gepubliceerd op 06 september 2021
Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 23 april 2021 tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken
30 JULI 2021. - Koninklijk besluit tot uitvoering van de wet van 23 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/04/2021 pub. 25/05/2021 numac 2021041529 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot implementatie van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken sluiten tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 23 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/04/2021 pub. 25/05/2021 numac 2021041529 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot implementatie van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken sluiten tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken, artikelen 2,8° en 12°, 5, tweede lid, tweede zin 7, § 1, tweede lid, 10, tweede lid, tweede zin, 11, § 1, derde lid, 12, 14, tweede lid, tweede zin, en 15, tweede zin;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014014267 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende de bescherming van het cultureel erfgoed onder water;
Gelet op het koninklijk besluit van 21 september 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2016 pub. 04/11/2016 numac 2016014315 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de reglementaire maatregelen ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende de reglementaire maatregelen ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 juni 2021;
Gelet op het advies 69.443/VR/1 van de Raad van State gegeven op 12 juli 2021, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk, de Minister van Noordzee en de Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 1° wet : de wet van 23 april 2021Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/04/2021 pub. 25/05/2021 numac 2021041529 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet tot implementatie van het UNESCO-verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken sluiten tot implementatie van het UNESCO verdrag van 2 november 2001 ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water en de bescherming van waardevolle wrakken;2° ontvanger: de gouverneur van de provincie West-Vlaanderen;3° administratie: het Directoraat-generaal Scheepvaart van de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer;4° in situ beschermd erfgoed: het cultureel erfgoed onder water of wrak dat in situ beschermd wordt overeenkomstig artikel 7, § 1 of 11, § 1, van de wet;5° beschermingsmaatregelen: de individuele maatregelen genomen op grond van artikel 7, § 3 of 11, § 3 van de wet.
Art. 2.§ 1. De meldingen bedoeld in artikel 5 en 10 van de wet omvatten minstens de volgende gegevens: 1° de identiteit en contactgegevens van de melder;2° de positie in coördinaten van de vindplaats;3° de datum van de ontdekking;4° een algemene beschrijving van de ontdekking. De volgende gegevens worden eveneens meegedeeld zodra beschikbaar: 1° de geschatte afmetingen van de ontdekking;2° de grondstoffen waaruit de ontdekking is vervaardigd;3° een foto of ander beeldmateriaal van de ontdekking. § 2. De ontvanger bezorgt de meldingen bedoeld in § 1 aan de administratie op elektronische wijze.
Art. 3.De administratie stelt de vorm van het onderzoeksrapport bedoeld in artikel 7, § 1, van de wet vast.
Het onderzoeksrapport omvat de volgende punten: 1° Technische gegevens: a.gegevens bedoeld in artikel 2, § 1; b. info over de vlaggenstaat van het schip of luchtvaartuig, indien van toepassing;c. gegevens over de eigendom van het cultureel erfgoed onder water; foto's en ander beeldmateriaal; 2° Historische achtergrond;3° Huidige toestand, met inbegrip van een beschrijving van de biodiversiteit, het aanwezige zwerfvuil en de bewaringstoestand;4° Voorstel om het cultureel erfgoed al dan niet in situ te beschermen;5° Voorstel van beschermingsmaatregelen om de in situ bescherming te garanderen;6° Indien het cultureel erfgoed, al dan niet intentioneel, boven water werd gehaald, een voorstel van beschermingsmaatregelen om een zo goed mogelijke bescherming en bewaring te garanderen;7° Het voorstel of het cultureel erfgoed onder water van groot belang is en ten gunste moet komen van de ganse Belgische bevolking;8° alle andere nuttige inlichtingen en achtergrondinformatie.
Art. 4.De administratie stelt de vorm van het onderzoeksrapport bedoelde in artikel 11, § 1, van de wet vast.
Het onderzoeksrapport omvat minstens de volgende punten: 1° Technische gegevens: a.gegevens bedoeld in artikel 2, § 1; b. info over de vlaggenstaat van het schip of luchtvaartuig, indien van toepassing;c. gegevens over de eigendom van het wrak;d. foto's en ander beeldmateriaal;2° Historische achtergrond;3° Huidige toestand;4° Voorstel om het wrak al dan niet met cultureel erfgoed onder water gelijk te stellen;5° Voorstel om het wrak na de gelijkstelling al dan niet in situ te beschermen;6° Voorstel van beschermingsmaatregelen om de in situ bescherming te garanderen.7° Indien het wrak dat gelijkgesteld wordt, al dan niet intentioneel, boven water werd gehaald, een voorstel van beschermingsmaatregelen om een zo goed mogelijke bescherming en bewaring te garanderen;8° Op advies van 2 onafhankelijke wetenschappers, het voorstel of het wrak van groot belang is en deel uitmaakt van het Belgisch nationaal erfgoed;
Art. 5.Een wrak moet minstens aan één van de volgende criteria voldoen om te worden gelijkgesteld met cultureel erfgoed onder water: 1° het wrak heeft een grote historische, culturele of ecologische waarde;2° het betreft het wrak van een bijzonder schip of luchtvaartuig;3° het wrak bevat menselijke resten;4° het wrak moet beschermd worden om verdere schade tegen te gaan.
