FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER

Maritiem Vervoer

21 SEPTEMBER 2016. - Koninklijk besluit betreffende de reglementaire maatregelen ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 18/04/2014 numac 2014014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water, artikel 8, § 3;

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 2 juni 2016;

Gelet het advies van de Raadgevende Commissie, gegeven op 17 augustus 2016;

Gelet op advies 59.628/1/V van de Raad van State, gegeven op 26 juli 2016, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en de Staatssecretaris voor de Noordzee, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° in situ beschermd erfgoed: alle vondsten die beschouwd worden als cultureel erfgoed onder water zoals bepaald in artikel 8, § 1, tweede lid, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 18/04/2014 numac 2014014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water en die in situ beschermd worden overeenkomstig artikel 8, § 3, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 18/04/2014 numac 2014014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende de bescherming van het culturele erfgoed onder water;2° De minister: de minister zoals bepaald in artikel 2, 5°, van de wet van 4 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/04/2014 pub. 18/04/2014 numac 2014014248 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende bescherming van het cultureel erfgoed onder water.

Art. 2.Wanneer de Koning overgaat tot de erkenning van een vondst als in situ beschermd erfgoed, zal de ontvanger van het cultureel erfgoed onder water hiervan melding maken via een bericht aan zeevarenden.

De ontvanger van het cultureel erfgoed onder water informeert de overheden, die bevoegd zijn voor de aanmaak van zeekaarten, over de ligging van het in situ beschermd erfgoed met het oog op de aanduiding op deze kaarten.

Art. 3.In situ beschermd erfgoed blijft toegankelijk voor het publiek tenzij door de koning anders is bepaald.

Art. 4.Elke duik naar in situ beschermd erfgoed moet minstens 4 uur voorafgaandelijk door de duiker gemeld worden aan de FOD Mobiliteit en Vervoer via een elektronisch formulier.

Art. 5.§ 1. In het gebied rond het in situ beschermd erfgoed en op het in situ beschermd erfgoed zelf, mogen geen activiteiten of werken worden uitgevoerd die het in situ beschermd erfgoed kunnen wijzigen.

Alle activiteiten in de buurt van het in situ beschermd erfgoed moeten alle inspanningen leveren om geen schade toe te brengen aan het historisch wrak. § 2. Geen enkel voorwerp mag worden weggehaald van het in situ beschermd erfgoed, noch uit de directe omgeving die met dit in situ beschermd erfgoed gerelateerd zijn, zonder toelating van de ontvanger van het cultureel erfgoed onder water.

Art. 6.Werkzaamheden aan een in situ beschermd erfgoed worden uitgevoerd overeenkomstig de bijlage bij het Verdrag ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water, aangenomen te Parijs op 2 november 2001.

Art. 7.De minister kan voor elk in situ beschermd erfgoed bijzondere beschermingsmaatregelen vastleggen.

Art. 8.De minister bevoegd voor het cultureel erfgoed onder water is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 september 2016.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie DE BLOCK De Staatssecretaris voor de Noordzee, Philippe DE BACKER