23 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op de artikelen 27bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 16 december 1996 en bij de wet van 22 december 2003 en 27ter, ingevoegd bij het koninklijk besluit nr. 530 van 31 maart 1987 en gewijzigd bij de wet van 22 februari 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, inzonderheid op de artikelen 2, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001, 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 oktober 1990 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001, 4 en 5, § 2;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van het Fonds voor arbeidsongevallen, gegeven op 17 mei 2005;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 27 juni 2005;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 8 juli 2005;

Gelet op het advies nr. 38.982/1 van de Raad van State, gegeven op 1 september 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 2 van het koninklijk besluit van 10 december 1987 betreffende de bijslagen verleend in het kader van de arbeidsongevallenwet van 10 april 1971, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 10 november 2001, wordt vervangen door de volgende bepaling : «

Art. 2.Aan de getroffenen en rechthebbenden, bedoeld in artikel 27bis, eerste lid, en 45quater, eerste en tweede lid, van de wet, wordt door de verzekeringsonderneming, behoudens uitzondering bepaald in artikel 4bis, vanaf 1 september 2005 een herwaarderingsbijslag toegekend, wanneer het ongeval zich voordeed vóór 1 januari 1998. Deze bijslag is gelijk aan 2 % van het bedrag van de eventueel overeenkomstig artikel 27bis van de wet geïndexeerde jaarlijkse vergoeding of werkelijk uitbetaalde rente. ».

Art. 2.In artikel 3 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 oktober 1990 en gewijzigd bij het koninklijk besluit van 11 december 2001, wordt het laatste zinsdeel van het tweede lid vervangen door de volgende bepaling : « vanaf 1976 is deze coëfficiënt vastgesteld op 1; voor de bijslagen verschuldigd vanaf 1 september 2005, op 1,02. ».

Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit wordt een tweede lid toegevoegd, luidende : « Aan de in het vorig lid bedoelde getroffene die een jaarlijkse vergoeding of een rente geniet, wordt vanaf 1 september 2005 door het Fonds een herwaarderingsbijslag toegekend die gelijk is aan 2 % van het bedrag van de jaarlijkse vergoeding of rente eventueel verhoogd met de bijslag bedoeld in het eerste lid. ».

Art. 4.In hetzelfde besluit wordt een artikel 4bis ingevoegd, luidende : « De bijslag bedoeld in artikel 2, wordt door de verzekeringsonderneming betaald aan de getroffene bedoeld in artikel 45quater van de wet, tot de overdracht van het kapitaal bedoeld in artikel 51ter van de wet.

Na deze overdracht wordt de bijslag betaald door het Fonds.

In afwijking van artikel 2 is voor de gevallen bedoeld in artikel 45quater van de wet, de bijslag verschuldigd door het Fonds, wanneer de datum van de bekrachtiging van de overeenkomst of van de in artikel 24 van de wet bedoelde beslissing gelegen is vóór 1 september 2005. ».

Art. 5.In artikel 5, § 2, van hetzelfde besluit wordt het laatste zinsdeel van het tweede lid vervangen door de volgende bepaling : « 1 vanaf het jaar 1976; wanneer het ongeval zich voordeed vóór 1 januari 1998 wordt deze coëfficiënt vastgesteld op 1,02 voor de bijslagen verschuldigd vanaf 1 september 2005. ».

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2005.

Art. 7.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 23 september 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE