Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 22 mei 2000
gepubliceerd op 31 mei 2000

Koninklijk besluit ter aanduiding van de bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politieoptreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams, ondertekend te Bergen-op-Zoom op 26 april 1999

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2000000417
pub.
31/05/2000
prom.
22/05/2000
ELI
eli/besluit/2000/05/22/2000000417/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

22 MEI 2000. - Koninklijk besluit ter aanduiding van de bevoegde autoriteiten voor de uitvoering van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politieoptreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams, ondertekend te Bergen-op-Zoom op 26 april 1999


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 28 april 2000 houdende goedkeuring van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politieoptreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams in het jaar 2000, ondertekend te Bergen-op Zoom op 26 april 1999, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat dit besluit de uitvoering van het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politieoptreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams in het jaar 2000, ondertekend te Bergen-op-Zoom op 26 april 1999, mogelijk moet maken;

Overwegende dat dit verdrag in werking treedt met ingang van de 21e dag voorafgaand aan de datum waarop het Europees Voetbalkampioenschap voor landenteams begint;

Overwegende dat de politiediensten die de openbare orde zullen moeten handhaven tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams in het jaar 2000 tijdig zullen moeten worden opgeleid teneinde grensoverschrijdende politieacties op een vlotte en efficiënte manier te laten verlopen en dat een belangrijk element van deze opleiding bestaat uit het informeren over de bevoegde autoriteiten in de gast- en zendstaat;

Overwegende dat de politiediensten dienaangaande de nodige operationele voorbereidingstijd nodig hebben en dat de administratieve overheden dienaangaande de nodige bestuurlijke voorbereidingstijd nodig hebben, teneinde vertrouwd te worden met dit instrument;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 9 mei 2000 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, vervangen door de wet van 4 augustus 1996;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt begrepen onder « het verdrag » : het Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk der Nederlanden inzake grensoverschrijdend politie-optreden ter handhaving van de openbare orde en veiligheid tijdens het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams in het jaar 2000, ondertekend te Bergen-op-Zoom op 26 april 1999.

Art. 2.De autoriteit bevoegd tot het richten van een verzoek in de zin van de artikelen 2.1 en 5 van het verdrag is de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde.

De mededeling van het verzoek tot een grensoverschrijdend politieoptreden in de zin van artikel 2.1 van het verdrag of van het verzoek tot het leveren van middelen in de zin van artikel 5 van het verdrag gebeurt via het kanaal van de Gemengde Inlichtingen- en Coördinatiecel (GICC) opgericht in de schoot van de Directie Operaties Commandocentrum van de rijkswacht.

Art. 3.De autoriteit bedoeld in artikel 2.2. van het verdrag die een beslissing neemt over het grensoverschrijdend politieoptreden of tot het leveren van middelen, is de Minister van Binnenlandse Zaken of zijn gemachtigde voor de rijkswacht en de burgemeester voor de gemeentepolitie.

De mededeling van de beslissing over het verzoek tot grensoverschrijdend politieoptreden in de zin van artikel 2.1 van het verdrag of over het verzoek tot het leveren van middelen in de zin van artikel 5 van het verdrag gebeurt via het kanaal van de Gemengde Inlichtingen- en Coördinatiecel (GICC) opgericht in de schoot van de Directie Operaties Commandocentrum van de rijkswacht.

Art. 4.De bevoegdheid om de verzamelstaat van de meegevoerde middelen op te vragen, zoals bepaald in artikel 3.2 van het verdrag, komt toe aan iedere officier van bestuurlijke politie.

Art. 5.De in artikel 2.3 van het verdrag bedoelde bevoegde autoriteiten aan wie het grensoverschrijdend politieoptreden in de zin van artikel 2.3 moet meegedeeld worden zijn de burgemeester van de gemeente op wiens grondgebied het politieoptreden plaats heeft, en in subsidiaire orde de betrokken provinciegouverneur, de betrokken arrondissementscommissarissen en de Minister van Binnenlandse Zaken, uit hoofde van hun bevoegdheid inzake handhaving van de openbare orde.

De mededeling van het grensoverschrijdend politieoptreden in de zin van artikel 2.3 van het verdrag gebeurt aan de Gemengde Inlichtingen- en Coördinatiecel (GICC) opgericht in de schoot van de Directie Operaties Commandocentrum van de rijkswacht. Deze stelt op haar beurt de bevoegde autoriteiten op de hoogte van het grensoverschrijdend politieoptreden.

Art. 6.De in artikel 2.3 van het verdrag bedoelde bevoegde autoriteiten die beslissen over de overname van het grensoverschrijdende politieoptreden zijn de burgemeester van de gemeente op wiens grondgebied het politieoptreden op dat ogenblik plaats heeft voor de gemeentepolitie en de Minister van Binnenlandse Zaken voor de rijkswacht.

Art. 7.De in artikel 4.1 van het verdrag bedoelde bevoegde autoriteiten zijn de burgemeester van de gemeente op wiens grondgebied het politieoptreden plaats heeft, en in subsidiaire orde de betrokken provinciegouverneur, de betrokken arrondissementscommissarissen en de Minister van Binnenlandse Zaken, uit hoofde van hun bevoegdheid inzake handhaving van de openbare orde.

Art. 8.Het in artikel 4.2 van het verdrag bedoelde operationele bevel over de grensoverschrijdende politie-eenheid op Belgisch grondgebied wordt uitgeoefend door de voor betreffende operatie daartoe aangeduide officier van de rijkswacht.

Art. 9.De in artikel 9.2 van het verdrag bedoelde kosten voor huisvesting en levensonderhoud zullen worden gedragen door de begroting van de rijkswacht.

Art. 10.Voor de toepassing van de artikelen 2 en 3 van dit besluit zijn de gemachtigden van de Minister van Binnenlandse Zaken de Directeur van de Directie Operaties Commandocentrum van de rijkswacht en zijn plaatsvervangers.

Art. 11.Dit besluit treedt in werking met ingang van de 21e dag voorafgaand aan de datum waarop het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams begint en houdt op van kracht te zijn op de 21e dag volgend op de datum waarop het Europees Kampioenschap voetbal voor landenteams eindigt.

Art. 12.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 22 mei 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE

^