Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 23 september 2020
gepubliceerd op 01 oktober 2020

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2020043186
pub.
01/10/2020
prom.
23/09/2020
ELI
eli/besluit/2020/09/23/2020043186/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

23 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het besluit dat de Regering de eer heeft U ter ondertekening voor te leggen, beoogt een aantal wijzigingen aan te brengen aan het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register.

Algemene commentaar Het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register bevat de bepalingen inzake de werking van het UBO-register. Dit UBO-register is het register zoals bedoeld in artikelen 73 tot 75 van de wet van 18 september 2017 betreffende de voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en de beperking van het gebruik van contanten (hierna de "wet van 18 september 2017" genoemd), ter omzetting van Richtlijn 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (hierna de "4e Richtlijn"), zoals gewijzigd bij Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en tot wijziging van Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU (hierna "5e Richtlijn" genoemd).

Dit register heeft tot doel te beschikken over een gecentraliseerde databank van alle personen die één van de juridische entiteiten geïdentificeerd in de wet van 18 september 2017 bezitten of er controle over uitoefenen.

Het hier voorliggende ontwerp van koninklijk besluit beoogt het koninklijk besluit van 30 juli 2018 volledig conform te maken aan de meest recente juridische ontwikkelingen en dit door een aantal wijzigingen door te voeren.

Deze wijzigingen zijn noodzakelijk voor de volgende redenen: - De toevoeging van een aantal bepalingen die door de Europese Commissie als tekortkomingen zijn aangemerkt in haar met redenen omkleed advies nr. 2017/0516 van 24 januari 2019 gericht tot het Koninkrijk België krachtens artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wegens niet-kennisgeving van de maatregelen tot omzetting in nationaal recht van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie ("4e Richtlijn"); - De bepalingen van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 volledig in overeenstemming brengen met Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU ("5e Richtlijn"). Het betreft in hoofdzaak technische correcties aan de terminologie; - Het aanpassen van de bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens om zo conform te zijn aan het huidig wettelijk kader, in het bijzonder aan Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming, "GDPR"), de wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens en aan de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten; - Het aanbrengen van een aantal technische en taalkundige correcties en aanvullingen.

Het ontwerp van koninklijk besluit en dit verslag werden aangepast overeenkomstig de adviezen van de Raad van State en de Gegevensbeschermingsautoriteit. Voor wat betreft de bepalingen inzake de verwerking van persoonsgegevens is in hoofdzaak voorrang gegeven aan het advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit.

Artikelsgewijze commentaar Artikel 1 Het voorliggende ontwerp strekt in hoofdzaak tot de gedeeltelijke omzetting in het Belgische recht van Richtlijn 2015/849 en Richtlijn 2018/843. Overeenkomstig artikel 67, lid 1, paragraaf 6 van Richtlijn 2015/849 en artikel 4, lid 1, paragraaf 2, van Richtlijn 2018/843 bevat het ontwerpartikel een verwijzing naar die Richtlijnen.

Het betreft een gedeeltelijke omzetting daar de meeste bepalingen van deze Richtlijnen zijn omgezet door andere wetgeving, in het bijzonder door de wet van 18 september 2017.

Art. 2.

Dit ontwerpartikel actualiseert de definities in punten 11° en 12° van het huidig artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018.

Art. 3.

Ontwerpartikel 3 actualiseert de verwijzingen naar het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Punt 15° van artikel 3 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 heeft tot doel het percentage te identificeren van het kapitaal of van de stemrechten waarover de uiteindelijke begunstigde beschikt die toebehoort aan de in artikel 4, 27°, van de wet van 18 september 2017 bedoelde categorie, en dit op elk niveau van de controle- of eigendomsstructuur.

Ontwerpartikel 3 voegt een precisering toe aan punt 15°, b), zodat het duidelijk wordt dat de informatie die door de informatieplichtigen aan het UBO-register moet worden meegedeeld de informatie is voor elke niveau van de eigendomsstructuur. Dit om de aard en de omvang van het uiteindelijke belang van de uiteindelijke begunstigde preciezer te identificeren.

In punt 15° wordt ook de bepaling onder c) toegevoegd om te verduidelijken dat de middelen waarmee de controle wordt uitgeoefend geregistreerd dienen te worden.

Punten 4° en 6° van het ontwerpartikel beogen het verzekeren van de doeltreffende toegang door de bevoegde autoriteiten tot de toereikende, accurate en actuele informatie over de uiteindelijke begunstigden.

Deze punten voegen aldus de verplichting toe voor de informatieplichtigen die een vennootschap, een (internationale) vereniging zonder winstoogmerk of stichting zijn om elk document te verstrekken dat aantoont dat de informatie opgenomen in het register toereikend, accuraat en actueel is.

Art. 4.

Ontwerpartikel 4, punt a), is een technische correctie om zo de aangewende terminologie volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Bovendien wordt artikel 4 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 aangevuld om de doeltreffendheid te garanderen van de toegang door de bevoegde autoriteiten tot de toereikende, accurate en actuele informatie over de uiteindelijke begunstigden.

Dit ontwerpartikel voegt daarom de verplichting toe voor de informatieplichtigen die een trust, fiducie of soortgelijke juridische constuctie zijn om elk document te verstrekken dat aantoont dat de informatie opgenomen in het register toereikend, accuraat en actueel is.

Dit ontwerpartikel voegt eveneens de nodige precisering toe aan de registratie in het UBO-register van de uiteindelijke begunstigden voor zijn juridische constructies, met name het zich voorafgaandelijk inschrijven in de Kruispuntbank van Ondernemingen om een uniek identificatienummer toegekend te krijgen. Dit is een noodzakelijke toevoeging om de omzetting van artikel 31, lid 3bis van de 4e Richtlijn operationeel te maken aangezien de registratie in het register enkel kan plaatsvinden via het uniek identificatienummer dat toegekend wordt volgend op de inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Art. 5.

