Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 november 2000
gepubliceerd op 21 december 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022882
pub.
21/12/2000
prom.
24/11/2000
ELI
eli/besluit/2000/11/24/2000022882/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 NOVEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum, namelijk op artikel 2, § 5, ingevoegd bij de wet van 22 februari 1998 en vervangen bij de wet van 25 januari 1999 en op artikel 18, § 7, eerste lid, gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, inzonderheid op artikel 34, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 mei 1994 en aangevuld bij het koninklijk besluit van 14 juli 2000;

Gelet op het advies van de inspecteur van financiën, gegeven op 8 november 2000;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 9 november 2000;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de ontworpen maatregel tot doel heeft uitwerking te geven aan het regeerakkoord doordat zij de tewerkstelling van gerechtigden op het bestaansminimum wil stimuleren; dat een financiëlestimulans voor de aanwerving van deze categorie moeilijker bemiddelbare werklozen door de uitzendbureaus werd ingevoerd bij het koninklijk besluit van 28 september 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 februari 1999 tot uitvoering van artikel 2, § 5, eerste lid, van de wet van 7 augustus 1974 tot instelling van het recht op een bestaansminimum; dat dit besluit op 1 oktober 2000 in werking is getreden; dat dringend moet worden voorkomen dat de O.C.M.W.'s de financiële last van de uitbetaling van het bedrag van het geactiveerd bestaansminimum aan het uitzendbureau zouden moeten dragen; dat zij daartoe een aanvraag om een voorschot op de staatstoelage zo snel mogelijk moeten kunnen indienen;

Op de voordracht van Onze Minister van Maatschappelijke Integratie en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 34, § 2, eerste lid, van het koninklijk besluit van 30 oktober 1974 houdende het algemeen reglement betreffende het bestaansminimum, vervangen bij het koninklijk besluit van 20 mei 1994 en aangevuld bij het koninklijk besluit van 14 juli 2000 worden de woorden "in een sociaal inschakelingsinitiatief, bedoeld" vervangen door de woorden "ofwel in een sociaal inschakelingsinitiatief, ofwel door een uitzendbureau, bedoeld".

Art. 2.In artikel 34, § 2, tweede lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "bij het begin van de maand van de tewerkstelling" geschrapt en wordt het tweede lid aangevuld als volgt : « Bij deze aanvraag wordt een kopie gevoegd : - ofwel van de arbeidsovereenkomst van de persoon aangeworven in het kader van een sociaal inschakelingsinitiatief; - ofwel van de overeenkomst gesloten tussen het centrum en een uitzendbureau. »

Art. 3.Artikel 34, § 2, derde lid, van hetzelfde besluit, wordt vervangen als volgt : « Het voorschot is gelijk aan het bedrag van het geactiveerd bestaansminimum, bepaald bij het koninklijk besluit van 9 februari 1999; het wordt maandelijks gestort en is niet meer verschuldigd wanneer de arbeidsovereenkomst van de aangeworven persoon in het kader van een sociaal inschakelingsinitiatief wordt beëindigd of wanneer de overeenkomst gesloten tussen het O.C.M.W. en een uitzendbureau wordt beëindigd.

De aanvraag om het voorschot heeft uitwerking vanaf de tweede maand na de maand waarin zij werd ingediend. »

Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 5.Onze Minister van Maatschappelijke Integratie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 november 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Maatschappelijke Integratie, J. VANDE LANOTTE

^