Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 oktober 2024
gepubliceerd op 02 december 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende het leven lang leren en de arbeidsmarktwerking

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024205219
pub.
02/12/2024
prom.
24/10/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

24 OKTOBER 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende het leven lang leren en de arbeidsmarktwerking (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers;

Op de voordracht van de Minister van Werk,

Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2024, gesloten in het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers, betreffende het leven lang leren en de arbeidsmarktwerking.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers Collectieve arbeidsovereenkomst van 7 juni 2024 Het leven lang leren en arbeidsmarktwerking (Overeenkomst geregistreerd op 9 juli 2024 onder het nummer 188663/CO/120.01) I. Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textielondernemingen uit het administratief arrondissement Verviers en op alle daarin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers nr. 120.01. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

II. Draagwijdte van de overeenkomst

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst strekt ertoe de inspanningen die de sector in het kader van het paritair uitgebouwde sectoraal opleidingsbeleid de voorbije jaren heeft geleverd, minstens verder te zetten en waar mogelijk te verhogen.

Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor de jaren 2023 en 2024 in toepassing van hoofdstuk 9 en 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.

III. Werkgeversbijdrage en opleidingen CEFRET

Art. 3.Bijdrage bijkomende inspanningen permanente opleiding De werkgevers zijn, voor de jaren 2023 en 2024, een bijkomende inspanning verschuldigd van 0,10 pct. berekend op basis van de globale bezoldiging van de werknemers, zoals bedoeld in artikel 23 van de wet van 29 juni 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1981 pub. 31/05/2011 numac 2011000295 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 29/06/1981 pub. 02/09/2014 numac 2014000386 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen type wet prom. 29/06/1981 pub. 17/11/2015 numac 2015000647 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten houdende de algemene beginselen van de sociale zekerheid voor werknemers en in de uitvoeringsbesluiten van deze wet.

Deze bijdrage is trimestrieel verschuldigd en wordt geïnd door de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Op die manier levert de sector zijn bijdrage tot de uitvoering van de verbintenis om bijkomende inspanningen te doen inzake permanente opleiding.

Art. 4.De CEFRET blijft de motor van het beleid inzake opleiding en beheer van de arbeidsmarkt in de sector. De opleidingsprojecten die worden gerealiseerd door de CEFRET worden vooraf goedgekeurd door de sociale partners van het Paritair Subcomité voor de textielnijverheid uit het administratief arrondissement Verviers.

IV. Sectorale en arbeidsmarktgerichte opleidingen

Art. 5.§ 1. Om de participatiegraad aan opleiding te verhogen, zullen door CEFRET vzw aanvragen ingediend worden bij het paritair subcomité nr. 120.01 of bij het paritair comité nr. 120 voor de erkenning van sectorale beroepsopleidingen in het stelsel betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten). § 2. Voor de uren waarop de arbeider deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend als beroepsopleiding in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), heeft hij recht op zijn normaal loon, zonder toepassing van de loongrens, zoals voorzien in artikel 114 van de herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende sociale bepalingen. § 3. Voor de dagen dat de arbeider deelneemt aan sectorale opleidingen, erkend door het paritair subcomité nr. 120.01 of door het paritair comité 120 in het stelsel van het betaald educatief verlof (herstel wet van 22 januari 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/01/1985 pub. 12/08/2013 numac 2013000511 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Herstelwet houdende sociale bepalingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten), heeft hij recht op maaltijdcheques.

V. Opleidingsplan en trekkingsrecht

Art. 6.Opleidingsplan Op het niveau van de onderneming kan een opleidingsplan worden uitgewerkt, rekening houdend met de volgende elementen : - Voor de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2023 heeft het opleidingsplan betrekking op de opleidingen die zullen worden uitgevoerd tussen 1 januari 2023 en 31 december 2023; - Voor de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2024 heeft het opleidingsplan betrekking op de opleidingen die zullen worden uitgevoerd tussen 1 januari 2024 en 31 december 2024; - In het opleidingsplan wordt de inhoud van de geplande opleiding vermeld, het aantal betrokken arbeiders(-sters) en de tijd die wordt besteed aan de opleiding. In het kader van de eventuele opleidingsinspanningen voor werkzoekenden kan in financiële stimuli worden voorzien. - Alle mogelijke opleidingen komen in aanmerking. Het plan betreft tegelijk de interne en externe opleidingen alsook de opleidingen die de onderneming zelf organiseert en uitvoert (cf. opleiding "on the job") en die waarvoor zij een beroep doet op externe opleiders. De opleidingen inzake veiligheid, gezondheid en milieu, ongeacht of zij al dan niet worden opgelegd door de reglementering, kunnen eveneens in aanmerking komen in het kader van de opleidingsplannen en van het trekkingsrecht; - Het opleidingsplan moet tegemoetkomen aan de opleidingsbehoeften, zowel van de werkgever als van de arbeiders(-sters); - Voor het uitwerken van het opleidingsplan kan een beroep worden gedaan op CEFRET; - Het opleidingsplan moet door de werkgever worden voorgelegd aan de ondernemingsraad, aan het CPBW, of, bij gebreke daarvan, aan het regionaal paritair contactcomité; - Het opleidingsplan moet worden besproken, goedgekeurd en opgevolgd door het hierboven vermelde orgaan. In het regionaal paritair contactcomité vindt de opvolging plaats op basis van de nodige documenten, uitgewerkt door de betrokken onderneming. Wanneer dit comité, bij gebreke van voldoende informatie, haar opdracht niet kan vervullen, kunnen de vakbonden een beroep doen op de vakbondsmedewerkers volgens de gepaste procedure in de textielsector.

Als het opleidingsplan niet wordt goedgekeurd door het hogervermelde orgaan, kan de werkgever het voorleggen aan de paritaire werkgroep, opgericht in het paritair subcomité. Deze paritaire werkgroep zal de eindbeslissing nemen over dit opleidingsplan.

Art. 7.Trekkingsrecht De onderneming die een opleiding aanbiedt aan haar arbeiders(-sters) en/of aan de werkzoekenden in het kader van een goedgekeurd opleidingsplan, zoals bepaald in artikel 6, kan een deel van de kosten ervan recupereren op basis van een trekkingsrecht bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Het trekkingsrecht kan worden uitgeoefend volgens de volgende voorwaarden : - De onderneming moet haar aanvraag voor de toekenning van het trekkingsrecht indienen bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers"; - Voor de periode van 1 januari 2023 tot 31 december 2023 stuurt zij haar aanvraag alsook een exemplaar van het goedgekeurde opleidingsplan, uiterlijk op 30 juni 2024, naar de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers", per gewone post of digitaal (e-mail); - Voor de periode van 1 januari 2024 tot 31 december 2024 stuurt zij haar aanvraag alsook een exemplaar van het goedgekeurde opleidingsplan, uiterlijk op 15 december 2024, naar de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers", per gewone post of digitaal (e-mail); - Het trekkingsrecht bedraagt per onderneming en per kalenderjaar maximaal 0,10 pct. van de loonmassa van de arbeiders(-sters) van de onderneming; - Enkel de kosten, bepaald in het onderstaande artikel 8, voor de opleidingen uitgevoerd tussen 1 januari 2023 en 31 december 2024, in het kader van een goedgekeurd opleidingsplan, komen in aanmerking voor het trekkingsrecht; - De betaling van het trekkingsrecht gebeurt op basis van het bewijs van de gemaakte kosten. Het volstaat dat de onderneming het bewijs bezorgt van haar uitgaven ten belope van het trekkingsrecht; - Het bewijs van de gedane uitgaven in 2023 moet vóór 30 juni 2024 worden neergelegd bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers"; - Het bewijs van de gedane uitgaven in 2024 moet vóór 15 december 2024 worden neergelegd bij de "Caisse de compensation paritaire pour les institutions sociales de l'industrie textile de Verviers".

Een kopie van het bewijs van de uitgaven wordt bezorgd aan de leden van de ondernemingsraad, van het CPBW, of, bij gebreke daarvan, aan de vakbondsafvaardiging of, bij gebreke daarvan, aan het regionaal paritair contactcomité.

Art. 8.De kosten die in rekening moeten worden genomen voor het trekkingsrecht zijn enkel de kosten betreffende de opleidingen zoals bepaald in het opleidingsplan bedoeld in het bovenstaande artikel 6.

VI. Investeren in opleiding en groeipad

Art. 9.Dit artikel wordt gesloten in uitvoering van hoofdstuk 12 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten betreffende diverse arbeidsbepalingen.