Ontwerpartikel 5 actualiseert de verwijzingen naar het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Art. 6.

Punt a) verduidelijkt dat de toegang tot de gegevens voor de bevoegde autoriteiten en de onderworpen entiteiten betrekking heeft op zowel de actuele gegevens die op het moment van de raadpleging in het register beschikbaar zijn als op de historiek van de wijzigingen zoals ze door het register bewaard worden.

De toegang tot de historiek van de gegevens betreffende de UBO is een doorslaggevend element dat toelaat de effectiviteit van het ingestelde systeem te garanderen. Deze toegang is namelijk nodig om de gebruikers toe te laten hun analyses uit te voeren rekening houdend met de historische evoluties van de controlestructuur van de informatieplichtige.

Deze wijziging is bovendien noodzakelijk voor de omzetting van (met name) de artikelen 30, §§ 5 en 6, en 31, §§ 3bis en 4, van de Richtlijn.

Punt b) en c) in het ontwerpartikel zorgt voor de correcte omzetting van artikel 30, leden 5 en 6 van de 4e Richtlijn zoals gewijzigd door artikel 1, c) en d) van de 5e Richtlijn, door het toevoegen van de woorden "tijdig en zonder enige beperking" in punt 1° en het woord "tijdig" in punt 2°.

Zoals de Europese Commissie vaststelt in haar met redenen omkleed advies nr. 2017/0516 van 24 januari 2019 gericht tot het Koninkrijk België krachtens artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wegens niet-kennisgeving van de maatregelen tot omzetting in nationaal recht van de 4e Richtlijn, is deze toevoeging noodzakelijk om een correcte omzetting van de voornoemde bepalingen van deze Richtlijn te verzekeren.

Het punt d) is een technische correctie om zo de in het Nederlands aangewende terminologie volledig in overeenstemming te brengen met de 5e Richtlijn.

Art. 7.

Punt a) verduidelijkt dat de toegang tot de gegevens voor de bevoegde autoriteiten en de onderworpen entiteiten betrekking heeft op zowel de actuele gegevens die op het moment van de raadpleging in het register beschikbaar zijn als op de historiek van de wijzigingen zoals ze door het register bewaard worden.

De toegang tot de historiek van de gegevens betreffende de UBO is een doorslaggevend element dat toelaat de effectiviteit van het ingestelde systeem te garanderen. Deze toegang is namelijk nodig om de gebruikers toe te laten hun analyses uit te voeren rekening houdend met de historische evoluties van de controlestructuur van de informatieplichtige.

Deze wijziging is bovendien noodzakelijk voor de omzetting van (met name) de artikelen 30, §§ 5 en 6, en 31, §§ 3bis en 4, van de Richtlijn.

Het punt b) in dit ontwerpartikel is een technische correctie om zo de aangewende terminologie volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Punt c) zorgt voor de correcte omzetting van artikel 31, leden 3 en 4 van de 4e Richtlijn zoals gewijzigd door artikel 1, c) en d) van de 5e Richtlijn.

Zoals de Europese Commissie vaststelt in haar met redenen omkleed advies nr. 2017/0516 van 24 januari 2019 gericht tot het Koninkrijk België krachtens artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wegens niet-kennisgeving van de maatregelen tot omzetting in nationaal recht van de 4e Richtlijn, is deze toevoeging noodzakelijk om een correcte omzetting van de voornoemde bepalingen van deze Richtlijn te verzekeren.

Punt d) verduidelijkt dat de toegang voor elk lid van de bevolking tot de gegevens voor wat betreft de vereniging zonder winstoogmerk, een internationale vereniging zonder winstoogmerk of een stichting betrekking heeft op de gegevens van de personen bedoeld in artikel 4, 27°, c), i) tot en met iv), van de wet van 18 september 2017. Dit zijn de personen, respectievelijk bedoeld in artikel 9:5, eerste lid, artikel 10:9 en artikel 11:7 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, de personen die gemachtigd zijn de vereniging te vertegenwoordigen overeenkomstig artikel 9:7, § 2, van hetzelfde Wetboek, de personen belast met het dagelijks bestuur van de (internationale) vereniging of stichting, bedoeld respectievelijk in artikel 9:10, artikel 11:14, en artikel 10:10, van hetzelfde Wetboek en de stichters van een stichting, bedoeld in artikel 1:3, van hetzelfde Wetboek. Het betreft informatie die ook opgenomen is in de Kruispuntbank van Ondernemingen.

Punt e) is een technische correctie om zo de aangewende terminologie volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Punt f) vervangt de bepaling onder 4° in artikel 7 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 om deze in overeenstemming te brengen met de tekst van artikel 31, lid 4, paragraaf 1, d) van de 4e Richtlijn zoals gewijzigd door artikel 1), 16), d) van de 5e Richtlijn.

Art. 8 Het ontwerpartikel 8 preciseert dat de documenten bedoeld in artikelen 4 en 5 van het ontwerp van besluit enkel toegankelijk zijn voor de bevoegde autoriteiten.

Vanuit het oogpunt van de toepassing van hun waakzaamheidsverplichtingen ten aanzien van hun cliënten is het niet passend geacht om de onderworpen entiteiten toegang te geven tot deze documenten.

Art. 9 Dit ontwerpartikel bevat technische correcties om zo de aangewende terminologie in artikel 9 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Art. 10 Dit ontwerpartikel bevat technische correcties om zo de aangewende terminologie in artikel 10 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Art. 11 Dit ontwerpartikel brengt de bewoordingen van artikel 11, § 1, 2°, in overeenstemming met de wijzigingen aangebracht in ontwerpartikel 7, e).

Art. 12 In dit ontwerpartikel wordt een tweede lid toegevoegd aan artikel 12 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018. Dit tweede lid zorgt voor de omzetting van artikelen 30, lid 7, en 31, lid 7, van de 4e Richtlijn. Zoals de Europese Commissie vaststelt in haar met redenen omkleed advies nr. 2017/0516 van 24 januari 2019 gericht tot het Koninkrijk België krachtens artikel 258 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, wegens niet-kennisgeving van de maatregelen tot omzetting in nationaal recht van de 4e Richtlijn, is deze toevoeging noodzakelijk om een correcte omzetting van de voornoemde bepalingen van deze richtlijn te verzekeren.

Deze bepaling voorziet de tijdige en kosteloze verstrekking door de bevoegde autoriteiten van de door hen op grond van het register verkregen informatie betreffende de uiteindelijke begunstigde aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten.

Deze verstrekking dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van Titel 5 van de wet van 18 september 2017 zoals ingevoegd door de wet van 20 juli 2020 houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten. Deze Titel bevat met name alle bepalingen over nationale en internationale samenwerking voor de toepassing van de wet van 18 september 2017.

Om te zorgen dat er geen oneigenlijk gebruik wordt gemaakt van de verstrekte informatie dienen de bevoegde autoriteiten onderling samenwerkingsakkoorden te sluiten om de voorwaarden en de modaliteiten van de informatieverstrekking vast te leggen.

Art. 13 Ontwerpartikel 13 bevat technische correcties om zo de aangewende terminologie in artikel 14 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Art. 14 Ontwerpartikel 14 bevat in punt 1° technische correcties om zo de aangewende terminologie in artikel 16 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 volledig in overeenstemming te brengen met die in de 4e en 5e Richtlijn.

Punt 2° voegt een bepaling toe aan paragraaf 2 van artikel 16 om zo de correcte omzetting te verzekeren van artikel 30, lid 9, en artikel 31, lid 7bis, van de 4e Richtlijn zoals gewijzigd door de 5e Richtlijn.

Deze bepaling bevat de door de Richtlijn opgelegde verplichting om te voorzien in een recht op een bestuurlijke toetsing bij een beslissing van de Administratie van de Thesaurie inzake beperkingen tot toegang via het register tot informatie over uiteindelijke begunstigden die een verzoek tot een dergelijke beperking hebben ingediend bij deze Administratie.

De bewoording "bestuurlijke toetsing" in de Richtlijn is een Nederlandse vertaling die werd behouden tijdens de finale onderhandelingen van de 5e Richtlijn en is een terminologie die wordt aangewend in Nederland. De door België voorgestelde terminologie van "administratieve herziening" werd niet weerhouden. Maar het betreft wel degelijk de mogelijk om bij de beslissende overheid een verzoek tot herziening van de beslissing in te dienen. Het beroep dat mogelijk is bij de Raad van State valt onder de in de Richtlijn aangewende terminologie van "op een doeltreffende voorziening in rechte".

De bepaling stelt dat deze herziening in eerste instantie op elektronische wijze verloopt. Alvorens dit te doen, dienen de betrokkenen de mogelijkheid te hebben hun argumenten naar voor te kunnen brengen. Deze bepaling voorziet daartoe in de eerste plaats een elektronische procedure. De Federale Overheidsdienst Financiën wenst namelijk om zoveel mogelijk op digitale wijze te werken. De betrokkene kan uiteraard wel nog steeds verzoeken om ook mondeling te worden gehoord. Daarnaast kan de betrokkene die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt ook zijn verzoek op papier indienen.

Na een onderzoek van het dossier zal de Administratie van de Thesaurie een definitieve beslissing nemen.

Punt 3° in het ontwerpartikel is een technische correctie in de Nederlandse tekst.

Art. 15 Dit ontwerpartikel actualiseert in punt 1° de verwijzingen naar het wetgevend kader inzake de bescherming van persoonsgegevens.

Punt 2° zorgt voor de correcte omzetting van artikel 30, lid 10, en 31, lid 9, van de 4e Richtlijn.

Punt 3° is een technische correctie in de Nederlandse tekst.

Art. 16 Punt 1° van dit ontwerpartikel heeft tot doel te verduidelijken dat de minister van Financiën zijn bevoegdheid kan delegeren om een administratieve sanctie te nemen.

Punt 2° zorgt er voor dat er ook administratieve boetes opgelegd kunnen worden bij inbreuken op de informatieverplichtingen voor wat betreft de uiteindelijke begunstigden van trusts, fiducieën of soortgelijke juridische constructies. Deze mogelijkheid is de omzetting van artikel 31, lid 1, paragraaf 3 van de 4e Richtlijn zoals gewijzigd bij artikel 1, 16), a).

Punt 3° bevat technische correcties.

Punten 4° en 5° voorzien de elektronische procedure voor het horen of oproepen van de entiteiten of personen die een administratieve boete opgelegd kunnen krijgen omdat zij de verplichtingen inzake het overmaken van de informatie aan het UBO-register niet hebben nageleefd. De Federale Overheidsdienst Financiën wenst namelijk om zoveel mogelijk op digitale wijze te werken. De betrokkene kan uiteraard wel nog steeds verzoeken om ook mondeling te worden gehoord.

Art. 17 Ontwerpartikel 17 heft het artikel 19 op van het koninklijk besluit van 30 juli 2018. Paragraaf 1 van dit artikel is vernietigd door de Raad van State bij arrest nr. 247.922. De inhoud van dit artikel 19 alsook de nodige wijzigingen ervan zullen worden opgenomen in de wet van 18 september 2017. Zoals de Raad van State opmerkt, kan een aangelegenheid die betrekking heeft op een afwijking van het beroepsgeheim, in principe enkel worden geregeld bij wet.

Art. 18 tot en met 20 De ontwerpartikelen 18 tot en met 20 hergroeperen en vervangen de bepalingen inzake de bescherming van persoonsgegevens om deze in overeenstemming te brengen met het wetgevend kader hieromtrent.

Toen de wet van 18 september 2017 en het besluit van 30 juli 2018 werden opgesteld werd de bescherming van persoonsgegevens op het Europese niveau geregeld door Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens, en op nationaal niveau door de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens, die de voornoemde Richtlijn omzet.

De regelgeving betreffende de bescherming van persoonsgegevens werd sindsdien grondig hervormd, zowel op het Europese niveau als op het nationale niveau. Derhalve moet met deze regelgeving rekening worden gehouden in het koninklijk besluit van 30 juli 2018 alsook met de aangepaste bepalingen inzake gegevensbescherming in de wet van 18 september 2017 zoals gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020 houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten.

Artikel 19 voorziet in de aanduiding van de FOD Financiën als de verwerkingsverantwoordelijke. De Administratie van de Thesaurie maakt integraal deel uit van de FOD Financiën. Ook in andere wetgeving wordt de FOD Financiën aangeduid als verwerkingsverantwoordelijke en niet de aparte administraties. Problemen met persoonsgegevens worden beheerd door de centrale diensten van de FOD Financiën zonder dat de Administratie van de Thesaurie haar eigen regels of beleid kan vaststellen ter zake.

De verwerking van de persoonsgegevens dient te gebeuren overeenkomstig de bepalingen van de algemene verordening gegevensbescherming GDPR, en in het bijzonder de uitoefening door de betrokkenen van hun rechten.

De Raad van State merkt op dat de ontwerpbepaling eerder vaag blijft en dat dit zou kunnen aangevuld worden. Om de tekst niet onnodig te verzwaren en ook omdat de Gegevensbeschermingsautoriteit hier geen bezwaar heeft op de tekst, is er voor gekozen om enkel hier in het Verslag deze aanvulling te voorzien.

De artikelen van de GDPR waar naar verwezen wordt, met name de artikelen 12 tot 22 en 34 betreffen de rechten van de betrokkenen waarvan de persoonsgegevens door het UBO-register worden verwerkt. Het betreft met name: - de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EU) 2016/679 betreffende de transparantie van informatie verstrekt aan de betrokkene en de nadere regels voor de uitoefening van de rechten; - de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 13 van Verordening (EU) 2016/679 betreffende de te verstrekken informatie wanneer bij de betrokkene persoonsgegevens worden verzameld; - de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 14 van Verordening (EU) 2016/679 betreffende de te verstrekken informatie wanneer de persoonsgegevens niet van de betrokkene zijn verkregen; - de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 15 van Verordening (EU) 2016/679 betreffende de toegang tot persoonsgegevens van de betrokkene; - de rechten als bedoeld in artikel 16 van Verordening (EU) 2016/679 van de betrokkene om zijn persoonsgegevens die onjuist zijn te laten rectificeren; - de rechten als bedoeld in artikel 17 van Verordening (EU) 2016/679 van de betrokkene om de wissing van deze gegevens te bekomen ("recht op vergetelheid"); - de rechten als bedoeld in artikel 18 van Verordening (EU) 2016/679 van de betrokkene betreffende de beperking van de verwerking; - de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 19 van Verordening (EU) 2016/679 dat de verwerkingsverantwoordelijke een kennisgevingsplicht oplegt aan ontvangers aan wie persoonsgegevens werden verstrekt wanneer de betrokkene de rectificatie of wissing van zijn persoonsgegevens of verwerkingsbeperking van deze gegevens vraagt; - het recht op overdraagbaarheid van de gegevens als bedoeld in artikel 20 van Verordening (EU) 2016/679; - het recht van bezwaar van de betrokkene als bedoeld in artikel 21 van Verordening (EU) 2016/679 tegen de verwerking van zijn persoonsgegevens voor het vervullen van een taak van algemeen belang, waaronder profilering; - de rechten als bedoeld in artikel 22 van Verordening (EU) 2016/679 van de betrokkene om niet te worden onderworpen aan een uitsluitend op geautomatiseerde verwerking, waaronder profilering, gebaseerd besluit waaraan voor hem rechtsgevolgen zijn verbonden of dat hem anderszins in aanmerkelijke mate treft; - de rechten en verplichtingen als bedoeld in artikel 34 van Verordening (EU) 2016/679 dat de verwerkingsverantwoordelijke de verplichting oplegt aan de betrokkene inbreuken mee te delen in verband met persoonsgegevens die waarschijnlijk een hoog risico inhouden voor zijn rechten en vrijheden overeenkomstig dit artikel.

De betrokkene die zijn rechten wil uitoefenen, zal zijn aanvraag richten aan de aangeduide verwerkingsverantwoordelijke, dit is de FOD Financiën.

Van belang is wel te vermelden dat artikel 23 van de GDPR onverminderd van toepassing blijft. Het betreft hier de mogelijkheid om in bepaalde gevallen toch beperkingen te kunnen opleggen op de rechten van de betrokkene. Bijkomend zijn ook van toepassing de bepalingen van de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten. Dit betreft het toelaten van de uitvoering van de processen van datamining en datamatching op de verzamelde gegevens en de verwerkingen die de voorbereiding, de organisatie, het beheer en de opvolging van de door de bevoegde diensten van de Federale Overheidsdienst Financiën gevoerde onderzoeken, met inbegrip van de procedures voor de eventuele toepassing van een administratieve geldboete of administratieve sanctie, tot doel hebben.

Ontwerpartikel 20 heft de huidige artikelen 22 en 23 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 op. De rechten van de uiteindelijke begunstigde worden nu rechtstreeks geregeld door Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming GDPR), met name door de artikelen 12 tot 22 en 34. Het is niet meer nodig dit in het KB op te nemen aangezien de GDPR rechtstreeks van toepassing is: - het recht op rectificatie en correctie: zie artikel 16 GDPR, - mededeling aan de uiteindelijke begunstigde: artikel 13 GDPR voorziet de verplichting om aan de betrokkene de in dit artikel opgesomde elementen van informatie mee te delen, daarin dus inbegrepen het feit dat ze zijn opgenomen in de gegevens van de UBO-register.

Art. 21 Dit ontwerpartikel zorgt er voor dat de bewaartermijn bepaald in artikel 25 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 ook van toepassing is op de gegevens verkregen op basis van de koppeling van de registers van de lidstaten.

Art. 22 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

23 SEPTEMBER 2020. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, artikelen 75, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020 en 133, § 3, tweede lid, ingevoegd bij dezelfde wet;

Gelet op het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register;

Gelet op de regelgevingsimpactanalyse uitgevoerd op 8 juli 2020 overeenkomstig artikelen 6 en 7 van de wet van 15 december 2013 houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 juli 2020;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 15 juli 2020;

Gelet op het advies nr. 89/2020 van de Gegevensbeschermingsautoriteit, gegeven op 11 september 2020;

Gelet op het advies n° 67.849/2/V van de Raad van State, gegeven op 2 september 2020, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van Richtlijn 2015/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie, en van Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU.

Art. 2.In artikel 2 van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de bepaling onder 11° wordt vervangen als volgt: "11° "Verordening 2016/679": Verordening (EU) 2016/679 van het Europees parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (algemene verordening gegevensbescherming);"; b) de bepaling onder 12° wordt vervangen als volgt: "12° "wet van 30 juli 2018": wet van 30 juli 2018 betreffende de bescherming van natuurlijke personen met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens;".

Art. 3.In artikel 3 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1, inleidende zin, worden de woorden "14/1, tweede en derde lid, van het Wetboek van Vennootschappen" vervangen door de woorden "1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen"; 2° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 15°, b), vervangen als volgt: "b) in het geval van een onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde en wanneer de controle het gevolg is van eigendom van of onrechtstreekse controle over een voldoende percentage aandelen of stemrechten in de informatieplichtige, het gewogen percentage aandelen of stemrechten dat de uiteindelijke begunstigde aanhoudt of controleert in de informatieplichtige en in elke intermediair;"; 3° in dezelfde paragraaf wordt de bepaling onder 15° aangevuld met de bepaling onder c), luidende: "c) in het geval van een onrechtstreekse uiteindelijke begunstigde bedoeld in artikel 4, 27°, a), ii), van de wet van 18 september 2017, de manier(en) waarop de uiteindelijke begunstigde de informatieplichtige controleert;"; 4° paragraaf 1 wordt aangevuld met de bepaling onder 16°, luidende: "16° Elk document dat aantoont dat de informatie met betrekking tot een uiteindelijke begunstigde bedoeld in de punten 1° tot 15° adequaat, nauwkeurig en actueel is;"; 5° in paragraaf 2, inleidende zin, worden de woorden "58/11, derde en vierde lid, van de wet van 27 juni 1921" vervangen door de woorden "1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen"; 6° dezelfde paragraaf wordt aangevuld met de bepaling onder 13°, luidende: "13° Elk document dat aantoont dat de informatie met betrekking tot een uiteindelijke begunstigde bedoeld in de punten 1° tot 12° adequaat, nauwkeurig en actueel is.".

Art. 4.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in paragraaf 1, eerste lid, worden in de eerste zin de woorden "gelijkaardige juridische entiteiten" vervangen door de woorden "soortgelijke juridische constructies"; b) dezelfde paragraaf, eerste lid, wordt aangevuld met de bepaling onder 12°, luidende: "12° Elk document dat aantoont dat de informatie met betrekking tot een uiteindelijke begunstigde bedoeld in de punten 1° tot 11° adequaat, nauwkeurig en actueel is;"; c) in dezelfde paragraaf wordt het tweede lid opgeheven; d) paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Voorafgaand aan de registratie van hun uiteindelijke begunstigden schrijven trusts, fiduciebeheerders en gelijkaardige juridische constructies, bedoeld in het eerste lid, zich in bij de Kruispuntbank van Ondernemingen, overeenkomstig artikel III.16 van het Wetboek van economisch recht.".

Art. 5.In artikel 5 van hetzelfde besluit worden de woorden "14/1, derde lid van het Wetboek van vennootschappen, 58/11, vierde lid van de wet van 27 juni 1921," vervangen door de woorden "1:35 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen".

Art. 6.In artikel 6 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin worden de woorden "de gegevens van het register" vervangen door de woorden "de actuele gegevens van het register en de historiek van de wijzigingen ervan";b) de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de woorden ", tijdig en zonder enige beperking";c) in de bepaling onder 2° worden de woorden ", tijdig en" ingevoegd tussen het woord "entiteiten" en de woorden "in het kader van"; d) de bepaling onder 3° wordt vervangen als volgt: "3° elk lid van de bevolking.";

Art. 7.In artikel 7 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in de inleidende zin worden de woorden "de gegevens van het register" vervangen door de woorden "de actuele gegevens van het register en de historiek van de wijzigingen ervan";b) in dezelfde zin worden de woorden "gelijkaardige juridische entiteiten" vervangen door de woorden "soortgelijke juridische constructies";c) de bepaling onder 1° wordt aangevuld met de woorden ", tijdig en zonder enige beperking"; d) de bepaling onder 2° /1 wordt ingevoegd, luidende: "2° /1 elk lid van de bevolking, voor wat betreft de gegevens van de uiteindelijke begunstigden bedoeld in artikel 4, 27°, c), i) tot en met iv), van de wet van 18 september 2017;"; a) in de bepaling onder 3° worden de woorden "andere persoon of organisatie" vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersoon"; b) de bepaling onder 4° wordt vervangen als volgt: "4° elke natuurlijke of rechtspersoon die een schriftelijke aanvraag indient bij de Administratie van de Thesaurie met betrekking tot een trust, fiducie of soortgelijke juridische constructie die zeggenschap heeft in een andere dan de in artikel 1:33 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde vennootschap of rechtspersoon of in een andere juridische entiteit, hetzij door rechtstreekse of indirecte eigendom, met inbegrip van het houden van toonderaandelen, hetzij via zeggenschap met andere middelen.".

Art. 8.Artikel 8, § 1, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende: "De onderworpen entiteiten hebben geen toegang tot de documenten bedoeld in artikelen 3, § 1, 16°, § 2, 13° en 4, § 1, 12°. ".

Art. 9.In artikel 9 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "Elke burger" vervangen door de woorden "Elk lid van de bevolking";2° in paragraaf 2 worden de woorden "de personen en organisaties" vervangen door de woorden "het lid van de bevolking".

Art. 10.In artikel 10 van hetzelfde besluit worden de woorden "personen of organisaties", "persoon of organisatie" en "personen en organisaties" telkens vervangen door de woorden "natuurlijke of rechtspersonen".

Art. 11.In artikel 11, § 1, wordt de bepaling onder 2° vervangen als volgt: "2° elk document dat aantoont dat de bij de aanvraag van informatie betrokken informatieplichtige zeggenschap heeft in een andere dan de in artikel 1:33 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen bedoelde vennootschappen en rechtspersonen, of in een andere juridische entiteit.".

Art. 12.Artikel 12 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een lid, luidende: "De bevoegde autoriteiten verstrekken de door hen op grond van artikelen 6, 1°, en 7, 1°, verkregen informatie betreffende de uiteindelijke begunstigde tijdig en kosteloos aan de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten. Onverminderd de bepalingen van Titel 5 van de wet van 18 september 2017 en na advies van de Gegevensbeschermingsautoriteit, sluiten de bevoegde autoriteiten met de bevoegde autoriteiten van de andere lidstaten samenwerkingsakkoorden om de voorwaarden en de modaliteiten betreffende deze informatieverstrekking vast te leggen en om te garanderen dat de gecommuniceerde gegevens in geen geval worden gebruikt, herwerkt of verspreid voor doeleinden die niet verenigbaar zijn met de nagestreefde doelstellingen vermeld in artikelen 1, 64 en 74, § 1, eerste lid, van de wet van 18 september 2017.".

Art. 13.In artikel 14 van hetzelfde besluit worden de woorden "personen en organisaties" vervangen door de woorden "natuurlijke en rechtspersonen".

Art. 14.In artikel 16 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in paragraaf 1 worden de woorden "personen en organisaties" vervangen door de woorden "natuurlijke en rechtspersonen";2° paragraaf 2 wordt aangevuld met een lid, luidende: "Wanneer de Administratie van de Thesaurie geen beperking van toegang toestaat tot alle of een gedeelte van de informatie kan de uiteindelijke begunstigde, die overeenkomstig paragraaf 1 een verzoek indiende, binnen een termijn van twee maanden vanaf de ontvangst van de beslissing tot het niet beperken van de toegang, een schriftelijk vezoek tot herziening van deze beslissing voorleggen aan de Administratie van de Thesaurie en dit bij voorkeur op elektronische wijze.De betrokken uiteindelijke begunstigde die niet over de nodige informaticamiddelen beschikt, kan zijn verzoek indienen op papier via aangetekende zending. Hij kan ook steeds verzoeken om mondeling gehoord te worden. De Administratie van de Thesaurie neemt een definitieve beslissing na een onderzoek van het verzoek tot herziening. De Minister kan voor de toepassing van dit lid aanvullende modaliteiten en procedureregels bepalen.". 3° in paragraaf 4 wordt het woord "hij" opgeheven.

Art. 15.In artikel 17, § 2, van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in de eerste zin worden de woorden "de wet van 8 december 1992" vervangen door de woorden "de toepassing van Verordening 2016/679, de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten, artikelen 64 en 65 van de wet van 18 september 2017 en de wet van 30 juli 2018";2° in de bepaling onder 4° wordt na de eerste zin de volgende zinnen ingevoegd: "Het register wordt met deze gelijkaardige registers gekoppeld via het bij artikel 22, lid 1, van Richtlijn 2017/1132/EU van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht ingestelde Europees centraal platform.Deze koppeling gebeurt overeenkomstig de technische specificaties en procedures die zijn bepaald in door de Europese Commissie overeenkomstig artikel 24 van Richtlijn 2017/1132/EU en artikel 31bis van Richtlijn 2015/849/EU van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie. De op grond van deze koppeling verkregen gegevens zijn toegankelijk overeenkomstig de bepalingen van de wet van 18 september 2017 en van dit besluit."; 3° in het tweede lid wordt het "woord "doelstelling" vervangen door het woord "doelstellingen".

