gepubliceerd op 06 november 2015
Koninklijk besluit betreffende de dekking van de kosten van de Nationale Bank van België verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf
23 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit betreffende de dekking van de kosten van de Nationale Bank van België verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Als prudentiële toezichthouder is de Nationale Bank van België (hierna: de Bank) betrokken bij de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (hierna: de Solvabiliteit II-richtlijn). De Bank doet daarbij een beroep op de diensten van een aantal derde partijen met het oog op de beoordeling van de informatie die wordt aangeleverd door de betrokken verzekeringsinstellingen overeenkomstig de circulaire NBB_2014_2 van 24 januari 2014 betreffende de vereisten inzake het indienen van informatie bij de Bank in het kader van de maatregelen ter voorbereiding van Solvabiliteit II. Het gaat met name om actuariële diensten waarbij een externe opinie wordt geleverd betreffende de berekening van de beste schatting in de zin van de Solvabiliteit II-richtlijn bij de zeven verzekeringsinstellingen onder toezicht van de Bank waarvan de waarde van de technische voorzieningen het grootst is.
Voorliggend besluit strekt ertoe de kosten van de Bank verbonden aan de diensten van deze derde partijen ten laste te leggen van de betrokken verzekeringsinstellingen. De Bank wijst de kosten toe aan de verschillende betrokken instellingen op basis van hun reële aandeel in die kosten. Daarbij draagt elke instelling de kosten verbonden aan de externe opinie door een derde partij met betrekking tot die instelling.
De interne werkingskosten van de Bank zoals personeelskosten, beheerskosten en afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa vallen niet binnen het toepassingsgebied van dit besluit en worden beschouwd als courante werkingskosten verbonden aan het prudentieel toezicht in de zin van het koninklijk besluit van 17 juli 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/07/2012 pub. 01/08/2012 numac 2012003211 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de dekking van de werkingskosten van de Nationale Bank van België verbonden aan het toezicht op financiële instellingen, tot uitvoering van artikel 12bis, § 4, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten betreffende de dekking van de werkingskosten van de Nationale Bank van België verbonden aan het toezicht op financiële instellingen, tot uitvoering van artikel 12bis, § 4, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT
Raad van State, afdeling Wetgeving advies 58.177 /2 van 12 oktober 2015 over een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende de dekking van de kosten van de Nationale Bank van België verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)" Op 11 september 2015 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Financiën verzocht binnen een termijn van dertig dagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit "betreffende de dekking van de kosten van de Nationale Bank van België verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II)" .
Het ontwerp is door de tweede kamer onderzocht op 12 oktober 2015. De kamer was samengesteld uit Pierre Vandernoot, kamervoorzitter, Martine Baguet en Luc Detroux, staatsraden, Yves De Cordt en Marianne Dony, assessoren, en Bernadette Vigneron, griffier.
Het verslag is uitgebracht door Jean-Luc PAQUET, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Vandernoot .
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 12 oktober 2015 .
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen.
ONDERZOEK VAN HET ONTWERP AANHEF 1. Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 "betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit Il)" behoort niet in de aanhef te worden vermeld als rechtsgrond van het ontwerp(1).Het eerste lid moet bijgevolg vervallen. 2. In het vijfde lid dient de datum van 15 juni 2015 die vermeld is als de datum van het advies van de Raad van State, te worden vervangen door die van 12 oktober 2015. De Griffier Bernadette Vigneron De Voorzitter Pierre Vandernoot _______ Nota (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbevelingen 24 en 40.
23 OKTOBER 2015. - Koninklijk besluit betreffende de dekking van de kosten van de Nationale Bank van België verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 12bis, § 4, ingevoegd bij artikel 187 van het koninklijk besluit van 3 maart 2011, zelf bekrachtigd bij artikel 298 van de wet van 3 augustus 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 6 juli 2015;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 3 september 2015;
Gelet op het advies nr. 58.177/2 van de Raad van State, gegeven op 12 oktober 2015, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De kosten van de Nationale Bank van België (hierna: de Bank) verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van Richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (hierna: de Solvabiliteit II-richtlijn), worden, overeenkomstig de bepalingen van dit besluit, gedragen door de betrokken instellingen.
De kosten van de Bank verbonden aan de voorbereidende maatregelen in het kader van de Solvabiliteit II-richtlijn omvatten de kosten voor de diensten van derde partijen en andere externe kosten die kunnen worden toegewezen aan de beoordeling van de informatie die wordt aangeleverd overeenkomstig de circulaire NBB_2014_2 van 24 januari 2014 betreffende de vereisten inzake het indienen van informatie bij de Bank in het kader van de maatregelen ter voorbereiding van Solvabiliteit II door de zeven verzekeringsinstellingen onder toezicht van de Bank waarvan de waarde van de technische voorzieningen het grootst is.
Onverminderd bovenstaande leden van dit artikel zijn interne werkingskosten van de Bank zoals personeelskosten, beheerskosten en afschrijvingen op materiële en immateriële vaste activa geen kosten verbonden aan de voorbereidende maatregelen in de zin van dit besluit.
In voorkomend geval worden deze kosten ten laste gelegd van de financiële sector overeenkomstig het koninklijk besluit van 17 juli 2012Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 17/07/2012 pub. 01/08/2012 numac 2012003211 bron federale overheidsdienst financien Koninklijk besluit betreffende de dekking van de werkingskosten van de Nationale Bank van België verbonden aan het toezicht op financiële instellingen, tot uitvoering van artikel 12bis, § 4, van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten betreffende de dekking van de werkingskosten van de Nationale Bank van België verbonden aan het toezicht op financiële instellingen, tot uitvoering van artikel 12bis, § 4, van de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België.
Art. 2.De Bank wijst de kosten bedoeld in artikel 1, tweede lid, toe aan de betrokken instellingen op basis van hun reële aandeel in die kosten. Daarbij draagt elke instelling de kosten verbonden aan de externe opinie door een derde partij met betrekking tot die instelling.
Art. 3.De krachtens dit besluit verschuldigde bijdragen worden betaald binnen een termijn van één maand na verzoek tot betaling door de Bank.
De bij dit besluit vastgestelde bijdragen worden gestort op rekening van de Bank volgens de door haar bepaalde modaliteiten.
De instellingen die niet voldoen aan een verzoek tot betaling vanwege de Bank binnen de door dit besluit vastgelegde termijn ontvangen van de Bank een aanmaning via aangetekende zending met het verzoek om tot betaling over te gaan binnen de dertig dagen vanaf de postdatum van die zending. Na verloop van deze termijn zijn de in gebreke blijvende instellingen van rechtswege en zonder ingebrekestelling de wettelijke interesten verschuldigd op de verschuldigde bedragen. De toepasselijke rentevoet is de wettelijke rentevoet in handelstransacties zoals bepaald op grond van de wet van 2 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/08/2002 pub. 07/08/2002 numac 2002009716 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties sluiten betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 5.De minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 23 oktober 2015.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT