuwe telling zal gewaarborgd worden door een telbureau dat paritair is samengesteld, zodat het geheim van de stemming en de anonimiteit perfect nageleefd worden.

Dit maal zal een vakbondsafvaardiging worden opgericht als 50 pct. van de kiezers zich heeft uitgesproken voor deze oprichting ongeacht het aantal kiezers.

Het resultaat van het referendum zal aan uw werkgever worden meegedeeld, die dit zal uithangen, en aan de vragende vakbondsorganisaties.

Ik vestig uw aandacht op het feit dat uw stem enkel betrekking heeft op het al dan niet oprichten van een vakbondsafvaardiging en niet op de samenstelling van deze eventuele vakbondsafvaardiging. Uw stem is belangrijk voor de naleving van het democratisch proces.

Hoogachtend.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 25 juli 2008.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Werk en Gelijke Kansen, Mevr. J. MILQUET

^