Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 oktober 1998
gepubliceerd op 30 oktober 1998

Koninklijk besluit betreffende de afhouding op de pensioenen, bedoeld in artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1998022672
pub.
30/10/1998
prom.
21/10/1998
ELI
eli/besluit/1998/10/21/1998022672/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 OKTOBER 1998. - Koninklijk besluit betreffende de afhouding op de pensioenen, bedoeld in artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 108 van de Grondwet;

Gelet op de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, gewijzigd bij de wet van 21 december 1994 houdende sociale en diverse bepalingen en bij het koninklijk besluit van 16 december 1996, inzonderheid op artikel 68;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 10 september 1998;

Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 10 september 1998;

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Pensioenen, gegeven op 14 september 1998;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid gemotiveerd door de omstandigheid dat in een rechtsstaat het rechtszekerheidsbeginsel moet gerespecteerd worden; dat echter na het arrest van het Arbitragehof van 15 juli 1998 (arrest nr. 86/98) er rechtsonzekerheid is ontstaan in hoofde van diegenen die onderworpen zijn aan de solidariteitsinhouding op pensioenen; dat dientengevolge onverwijld de nodige maatregelen moeten worden getroffen om de reglementering aan te passen aan de motivering vervat in dit arrest; dat ingevolge die rechtsonzekerheid dagelijks procedures worden ingeleid voor de rechtbanken met ernstige kosten voor gevolg - zowel voor de rechtsonderhorigen als voor de overheid - zodat de burger ten spoedigste door een reglementair optreden de nodige rechtszekerheid moet krijgen; dat de begunstigden de op basis van de bestaande rechtspraak berekende achterstallige bedragen zonder uitstel dienen te ontvangen;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 24 september 1998, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Pensioenen en van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Voor de toepassing van het koninklijk besluit van 28 oktober 1994 tot uitvoering van artikel 68 van de wet van 30 maart 1994 houdende sociale bepalingen, op de pensioenbedragen die betrekking hebben op de jaren 1995 en 1996, worden de voor 1 januari 1995 in de vorm van een kapitaal uitbetaalde voordelen niet in aanmerking genomen.

Art. 2.Het gedeelte van de afhouding dat, rekening houdend met de in artikel 1 bedoelde kapitalen, werd verricht op de pensioenbedragen die betrekking hebben op de jaren 1995 en 1996, wordt ambtshalve aan de begunstigde terugbetaald.

De met toepassing van het eerste lid ambtshalve terugbetaalde bedragen brengen van rechtswege interesten op vanaf de datum waarop de ten onrechte uitgevoerde afhoudingen werkelijk worden uitgevoerd. De interesten worden berekend op basis van de op de datum van de bekendmaking van dit besluit van kracht zijnde wettelijke interestvoet.

Art. 3.Onze Minister van Pensioenen en Onze Minister van Sociale Zaken zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 oktober 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN

^