Art. 16.In artikel 18 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzigingen aangebracht: 1° in het eerste lid worden de woorden "of zijn gedelegeerde" ingevoegd tussen de woorden "De Minister" en het woord "kan";2° in hetzelfde lid worden de woorden "artikel 3, een administratieve geldboete opleggen overeenkomstig" vervangen door de woorden "artikelen 3 en 4, de administratieve geldboetes opleggen vermeld in";3° in het tweede lid worden de woorden "voornoemd artikel" vervangen door de woorden "voornoemde artikelen" en het woord "werd" telkens vervangen door "werden"; 4° wordt tussen het tweede en derde lid een lid ingevoegd, luidende: "Het horen of oproepen bedoeld in het eerste lid gebeurt overeenkomstig artikel 133, § 3, tweede lid, van de wet van 18 september 2017."; 5° in het vroegere derde lid, dat het vierde lid wordt, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) de woorden "met een bij de post aangetekend schrijven" worden vervangen door de woorden "door de Administratie van de Thesaurie op elektronische wijze";b) dit lid wordt aangevuld met de volgende zinnen: "Elk overeenkomstig dit artikel door de Administratie van de Thesaurie verzonden bericht, bevat een vaste datum die geldt als datum van de terbeschikkingstelling van het bericht, die de van toepassing zijnde termijnen doet lopen.Elk overeenkomstig dit artikel verzonden bericht door de informatieplichtige maakt het voorwerp uit van een automatische elektronische ontvangstbevestiging. De datum van de ontvangstbevestiging geldt als datum van de ontvangst van de informatie door de Administratie van de Thesaurie.".

Art. 17.Artikel 19 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 18.Artikel 20 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt: "

Art. 20.§ 1. De Federale Overheidsdienst Financiën vertegenwoordigd door de voorzitter van het Directiecomité is de verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de Verordening 2016/679 en van de wet van 30 juli 2018 met betrekking tot de verwerking van persoonsgegevens die zij krachtens de wet van 18 september 2017 en dit besluit verzamelt, verwerkt en opslaat voor de doeleinden bedoeld in artikelen 1, 64 en 74, § 1, eerste lid, van de wet van 18 september 2017.

De in het eerste lid bedoelde persoonsgegevens worden verzameld, verwerkt en opgeslagen voor de uitvoering van: 1° de bevoegdheden van de Administratie van de Thesaurie inzake het register, als bepaald in Boek IV, Titel 2, van de wet van 18 september 2017 en in dit besluit;2° de bevoegdheden van de Administratie van de Thesaurie inzake administratieve sancties, als bepaald in artikel 133, § 3, tweede lid, van dezelfde wet en artikel 18 van dit besluit. § 2. De verzameling, verwerking en opslag gebeurt overeenkomstig de bepalingen van Verordening 2016/679 en de uitoefening door de uiteindelijke begunstigden van de rechten bedoeld in de artikelen 12 tot 22 en 34 van deze Verordening 2016/679.

De Minister kan de lijst bepalen van de documenten die bij het verzoek tot inzage overeenkomstig artikel 15 van Verordening 2016/679 moeten worden gevoegd alsook de technische modaliteiten betreffende de overdracht, de verwerking, de registratie en de bewaring van deze verzoeken. § 3. In afwijking van paragraaf 2 zijn artikelen 5, § 1, en 11 tot en met 11/3 van de wet van 3 augustus 2012 houdende bepalingen betreffende de verwerking van persoonsgegevens door de Federale Overheidsdienst Financiën in het kader van zijn opdrachten onverminderd van toepassing op de in paragrafen 1 en 2 bedoelde persoonsgegevens.".

Art. 19.In artikel 21 van hetzelfde besluit worden de volgende wijzingen aangebracht: 1° vóór het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende: "De informatieplichtigen zijn verantwoordelijk voor de verwerkingen van de persoonsgegevens die ze verrichten om te voldoen aan de verplichtingen die op hen rusten krachtens Verordening 2016/679, de wet van 30 juli 2018, de wet van 18 september 2017 en dit besluit."; 2° in het vroegere eerste lid, dat het tweede lid wordt, wordt in de bepaling onder 2° het woord ", verwerking" ingevoegd tussen de woorden "de registratie" en de woorden "en de bewaring"; 3° in hetzelfde lid, wordt de bepaling onder 5° vervangen als volgt: "5° de rechten van de uiteindelijke begunstigde zoals bepaald in artikelen 12 tot 22 en 34 van Verordening 2016/679;"; 4° in hetzelfde lid wordt de bepaling onder 6° opgeheven; 5° het vroegere tweede lid, dat het derde lid wordt, wordt vervangen als volgt: "De informatieplichtige dient, onder zijn uitsluitende verantwoordelijkheid, de in zijn eigen bestanden geregistreerde onjuiste gegevens met betrekking tot zijn uiteindelijke begunstigden te verbeteren of te verwijderen overeenkomstig artikel 5, lid 1, d) van Verordening 2016/679 en deze wijzigingen onverwijld aan het register mee te delen.".

Art. 20.Artikelen 22 en 23 van hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 21.In artikel 25 van hetzelfde besluit worden de woorden "3 en 4" vervangen door de woorden "3, 4 en 17, § 2, 4°, ".

Art. 22.De minister bevoegd voor financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 2020.

FILIP Van Koningswege : De Vice-Eerste minister en Minister van Financiën, A. DE CROO

Omzetting Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU Concordantietabel Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register - Richtlijn

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register

Richtlijn (EU) 2018/843

Richtlijn (EU) 2015/849 als gewijzigd door Richtlijn (EU) 2018/843

Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register na wijzigingen

Artikel 1

Art. 4

-----

Artikel 1

Art. 2

-----

-----

Art. 2

Art. 3

Art. 1, 15) a) i)

Art. 30 (1,) § 1

Art. 3

Art. 4

Art. 1, 16) a) en b)

Art. 31 (1), §§ 1 en 2 en (2)

Art. 4

Art. 5

Art. 1,16) a) en j)

Art. 31 (1), §§ 1 en 3

Art. 5

Art. 6

Art. 1, 15) c) en e)

Art. 30 (5), § 1 Art. 30 (6), §§ 1 en 2

Art. 6

Art. 7

Art. 1, 15) c) punt c) Art. 1, 16) a) en d)

Art. 30 (5), § 1, punt c) Art. 31 (1), § 1, (3) en (4), § 1

Art. 7

Art. 8

-----

-----

Art. 8, § 1

Art. 9

Art. 1, 15) c)