In de ondernemingen die ten minste 11 (elf) werknemers tewerkstellen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, wordt voorzien in een individueel opleidingsrecht voor een voltijds tewerkgestelde werknemer met volgend groeipad : - vanaf 2023 : 2 dagen; - vanaf 2024 : 3 dagen; - vanaf 2026 : 4 dagen; - vanaf 2028 : 5 dagen.

De werkgevers die 10 (tien) werknemers of minder tewerkstellen, uitgedrukt in voltijdse equivalenten, voorzien in een individueel opleidingsrecht voor een voltijdse werknemer met volgend groeipad : - vanaf 2023 : 1 dag; - vanaf 2026 : 2 dagen.

Voor de toepassing van dit artikel wordt het aantal tewerkgestelde werknemers berekend in voltijdse equivalenten op basis van de gemiddelde tewerkstelling van de referteperiode voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode die voor de eerste keer op 1 januari 2022 begint.

De referteperiode is de periode bestaande uit het vierde kwartaal van het voorlaatste jaar (n-2) en de eerste drie kwartalen van het jaar (n-1) voorafgaand aan de tweejaarlijkse periode.

Om het gemiddeld aantal tewerkgestelde werknemers in voltijdse equivalenten tijdens de referteperiode te berekenen, wordt het totaal van de op het einde van elk kwartaal van de referteperiode aangegeven werknemers in voltijdse equivalenten, gedeeld door het aantal kwartalen waarvoor de werkgever, aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, werknemers aangegeven heeft die onderworpen zijn aan de wet van 27 juni 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 27/06/1969 pub. 24/01/2011 numac 2010000730 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

Indien de werkgever voor de bedoelde referteperiode geen aangiftes diende over te maken aan de rijksdienst, wordt voor de bepaling van het gemiddelde verwezen naar het aantal werknemers tewerkgesteld op de laatste dag van het kwartaal waarbinnen de eerste tewerkstelling volgend op de referteperiode plaatsgreep.

De praktische tenuitvoerlegging van het individueel opleidingsrecht en de verwezenlijking van het groeipad wordt nagestreefd door : - het opleidingsaanbod van CEFRET vzw beter en ruimer bekend te maken aan werkgevers en werknemers; - het opleidingsaanbod van CEFRET vzw verder uit te breiden; - via CEFRET vzw acties te ondernemen om de participatiegraad aan opleidingen te verhogen; - werkgevers aan te moedigen om alle, zowel formele als informele opleidingsinspanningen nauwgezet te registreren.

Om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen worden minstens volgende opleidingen in aanmerking genomen : a) formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep leerlingen. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme; b) informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk.Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de leerling op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden; c) de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Het saldo van de niet-opgebruikte opleidingsdagen wordt op het einde van het jaar overgedragen naar het daaropvolgende jaar, zonder dat dit saldo in mindering mag gebracht worden van het opleidingskrediet van de werknemer in dat volgende jaar.

Het doel is dat op het einde van elke periode van vijf jaar, die ten vroegste kan beginnen op 1 januari 2024, of voor het einde van de arbeidsovereenkomst indien die eindigt voordat de voormelde periode van vijf jaar afloopt, de voltijds tewerkgestelde werknemer gemiddeld het minimum aantal opleidingsdagen per jaar zoals bepaald in dit artikel heeft opgenomen. Op het einde van de voormelde periode van vijf jaar, wordt het saldo van het beschikbare opleidingskrediet op nul gezet.

VII. Eindbepalingen

Art. 10.Onverminderd datgene wat voorafgaat in verband met het trekkingsrecht, moeten de ondernemingen worden aangemoedigd om gebruik te maken van de financiële tegemoetkomingen die worden aangeboden door de regionale, nationale, Europese en andere instanties.

Art. 11.Wanneer de arbeider(-ster) die een opleiding volgt in het kader van een goedgekeurd opleidingsplan bijkomende kosten moet maken (onder andere verplaatsingskosten), zullen deze kosten worden vergoed door de werkgever, mits bewijsstukken worden verstrekt.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2023 en is gesloten voor de periode van 1 januari 2023 tot en met 31 december 2024.

Art. 13.De ondertekenende partijen vragen dat deze collectieve arbeidsovereenkomst algemeen verbindend zou verklaard worden bij koninklijk besluit.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 24 oktober 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE


^