gepubliceerd op 01 februari 2002
Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan
22 JANUARI 2002. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op artikel 185, eerste lid, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1970 en 17 februari 1997, en op artikel 354, tweede lid, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998;
Gelet op het protocol nr. 223 houdende de besluiten van de onderhandelingen van Sectorcomité III - Justitie, op datum van 10 december 2001;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 april 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 23 juli 2001;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 25 juni 2001;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat sedert september 2000 vormingssessies in het kader van de permanente vorming van sommige personeelsleden van de diensten die de rechterlijke macht terzijde staan, worden georganiseerd;
Overwegende dat het past de toelagen en de vergoedingen, toegekend aan de personen die hun medewerking verlenen aan deze permanente vorming, onverwijld vast te stellen;
Op de voordracht van Onze Minister van Begroting en van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bepalingen van het koninklijk besluit van 27 november 1997 tot vaststelling van de toelagen en vergoedingen toegekend aan de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van de leden van de Rechterlijke Orde en in het kader van de theoretische opleiding van de gerechtelijke stagiairs, zijn van toepassing op de professoren, lesgevers, voordrachtgevers en moderatoren die de vormingssessies verstrekken georganiseerd in het kader van de permanente vorming van : 1° de leden van de griffies;2° de leden van de parketsecretariaten;3° het personeel van de griffies en van de parketsecretariaten;4° de personeelsleden die een bijzondere graad bekleden ingesteld door de Koning overeenkomstig artikel 185, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek;5° de attachés in de dienst voor documentatie en overeenstemming der teksten bij het Hof van Cassatie.
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 september 2000.
Art. 3.Onze Minister van Begroting en Onze Minister van Justitie zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 22 januari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN