Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 24 mei 2011
gepubliceerd op 15 juni 2011

Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betreffende de vertrouwelijke stukken

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2011000292
pub.
15/06/2011
prom.
24/05/2011
ELI
eli/besluit/2011/05/24/2011000292/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

24 MEI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betreffende de vertrouwelijke stukken


VERSLAG AAN DE KONING Sire, I. ALGEMENE OPMERKINGEN Er werd vastgesteld dat in de algemene procedureregeling voor de Raad van State een hiaat bestaat voor wat betreft de behandeling van vertrouwelijke stukken. In dit reglement bepaalt immers geen enkele bepaling wat er moet gebeuren met dergelijke stukken.

Deze hiaat werd inzonderheid aangetoond door de Raad van State in zijn arrest nr. 164.028 van 26 oktober 2006, in zake de NV Varec tegen de Belgische Staat.

In dit arrest moest de Raad van State zich uitspreken over een vraag tot vernietiging van een beslissing van de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de Minister van Defensie, om een overheidsopdracht te gunnen betreffende de aanmaak en de levering van militair materieel. De Raad van State vond dat twee prejudiciële vragen gesteld moesten worden, de ene aan het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen, de andere aan het Grondwettelijk Hof, om te weten of, in toepassing van het principe van het contradictoir debat, vertrouwelijke of gevoelige elementen van een administratief dossier zowel aan de rechter als aan alle partijen meegedeeld moesten worden, en of het recht op eerbiediging van zakengeheimen in de dossiers die meegedeeld worden door de partijen in het geding, gegarandeerd moest worden.

Met arrest C-450/06 van 14 februari 2008 heeft het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen verklaard dat de instantie die belast was met het onderzoek van de beroepen, in dit geval de Raad van State, de vertrouwelijkheid moest garanderen. Deze moest eveneens het recht naleven op eerbiediging van de zakengeheimen ten opzichte van informatie in de dossiers die aan deze Raad wordt meegedeeld door de partijen in het geding, met name door de aanbestedende overheid, terwijl de Raad zelf dergelijke informatie wel mag kennen en in overweging nemen.

In arrest nr. 118/2007 van 19 september 2007 is het Grondwettelijk Hof van zijn kant eveneens van mening dat het aan de Raad van State is om de vertrouwelijkheid te beoordelen van bepaalde stukken in het administratieve dossier door, in elk geval, de vereisten van een eerlijk proces af te wegen tegenover deze gebonden aan het zakengeheim.

Het grondwettelijk hof vond bovendien dat de artikelen 21 en 23 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State niet bestaanbaar zijn met artikel 22 van de Grondwet, in samenhang gelezen met artikel 8 van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens en met artikel 17 van het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, in die zin dat ze de tegenpartij geenszins in staat stellen het vertrouwelijke karakter van bepaalde stukken in het administratief dossier aan te voeren teneinde de mededeling ervan aan de andere partijen te verhinderen.

Voorliggend koninklijk besluit beoogt daarom aan de hierboven vernoemde hiaat te verhelpen door enerzijds een wijziging aan te brengen aan artikel 87 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en anderzijds door dit nieuwe artikel 87 toepasselijk te maken op de procedureregelingen inzake de dwangsom en het kortgeding. Ook werd een aanpassing in dezelfde zin voorzien voor de administratieve cassatie-procedure.

II. ARTIKELSGEWIJZE COMMENTAAR 1. Artikel 1. Het nieuwe artikel 87 van de algemene procedureregeling herneemt in een eerste paragraaf het bestaande artikel 87. (« De partijen en hun raadslieden kunnen ter griffie kennis nemen van het dossier der zaak. ») In een nieuwe tweede paragraaf wordt de neerlegging van een stuk waarvoor een partij om een vertrouwelijke behandeling verzoekt, geregeld.

De nieuwe derde paragraaf bepaalt de wijze waarop de diensten van de griffie het stuk dat het voorwerp uitmaakt van een verzoek tot vertrouwelijke behandeling, moeten behandelen in afwachting van het arrest dat uitspraak zal doen over bedoeld verzoek.

De nieuwe vierde paragraaf stelt dat bij afwijzing bij arrest van het verzoek tot vertrouwelijke behandeling, de overige partijen kennis mogen nemen van het betrokken stuk. 2. Artikelen 2 t/m 4. De regeling voorzien in het nieuwe artikel 87 van het algemeen procedurereglement wordt middels de techniek van verwijzing toepasselijk gemaakt op volgende besluiten : het koninklijk besluit van 2 april 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000142 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom en het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. 3. Artikel 5. Dit artikel heeft betrekking op de specifieke procedure van de administratieve cassatieberoepen.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

ADVIES 48.806/2 VAN 3 NOVEMBER 2010 VAN DE AFDELING WETGEVING VAN DE RAAD VAN STATE De Raad van State, afdeling Wetgeving, tweede kamer, op 6 oktober 2010 door de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht haar, binnen een termijn van dertig dagen, van advies te dienen over een ontwerp van koninklijk besluit « tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betreffende de vertrouwelijke stukken », heeft het volgende advies gegeven : Rekening houdend met het tijdstip waarop dit advies gegeven wordt, vestigt de Raad van State de aandacht op het feit dat, wegens het ontslag van de regering, de bevoegdheid van deze laatste beperkt is tot het afhandelen van de lopende zaken. Dit advies wordt evenwel gegeven zonder dat wordt nagegaan of dit ontwerp in die beperkte bevoegdheid kan worden ingepast, aangezien de afdeling Wetgeving geen kennis heeft van het geheel van de feitelijke gegevens welke de regering in aanmerking kan nemen als zij te oordelen heeft of het vaststellen of wijzigen van een verordening noodzakelijk is.

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het vervangen is bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voormelde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerking.

Het verslag aan de Koning zou moeten worden aangevuld met een omstandiger uiteenzetting van de gebeurtenissen die geleid hebben tot de vaststelling dat er in de behandeling van de vertrouwelijke stukken een hiaat bestaat, een hiaat dat men met dit ontwerp wil opvullen (1). (1) Eerst was er het arrest nr.164.028 van 24 oktober 2006, NV Varec tegen de Begische Staat, waarin twee prejudiciële vragen gesteld zijn, een aan het Hof van Justitie van de Europese Unie, dat daarop geantwoord heeft met een arrest van 14 februari 2008, C-450/06, en een aan het Grondwettelijk Hof, dat daarop geantwoord heeft met arrest 118/2007 van 19 september 2007.

De kamer was samengesteld uit : De heer Y. Kreins, kamervoorzitter;

De heer P. Vandernoot en Mevr. M. Baguet, staatsraden;

Mevr. B. Vigneron, griffier.

Het verslag werd uitgebracht door de heer X. Delgrange, eerste auditeur-afdelingshoofd.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst werd nagezien onder toezicht van de Mevr. M. Baguet.

De griffier, B. VIGNERON. De voorzitter, Y. KREINS.

24 MEI 2011. - Koninklijk besluit tot wijziging van diverse besluiten betreffende de procedure voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State betreffende de vertrouwelijke stukken ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, artikel 17, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1991, 4 augustus 1996 en 15 september 2006, artikel 18, gewijzigd bij de wetten van 19 juli 1991, 22 december 1992 en 4 augustus 1996 en artikel 30, gewijzigd bij de wetten van 17 oktober 1990, 4 augustus 1996, 18 april 2000, 2 augustus 2002, 17 februari 2005, 15 september 2006 en 23 maart 2007;

Gelet op het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;

Gelet op het koninklijk besluit van 2 april 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000142 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom;

Gelet op het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 15 juli 2010;

Gelet op het advies nr. 48.806/2 van de Raad van State, gegeven op 3 november 2010, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en op het advies van de in de Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij : HOOFDSTUK I. - Wijziging aan het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Artikel 1.Artikel 87 van het besluit van de Regent van 23 augustus 1948 tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, gewijzigd bij koninklijk besluit van 25 april 2007 wordt vervangen als volgt : «

Art. 87.§ 1. De partijen en hun raadslieden kunnen ter griffie van het dossier van de zaak kennis nemen. § 2. Wanneer een partij een stuk indient en vraagt het niet ter kennis te brengen van de overige partijen, moet ze dat afzonderlijk neerleggen. Ze moet de vertrouwelijkheid ervan uitdrukkelijk aangeven, de motieven van haar verzoek uiteenzetten in het processtuk waarbij het bewuste stuk wordt gevoegd en een inventaris opmaken waarin het stuk wordt vermeld waarvoor vertrouwelijke behandeling wordt gevraagd.

Wanneer een partij of een verzoeker in tussenkomst om vertrouwelijke behandeling verzoekt van een stuk gevoegd bij het dossier ingediend door een andere partij of een andere verzoeker in tussenkomst, bezorgt diegene die om vertrouwelijke behandeling verzoekt aan de griffie een specifiek verzoek in die zin waarin duidelijk het stuk wordt vermeld waarvoor vertrouwelijke behandeling wordt gevraagd en de motieven van dat verzoek worden uiteengezet.

Wanneer in toepassing van artikel 23 van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, een stuk door een overheid wordt neergelegd, kan deze vragen dat het niet ter kennis wordt gebracht aan de partijen overeenkomstig het eerste en het tweede lid van deze paragraaf.

Wanneer niet voldaan wordt aan de voorwaarden van deze paragraaf, wordt het stuk niet vertrouwelijk behandeld. § 3. Wanneer het verzoek wordt ingediend overeenkomstig § 2, wordt het stuk waarvoor om vertrouwelijke behandeling wordt verzocht, voorlopig afzonderlijk in het dossier van de zaak opgenomen en mag het niet worden ingezien door de partijen behalve door die welke de vertrouwelijke behandeling heeft gevraagd of het genoemde stuk heeft ingediend. § 4. Als het verzoek om vertrouwelijke behandeling bij arrest wordt afgewezen, mogen de overige partijen van het stuk kennis nemen. » HOOFDSTUK II. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State

Art. 2.Artikel 15 van het koninklijk besluit van 5 december 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 05/12/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000143 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bepaling van de rechtspleging in kort geding voor de Raad van State wordt met een volgende lid aangevuld : « In voorkomend geval, wordt artikel 87, §§ 2 tot 4 van de algemene procedureregeling toegepast ».

Art. 3.Artikel 32 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met volgend lid : « In voorkomend geval, wordt artikel 87, §§ 2 tot 4 van de algemene procedureregeling toegepast. » HOOFDSTUK III. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 2 april 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000142 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom

Art. 4.Artikel 9 van het koninklijk besluit van 2 april 1991Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 02/04/1991 pub. 17/03/2011 numac 2011000142 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot regeling van de rechtspleging voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State inzake de dwangsom wordt aangevuld met volgend lid : « In voorkomend geval, wordt artikel 87, §§ 2 tot 4 van de algemene procedureregeling toegepast ». HOOFDSTUK IV. - Wijziging aan het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State

Art. 5.Artikel 38 van het koninklijk besluit van 30 november 2006Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 30/11/2006 pub. 01/12/2006 numac 2006000958 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Koninklijk besluit tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State sluiten tot vaststelling van de cassatie-procedure bij de Raad van State wordt met volgende lid aangevuld : « Wanneer stukken vertrouwelijk worden behandeld door het rechtscollege dat de bestreden beslissing heeft genomen, blijven zij dit ook voor de Raad van State. » HOOFDSTUK V. - Slotbepalingen

Art. 6.De Minister bevoegd voor Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 24 mei 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse zaken, Mevr. A. TURTELBOOM

^