Art. 6.Het register bedoeld in artikel 15 van de wet omvat de volgende gegevens: 1° de gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, eerste lid;2° de gegevens bedoeld in artikel 2, § 1, tweede lid, indien gemeld;3° indien van toepassing, de beschermingsmaatregelen genomen op basis van artikel 7, § 3, en 11, § 3, van de wet;4° indien van toepassing, de beslissing van de minister om het cultureel erfgoed onder water in situ te beschermen;5° indien van toepassing, de beslissing van de minister om wrakken met cultureel erfgoed onder water gelijk te stellen en deze, in voorkomend geval, in situ te beschermen. Het register is via een website toegankelijk voor het publiek.
Art. 7.§ 1. Het recht tot aankoop, bedoeld in artikel 14, tweede lid, van de wet, voor cultureel erfgoed onder water of wrakken die als erfgoed gelijk gesteld worden, en die al dan niet intentioneel werden bovengehaald, worden geregeld door dit artikel. § 2. Indien de minister besluit dat het cultureel erfgoed onder water of het wrak onderdeel uitmaakt van het Belgisch nationaal erfgoed, kan een Belgisch openbaar bestuur, een instelling van openbaar nut of een wetenschappelijke instelling het stuk overnemen tegen enkel vergoeding van de bewezen en gemaakte kosten.
Bij discussie tussen de ontdekker en de koper over de bewezen en gemaakte kosten, zal de prijs bepaald worden door 2 onafhankelijke deskundigen in paleontologie of onderwaterarcheologie, aangeduid door de minister. § 3 Indien de minister besluit dat het cultureel erfgoed onder water of het wrak geen onderdeel uitmaakt van het Belgisch nationaal erfgoed, kan een Belgisch openbaar bestuur, een instelling van openbaar nut of een wetenschappelijke instelling een bod uitbrengen aan de ontdekker.
Indien het bod aanvaard wordt, wordt een klassieke koopovereenkomst gesloten tussen het Belgische openbaar bestuur, de instelling van openbaar nut of de wetenschappelijke instelling en de ontdekker.
Indien het bod niet in onderling overleg kan worden afgesproken, kan het Belgische openbaar bestuur, de instelling van openbaar nut of de wetenschappelijke instelling de zaak aanhangig maken bij de rechtbank van eerste aanleg van Brussel om een prijs te bepalen. De kosten voor gerechtelijke expertise komen ten laste van het Belgische openbaar bestuur, de instelling van openbaar nut of de wetenschappelijke instelling. Na het bepalen van de waarde van het cultureel erfgoed onder water of het wrak beschikt het Belgische openbare bestuur, de instelling van openbaar nut of de wetenschappelijke instelling over een termijn van 2 maanden om de waarde aan de ontdekker te vergoeden.
De eigendom van het cultureel erfgoed onder water of het wrak gaat vanaf dat ogenblik dat de vergoeding betaald werd over op het Belgische openbare bestuur, de instelling van openbaar nut of de wetenschappelijke instelling.
Art. 8.De administratie: 1° meldt in situ beschermd erfgoed en de beschermingsmaatregelen via een bericht aan zeevarenden;2° informeert de overheden die bevoegd zijn voor de aanmaak van de zeekaarten over het in situ beschermd erfgoed met het oog op de aanduiding op de zeekaarten. De administratie publiceert via een website al het in situ beschermd erfgoed en de bijhorende beschermingsmaatregelen.
Art. 9.In situ beschermd erfgoed blijft toegankelijk voor het publiek tenzij anders is bepaald.
Art. 10.Elke duik naar in situ beschermd erfgoed moet minstens 4 uur voorafgaandelijk door de duiker gemeld worden aan de administratie via een elektronisch formulier.
Art. 11.§ 1. In de nabije omgeving rond het in situ beschermd erfgoed en op het in situ beschermd erfgoed zelf, mogen geen activiteiten of werken worden uitgevoerd die het in situ beschermd erfgoed kunnen wijzigen.
Bij alle activiteiten in de nabije omgeving van het in situ beschermd erfgoed moeten alle inspanningen worden geleverd om geen schade toe te brengen aan het in situ beschermd erfgoed. § 2. Geen enkel voorwerp mag worden weggehaald van het in situ beschermd erfgoed, noch uit de directe omgeving die met dit in situ beschermd erfgoed gerelateerd zijn, zonder toelating van de minister.
De administratie meldt deze toelating onverwijld aan de ontvanger.
Geen enkel voorwerp mag worden weggehaald van het cultureel erfgoed onder water of het met cultureel erfgoed onder water gelijkgestelde wrak dat niet in situ is beschermd, noch uit de directe omgeving die met dit cultureel erfgoed onder water of het met cultureel erfgoed onder water gelijkgestelde wrak gerelateerd zijn, zonder toelating van de ontvanger. De ontvanger meldt deze toelating onverwijld aan de administratie.
Art. 12.Het koninklijk besluit van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2014 pub. 14/05/2014 numac 2014014267 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende de bescherming van het cultureel erfgoed onder water wordt opgeheven.
Art. 13.Het koninklijk besluit van 21 september 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/09/2016 pub. 04/11/2016 numac 2016014315 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit betreffende de reglementaire maatregelen ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water sluiten betreffende de reglementaire maatregelen ter bescherming van het cultureel erfgoed onder water wordt opgeheven.
Art. 14.De minister bevoegd voor maritieme mobiliteit en de minister bevoegd voor wetenschapsbeleid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te l'Ile d'Yeu, 30 juli 2021.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE De Minister van Noordzee, V. VAN QUICKENBORNE De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Th. DERMINE