gepubliceerd op 08 april 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 114, 115, 124 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering
21 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van de artikelen 114, 115, 124 en 127 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, gewijzigd bij de wetten van 14 juli 1951, 14 februari 1961, 16 april 1963, 11 januari 1967, 10 oktober 1967, de koninklijke besluiten nr. 13 van 11 oktober 1978 en nr. 28 van 24 maart 1982, en de wetten van 22 januari 1985, 30 december 1988, 26 juni 1992 en 30 maart 1994, het koninklijk besluit van 14 november 1996 en de wetten van 13 maart 1997 en 13 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, inzonderheid op de artikelen 114, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 3 juni 1992, 15 december 1992, 27 december 1993, 26 maart 1996, 4 augustus 1996 en 25 maart 1999, 115, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1993, 27 april 1994 en 25 maart 1999, 124, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 29 juni 1992, 27 april 1994, 4 augustus 1996 en 25 maart 1999 en 127, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 1996 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juni 1997 en 25 maart 1999;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor arbeidsvoorziening;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 11 februari 2000;
Gelet op het akkoord van Onze Minister van Begroting, gegeven op 24 februari 2000;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid, gemotiveerd door het feit dat een deel van de maatregelen voorzien bij dit besluit reeds in werking dienen te treden op 1 april 2000 en dat zowel de uitbetalingsinstellingen voor werkloosheidsuitkeringen als de diensten van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zo vlug mogelijk op de hoogte dienen te worden gebracht van deze nieuwe maatregelen teneinde hun toe te laten tijdig de nodige administratieve maatregelen te nemen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 114, § 3 van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1999, worden de cijfers "8 pct." vervangen door de cijfers "9 pct.".
Art. 2.Artikel 115, eerste lid, 2° van hetzelfde besluit, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 april 1994 en 25 maart 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling : « 2° 259 F voor de alleenwonende werknemer; ».
Art. 3.Artikel 124, eerste lid, 2°, d) van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 25 maart 1999, wordt vervangen door de volgende bepaling : « d) 211 F, indien hij 25 jaar is of meer; ».
Art. 4.In artikel 127 van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 1996 en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 19 juni 1997 en 25 maart 1999, worden de volgende wijzigingen aangebracht : A) in § 1, eerste lid, 2°, worden de cijfers "17 pct." vervangen door de cijfers "16 pct.";
B) in § 1, eerste lid, 3°, worden de cijfers "11,5 pct." vervangen door de cijfers "10,5 pct.".
Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 april 2000, met uitzondering van artikel 3 dat in werking treedt op 1 juli 2000.
Art. 6.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 21 maart 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Besluitwet van 28 december 1944, Belgisch Staatsblad van 30 december 1944; Wet van 14 juli 1951, Belgisch Staatsblad van 16 december 1951;
Wet van 14 februari 1961, Belgisch Staatsblad van 15 februari 1961;
Wet van 16 april 1963, Belgisch Staatsblad van 23 april 1963;
Wet van 11 januari 1967, Belgisch Staatsblad van 14 januari 1967;
Wet van 10 oktober 1967, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1967;
Koninklijk besluit nr. 13 van 11 oktober 1978, Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1978;
Koninklijk besluit nr. 28 van 24 maart 1982, Belgisch Staatsblad van 26 maart 1982;
Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985;
Wet van 30 december 1988, Belgisch Staatsblad van 5 januari 1989;
Wet van 26 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juni 1992;
Wet van 30 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994;
Koninklijk besluit van 14 november 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996;
Wet van 13 maart 1997, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1997;
Wet van 13 februari 1998, Belgisch Staatsblad van 19 februari 1998;
Koninklijk besluit van 25 november 1991, Belgisch Staatsblad van 31 december 1991;
Koninklijk besluit van 3 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 10 juni 1992;
Koninklijk besluit van 29 juni 1992, Belgisch Staatsblad van 8 juli 1992;
Koninklijk besluit van 15 december 1992, Belgisch Staatsblad van 29 december 1992;
Koninklijk besluit van 27 december 1993, Belgisch Staatsblad van 31 december 1993;
Koninklijk besluit van 26 maart 1996, Belgisch Staatsblad van 6 april 1996;
Koninklijk besluit van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 14 augustus 1996;
Koninklijk besluit van 13 december 1996, Belgisch Staatsblad van 31 december 1996;
Koninklijk besluit van 19 juni 1997, Belgisch Staatsblad van 28 juni 1997;
Koninklijk besluit van 25 maart 1999, Belgisch Staatsblad van 2 april 1999.