Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 februari 2024
gepubliceerd op 07 maart 2024

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2024200720
pub.
07/03/2024
prom.
21/02/2024
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

21 FEBRUARI 2024. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen, betreffende de permanente vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 februari 2024.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 2023 Permanente vorming (Overeenkomst geregistreerd op 20 oktober 2023 onder het nummer 183185/CO/224)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die afhangen van het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen en op de bedienden die zij tewerkstellen.

Onder "bedienden" wordt verstaan : de bedienden bedoeld in de collectieve arbeids overeenkomst van 17 december 2001Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 23/02/2002 numac 2002022044 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen type overeenkomst prom. 17/12/2001 pub. 11/04/2002 numac 2002022054 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen sluiten houdende de functieclassificatie voor bedienden.

Art. 2.De ondertekenende partijen onderschrijven de noodzaak van permanente vorming als middel tot verhoging van de competentie van de bedienden en bijgevolg van de ondernemingen.

Art. 3.In toepassing van artikel 54, § 1, 1° van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen heeft elke voltijdse bediende een individueel opleidingsrecht van 4 dagen in 2023 en 5 dagen vanaf 2024.

Het aantal opleidingsdagen voor de bediende die niet voltijds wordt tewerkgesteld en/of die niet door een arbeidsovereenkomst is verbonden gedurende het ganse kalenderjaar, wordt, rekening houdende met zijn arbeidsovereenkomst, bepaald op basis van de formule opgenomen in artikel 50, § 3 van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen.

Art. 4.§ 1. De opleidingen die in aanmerking worden genomen om het aantal individuele opleidingsdagen te bepalen, zijn de formele en informele opleidingen (die rechtstreeks verband houden met het werk) als bedoeld in artikel 50, § 1, a) en b) van de wet van 3 oktober 2022Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/10/2022 pub. 10/11/2022 numac 2022206360 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Wet houdende diverse arbeidsbepalingen sluiten houdende diverse arbeidsbepalingen en de opleidingen die betrekking hebben op de materies inzake het welzijnsbeleid bedoeld in de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. § 2. De werkgever bespreekt de algemene opvolging van het individueel opleidingsrecht in de ondernemingsraad naar aanleiding van de jaarlijkse rapportering over het opleidingsplan. Deze rapportering dient adequaat, kwalitatief en afgestemd op de concrete situatie in de onderneming te zijn.

In ondernemingen zonder ondernemingsraad maar met een comité voor preventie en bescherming op het werk, bespreekt de werkgever deze opvolging met de vakbondsafvaardiging voor bedienden.

In ondernemingen zonder ondernemingsraad en zonder vakbondsafvaardiging bespreekt de werkgever deze opvolging in het comité voor preventie en bescherming op het werk.

Art. 5.§ 1. De ondernemingen zullen jaarlijks een bedrijfsopleidingsplan opstellen telkens vóór 31 maart van het desbetreffend jaar.

In de bedrijfsopleidingsplannen zal rekening gehouden worden met de inspanningen inzake vorming die de ondernemingen nu reeds doen, zullen alle categorieën van vorming voorzien in de wet gevaloriseerd worden, en zal zoveel mogelijk aandacht geschonken worden aan alle bediendecategorieën, ook aan de laaggeschoolden en aan de bedienden van 50 jaar en ouder.

In dit verband zal de ondernemingsraad, of zo nodig de bediendevertegenwoordiging in de ondernemingsraad, in toepassing van haar opdrachten voorzien bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 9 van 9 maart 1972, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, houdende ordening van de in de Nationale Arbeidsraad gesloten nationale akkoorden en collectieve arbeidsovereenkomsten betreffende de ondernemingsraden, eveneens geraadpleegd worden. Bij ontstentenis van een ondernemingsraad zal de vakbondsafvaardiging voor de bedienden geraadpleegd worden. Bij ontstentenis van zowel ondernemingsraad als vakbondsafvaardiging zal het comité voor preventie en bescherming op het werk geraadpleegd worden. Voor de andere ondernemingen zal het bedrijfsopleidingsplan ter advies voorgelegd worden aan het paritair comité.

In alle gevallen zal het opleidingsplan overgemaakt worden voor advies uiterlijk tegen 1 maart van elk kalenderjaar.

Permanente vorming is een wederzijds engagement zowel van de werkgever als van de bediende.

Desgevallend zal met de syndicale afvaardiging voor de bedienden overlegd worden over de sociale afstemming van de opleiding voor individuele gevallen. § 2. Het bedrijfsopleidingsplan betreffende het jaar 2023 respectievelijk 2024 en een uittreksel uit het verslag van de ondernemingsraad, de syndicale afvaardiging of het comité voor preventie en bescherming op het werk betreffende de raadpleging zullen worden overgemaakt aan Agoria uiterlijk tegen 30 april 2023 respectievelijk 2024. Agoria geeft de bedrijfsopleidingsplannen en uittreksels uit de verslagen van de ondernemingsraden, de syndicale afvaardigingen of de comités door aan de werknemersorganisaties. Op dezelfde wijze zal de realisatie van het plan uiterlijk tegen het einde van het eerste kwartaal na afloop van het kalenderjaar 2023 respectievelijk 2024 geëvalueerd worden.

Op bedrijfsvlak wordt afgesproken welke informatie wordt meegedeeld. § 3. Tenzij de raad van bestuur van de VZW "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferro sector" er anders over beslist, zal een financiële ondersteuning van tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen vanuit de VZW "Tewerkstellings- en opleidingsfonds voor de bedienden van de non-ferro sector" slechts kunnen verleend worden indien de betrokken onderneming tijdig een bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld waarin tevens de opleidingsinitiatieven ten gunste van risicogroepen zijn opgenomen en dat door de ondernemingsraad of, bij ontstentenis, door de syndicale afvaardiging voor de bedienden, bij toepassing van dit artikel gunstig werd geadviseerd.

Daarboven wordt voor de onderneming die hetzij geen bedrijfsopleidingsplan heeft opgesteld, hetzij de ondernemingsraad, de syndicale afvaardiging of het comité voor preventie en bescherming op het werk niet heeft geraadpleegd overeenkomstig dit artikel, de bijdrage voor de risicogroepen zoals bepaald in artikel 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 augustus 2023 betreffende de tewerkstellings- en opleidingsinitiatieven ten gunste van de risicogroepen voor het betrokken kalenderjaar verhoogd met 0,05 pct.

Art. 6.De bedienden met statuut van uitzendkracht die minstens 6 maanden ononderbroken in de onderneming hebben gewerkt, genieten een gelijkwaardig recht op vorming als de vaste werknemers.

Art. 7.§ 1. Elke bediende heeft recht op een jaarlijks loopbaangesprek, in voorkomend geval gekoppeld aan in de onderneming bestaande praktijen omtrent soortgelijke gesprekken. Tijdens dit gesprek kunnen onder andere de individuele opleidingsbehoeften of de behoefte aan loopbaanbegeleiding besproken worden. § 2. Om de bespreking van de individuele opleidingsbehoefte te onderbouwen, zal elke bediende die in de loop van een kalenderjaar (of een andere periode van 12 kalendermaanden) geen werkgerelateerde opleiding heeft genoten, een schriftelijk bericht ontvangen met de melding hiervan en met het saldo van zijn opleidingskrediet. Hij zal er in dit bericht tevens op worden gewezen dat hij zijn eventuele opleidingsnood dient te bespreken met zijn leidinggevende, bij voorkeur tijdens een loopbaangesprek of tijdens het soortgelijk gesprek binnen de onderneming.

Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2023 en is gesloten voor onbepaalde duur, met uitzondering van de artikelen 2, 5, § 2, 5, § 3 en 7 die buiten werking treden op 31 december 2024.

Zij kan door één van de ondertekenende organisaties worden opgezegd met een opzegtermijn van drie maanden, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité en aan elk van de ondertekenende organisaties.

Zij vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 20 december 2021Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 20/12/2021 pub. 25/05/2022 numac 2022032080 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 20/12/2021 pub. 03/02/2023 numac 2022033073 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 16 juni 2014 tot vastlegging van de formulieren met betrekking tot de aanvraagprocedures inzake de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen in de kosten van implantaten en invasieve medische hulpmiddelen, opgenomen in de lijst van verstrekkingen van vergoedbare implantaten en invasieve medische hulpmiddelen sluiten betreffende de permanente vorming, gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden van de non-ferro metalen (172426/CO/224).

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 21 februari 2024.

De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE

^