Art. 30 (5), § 2

Art. 9

Art. 10

Art. 1, 16) a) en d)

Art. 31 (1), § 1 en (4), §§ 1 en 2

Art. 10

Art. 11

Art. 1, 16) d)

Art. 31 (4) §§ 1 en 2

Art. 11

Art. 12

Art. 1, 15) f) Art. 1, 16) g) en j)

Art. 30 (7) Art. 31 (7) en (9), § 3

Art. 12

Art. 13

Art. 1, 15) d) Art. 1 16) e)

Art. 30 (5bis) Art. 31 (4bis)

Art. 14

Art. 14

Art. 1, 15) g) Art. 1, 16) h)

Art. 30 (9) Art. 31 (7bis)

Art. 16

Art. 15

Art. 1, 15) g) Art. 1, 16) j)

Art. 30 (10) Art. 31 (9)

Art. 17

Art. 16

Art. 1, 15) a) i) Art. 1, 16) a)

Art. 30 (1), § 1 Art. 31 (1), § 3

Art. 18

Art. 17

------

-----

Art. 19 opgeheven

Art. 18

Art. 1, 16) j)

Art. 31 (9), § 3

Art. 20

Art. 19

Art. 1, 16) j)

Art. 31 (9), § 3

Art. 21

Art. 20

-----

-----

Art. 22 en 23 opgeheven

Art. 21

Art. 1, 15) g) Art. 1, 16) j)

Art. 30 (10), § 3 Art. 31 (9), § 4

Art. 25

Art. 22

-----

-----

-----


Omzetting Richtlijn (EU) 2018/843 van het Europees Parlement en de Raad van 30 mei 2018 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering en tot wijziging van de Richtlijnen 2009/138/EG en 2013/36/EU Concordantietabel Richtlijn - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register

Richtlijn (EU) 2018/843

Richtlijn (EU) 2015/849 als gewijzigd door Richtlijn (EU) 2018/843

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register

Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register na wijzigingen en andere wetten

Artikel 1


15)

a) i)

Artikel 30

(1)

§ 1

Art.3 Art. 16

Art. 3 Art. 18 Wetboek van vennootschappen en verenigingen, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020 houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten: Art. 1:35, eerste lid en Art. 1:36

a) ii)

(1)

§ 3

-----

Wetboek van vennootschappen en verenigingen, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020 houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten: Art.1:35, eerste lid

b)

(4)

Art. 17

Art. 19 opgeheven Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, art. 74/1 (nog in te voegen)

c)

(5)

§ 1

Art. 6 en 7

Art. 6 en 7

§ 2

Art. 9

Art. 9, § 1, eerste zin

§ 3

-----

Optie niet gebruikt

d)

(5bis)

Art. 13

Art. 14

e)

(6)

§ 1

Art. 6, b) en c)

Art. 6, 1°

§ 2

Art. 6, a) tot c)

Art. 2, 17° Art. 6, 1°

f)

(7)

Art. 12

Art. 12, tweede lid

g)

(9)

§ 1

Art. 14

Art. 16

§ 2

Art. 14, 1°

Art. 16, § 1

(10)

§ 1

Art. 15, 2°

Art. 17, § 2, 4°

§ 2

Art. 15, 2°

Art. 17, § 2, 4°

§ 3

Art. 15, 2° Art. 21

Art. 17, § 2, 4° Art. 25

16)

a)

Artikel 31

(1)

§ 1

Art. 4 Art. 5 Art. 7 Art. 10

Art. 4 Art. 5 Art. 7 Art. 10

§ 2

Art. 4

Art. 4, § 1

§ 3

Art. 16

Art. 18

b)

(2)

Art. 4

Art. 4, §§ 1 en 4

c)

(3bis)

§ 1

-----

Art. 4, §§ 2 en 3

§ 2

-----

Art. 4, §§ 2 en 3

§ 3

-----

Art. 4, §§ 2 en 3

d)

(4)

§ 1

Art. 7 Art. 10 Art. 11

Art. 7 Art. 10 Art. 11

§ 2

Art. 10 Art. 11

Art. 10, § 1 Art. 11, § 1

§ 3

-----

Optie niet gebruikt

§ 4

Art. 6

Art. 2, 17° Art. 6, 1°

e)

(4bis)

Art. 13

Art. 14

f)

(5)

Art. 17

Art. 19 opgeheven Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, Art. 74/1 (nog in te voegen)

g)

(7)

Art. 12

Art. 12, tweede lid

h)

(7bis)

§ 1

Art. 14

Art. 16

§ 2

Art. 14, 1°

Art. 16, § 1

§ 3

Art. 14

Art. 16

i)

(8)

-----

-----

j)

(9)

§ 1

Art. 15, 2°

Art. 17, § 2, 4°

§ 2

Art. 15, 2°

Art. 17, § 2, 4°

§ 3

Art. 5 Art. 12 Art. 13 Art. 15, 2° Art. 18 Art. 19

Art. 5 Art. 12 Art. 14 Art. 17, § 2, 4° Art. 20 Art. 21

§ 4

Art. 15, 2° Art. 21

Art. 17, § 2, 4° Art. 25

k)

(10)

§ 1, zin 1

-----

Wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten, gewijzigd bij de wet van 20 juli 2020 houdende diverse bepalingen tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en tot beperking van het gebruik van contanten: Art. 74, § 1, derde lid

§ 1, zin 2

Geen omzetting vereist

-----

§ 2

Geen omzetting vereist

-----

17)

Artikel 31bis

Geen omzetting vereist

-----

Artikel 4

Artikel 1

Artikel 1

Artikel 5

Geen omzetting vereist

-----

Artikel 6

Geen omzetting vereist

-----

^