gepubliceerd op 20 juni 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet
22 MEI 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, gewijzigd door de wetten van 6 juli 1992, 4 augustus 1992, 8 december 1992, 11 februari 1994, 6 juli 1994, 5 juli 1998, 30 oktober 1998, 11 december 1998 en 11 april 1999, inzonderheid op het artikel 1, 6°;
Gelet op het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentenkrediet, inzonderheid op het artikel 4 en de bijlage I, gewijzigd door de koninklijke besluiten van 29 april 1993, 15 april 1994, 23 september 1994, 22 februari 1995, 21 maart 1996 en van 17 maart 1997;
Gelet op het advies van de Nationale Bank van België, gegeven op 3 maart 2000;
Gelet op het advies van de Raad voor het Verbruik, gegeven op 6 april 2000;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de wijziging voorgesteld in het huidige ontwerp tot doel heeft de omzetting van de Richtlijn 98/7/EG van het Europese Parlement en de Raad van 16 februari 1998 tot wijziging van de Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet, af te ronden;
Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 18 april 2000, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Dit besluit zet de bepalingen van de Richtlijn 98/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 februari 1998 tot wijziging van de Richtlijn 87/102/EEG betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der Lid-Staten inzake het consumentenkrediet om naar Belgisch recht.
Art. 2.Artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalings-modaliteiten van het consumentenkrediet wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Art. 4.§ 1. De basisvergelijking die overeenkomstig artikel 3, eerste lid, van dit besluit het jaarlijkse kostenpercentage definieert door het uitdrukken van de gelijkheid tussen, enerzijds, de som der geactualiseerde waarden van de kredietopnemingen en, anderzijds, de som der geactualiseerde waarden van de termijnbedragen, luidt als volgt : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De berekening van het jaarlijkse kostenpercentage dient te gebeuren op basis van een standaardjaar van 365 dagen of twaalf genormaliseerde maanden; een genormaliseerde maand telt 30,41666 dagen.
De toepasselijke oplossingsmethodes voor de vergelijking moeten een resultaat geven dat gelijk is aan dat van de voorbeelden 1 tot 12 opgenomen in bijlage I van dit besluit. § 1bis. De berekening van de interesten of kosten bedoeld in artikel 59, § 1, van de wet, dient te gebeuren op basis van de overeengekomen debetrente en kosten; in elke periode waarvoor de rekeningen werden afgesloten, dient een gemiddeld debetsaldo vastgesteld te worden, rekening houdend met zowel het juiste aantal dagen tussen elke verrichting als het juiste aantal dagen van de periode.
Deze berekening mag geen resultaat geven dat hoger is dan dat van de voorbeelden 13 en 14 in bijlage I van dit besluit. »
Art. 3.Het artikel 4, § 4, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 4. Wanneer de kredietopening verschillende debetrenten voorziet in functie van de opgenomen bedragen of betalingstermijnen, mogen geen van deze debetrenten hoger zijn dan het maximale jaarlijkse kostenpercentage vastgesteld in functie van het kredietbedrag. »
Art. 4.Bijlage I bij het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.
Art. 5.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 6.Onze Minister van Economie en Onze Minister van Financiën zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 mei 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Financiën, D. REYNDERS
Bijlage I De hierna vermelde voorbeelden worden gegeven in euro, maar dezelfde berekeningswijzen worden toegepast wanneer de kredietovereenkomst in frank werd afgesloten.
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 22 mei 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 4 augustus 1992 betreffende de kosten, de percentages, de duur en de terugbetalingsmodaliteiten van het consumentkrediet.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, Ch. PICQUE De Minister van Financiën, D. REYNDERS