Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 21 december 2013
gepubliceerd op 22 januari 2014

Koninklijk besluit tot wijziging van de Spoorcodex voor wat betreft de diensten die aan de spoorwegondernemingen moeten worden geleverd

bron
federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer
numac
2014014023
pub.
22/01/2014
prom.
21/12/2013
ELI
eli/besluit/2013/12/21/2014014023/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

21 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de Spoorcodex voor wat betreft de diensten die aan de spoorwegondernemingen moeten worden geleverd


VERSLAG AAN DE KONING Sire, Dit ontwerp van koninklijk besluit is genomen in uitvoering van artikel 10, 1° en 2° van de wet van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013014495 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen sluiten betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen.

Deze bepalingen verlenen aan de Koning de bevoegdheid om, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de nodige maatregelen te nemen om, enerzijds, regels te bepalen die aan spoorwegondernemingen op een niet-discriminerende wijze toegang verlenen tot de stations, de onbemande stopplaatsen en de passende locaties in de stations voor diensten in verband met kaartverkoop en, anderzijds, de regels te bepalen die aan de spoorwegondernemingen op een niet-discriminerende wijze toegang verlenen tot de vaste installaties voor communicatie met de reizigers, zoals de perronschermen en de geluidsinstallatie.

De wijzigingen opgenomen in dit ontwerp van besluit kaderen in een meer globale hervorming van de juridische structuren van de NMBS Groep.

Aangezien de omzettingstermijn van de Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte begonnen is op 22 november 2012 en uiterlijk eindigt op 16 juni 2015, is de keuze gemaakt om de opdrachten verleend aan de Koning bij artikel 10, 1° en 2°, van de wet van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013014495 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen sluiten betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen uit te voeren met een gedeeltelijke omzetting van vermelde richtlijn, voor wat betreft de toegang tot de dienstvoorzieningen bedoeld in haar bijlage II, punt 2, a).

Het ontwerp van koninklijk besluit zet dus artikel 3, punten 11 en 12, om en ook artikel 13 van de Richtlijn 2012/34, voor wat betreft de toegang tot de dienstvoorzieningen bedoeld in haar bijlage II, punt 2, a).

COMMENTAAR BIJ DE ARTIKELEN Artikel 1 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 2 Dit artikel beoogt artikel 3 van de Spoorcodex te wijzigen om er de definitie van dienstvoorziening en exploitant van een dienstvoorziening in te voegen.

Artikel 3 Dit artikel beoogt artikel 9 van de Spoorcodex te wijzigen om te preciseren dat dit artikel niet van toepassing is op dienstvoorzieningen bedoeld in bijlage 1, punt 2, a), van de Spoorcodex.

Wordt begrepen onder "andere voorzieningen" bedoeld in bijlage 1, punt 2, a), de geluidsinstallaties bedoeld in artikel 10, 2° van de wet van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013014495 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen sluiten betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen.

Artikel 4 Dit artikel beoogt in de Spoorcodex een artikel 9/1 in te voegen dat artikel 13 van de Richtlijn 2012/34 omzet en dat slechts van toepassing is op de dienstvoorzieningen bedoeld in bijlage 1, punt 2, a), van de Spoorcodex.

Artikel 13, § 3, derde lid, van de Richtlijn 2012/34 bepaalt dat, indien de exploitant van een dienstvoorziening een infrastructuurbeheerder is, geacht wordt dat de vereisten bedoeld in dit lid nageleefd zijn, indien wordt voldaan aan de vereisten inzake onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder vermeld in artikel 7 van deze richtlijn.

Op dit ogenblik zijn de vereisten inzake onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder in verhouding tot de ondernemingen die spoorvervoerdiensten verlenen, opgenomen in de wet van 21 maart 1991Relevante gevonden documenten type wet prom. 21/03/1991 pub. 09/01/2013 numac 2012000673 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Officieuze coördinatie in het Duits type wet prom. 21/03/1991 pub. 18/01/2016 numac 2015000792 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven. - Duitse vertaling van wijzigingsbepalingen sluiten betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven.

Deze wet zal echter gewijzigd worden in het kader van de hoger genoemde hervorming van de juridische structuren van de NMBS Groep.

De omzetting van artikel 13 is dan ook gebeurd door een dynamische verwijzing naar de vereisten inzake onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder ten overstaan van de leveranciers van spoorvervoerdiensten.

Op die manier wordt gewaarborgd dat, wanneer de taken van exploitatie van een dienstvoorziening worden toevertrouwd aan de infrastructuurbeheerder, deze aan de spoorwegondernemingen een niet-discriminerende toegang verleent tot deze infrastructuren en tot de diensten aangeboden in deze infrastructuren.

Artikel 5 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Artikel 6 Dit artikel behoeft geen commentaar.

Wij hebben de eer te zijn, Sire, van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaars, De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

RAAD VAN STATE Afdeling Wetgeving

Advies 54.713/4 van 11 december 2013 over een ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van de Spoorcodex voor wat betreft de diensten die aan de spoorwegondernemingen moeten worden geleverd' Op 6 december 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van vijf werkdagen een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit 'tot wijziging van de Spoorcodex voor wat betreft de diensten die aan de spoorwegondernemingen moeten worden geleverd'.

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 11 december 2013. De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Christian Behrendt en Jacques Englebert, assessoren, en Anne-Catherine Van Geersdaele, griffier.

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, eerste auditeur.

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 11 december 2013.

Overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, ingevoegd bij de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 sluiten en vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, moeten in de adviesaanvraag in het bijzonder de redenen worden aangegeven tot staving van het spoedeisende karakter ervan.

In het onderhavige geval luidt die motivering in de brief met de adviesaanvraag aldus : "L'urgence est motivée par la nécessité de mettre en oeuvre, au plus vite, la réforme dont le premier volet fait déjà l'objet de l'arrêté royal du 7 novembre 2013 portant réforme des structures de la SNCB Holding, d'Infrabel et de la SNCB (I), dans la mesure où (i) il faut au plus vite mettre fin à l'incertitude, associée à la présente période de transition dans le chef du personnel, des clients et des autres parties prenantes en passant à bref délai à la nouvelle structure, (ii) la qualité des services publics et la ponctualité, pour lesquels la nouvelle structure permettra de prendre les mesures nécessaires, sont à améliorer d'urgence, (iii) l'endettement du groupe SNCB est à maitriser d'urgence dans l'intérêt de la continuité du service public et la trésorerie de l'Etat et (iv) pour des raisons comptables, il est préférable que la nouvelle structure entre en vigueur au début d'une nouvelle année civile, ce qui, au final, implique que la nouvelle structure entre en vigueur le 1er janvier 2014; pour que cette nouvelle structure puisse entrer en vigueur le 1er janvier 2014, il convient préalablement de fixer, d'une part, les règles qui accordent aux entreprises ferroviaires l'accès aux gares, aux points d'arrêt non gardés et aux emplacements convenables prévus dans les gares pour les services de billetterie, de manière non discriminatoire et, d'autre part, les règles qui accordent aux entreprises ferroviaires l'accès aux installations fixes de communication avec les voyageurs, comme les afficheurs de quai et la sonorisation, de manière non discriminatoire".

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003Relevante gevonden documenten type wet prom. 02/04/2003 pub. 14/05/2003 numac 2003000376 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van sommige aspecten van de wetgeving met betrekking tot de inrichting en de werkwijze van de afdeling wetgeving van de Raad van State type wet prom. 02/04/2003 pub. 16/04/2003 numac 2003000298 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 4 juli 1989 betreffende de beperking en de controle van de verkiezingsuitgaven voor de verkiezingen van de federale Kamers, de financiering en de open boekhouding van de politieke partijen, en van het Kieswetboek type wet prom. 02/04/2003 pub. 02/05/2003 numac 2003000309 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van de wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle en tot regeling van de overdracht van sommige personeelsleden van de Dienst Veiligheid van de Staat op het gebied van de kernenergie sluiten, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, ' 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. In het kader van de procedure van inspraak van de gewestregeringen, voorgeschreven in artikel 6, § 4, 3, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, is het voorliggende ontwerp bij brief van 31 juli 2013 aan de gewestregeringen bezorgd. Uit het verslag van de vergadering van de "IKW" van 19 november 2013, dat terug te vinden is in het dossier dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, blijkt evenwel dat het ontwerp op die datum nog gewijzigd is.

De nieuwe versie van het ontwerpbesluit moet derhalve in het kader van die inspraakprocedure aan de gewestregeringen worden bezorgd. Dat biedt tevens de gelegenheid te antwoorden op de opmerkingen die de Vlaamse Regering reeds heeft gemaakt over de oorspronkelijk overgezonden tekst, indien dat nog niet is gebeurd. 2. In paragraaf 3, tweede lid, van het ontworpen artikel 9/1 is er een discrepantie tussen de Nederlandse en de Franse tekst.Die moet worden verholpen.

De griffier, Mevr. A.-C. Van Geersdaele.

De voorzitter, P. Liénardy.

21 DECEMBER 2013. - Koninklijk besluit tot wijziging van de Spoorcodex voor wat betreft de diensten die aan de spoorwegondernemingen moeten worden geleverd FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 februari 1969Relevante gevonden documenten type wet prom. 18/02/1969 pub. 25/04/2012 numac 2012000279 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatregelen ter uitvoering van de internationale verdragen en akten inzake vervoer over zee, over de weg, de spoorweg of de waterweg, artikel 1;

Gelet op de wet van 30 augustus 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/08/2013 pub. 13/09/2013 numac 2013014495 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Wet betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen sluiten betreffende de hervorming van de Belgische spoorwegen, artikel 10, 1° en 2° ;

Gelet op de Spoorcodex;

Gelet op de betrokkenheid van de gewestregeringen;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 november 2013;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 29 november 2013;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling gemotiveerd door de omstandigheid dat de hervorming, waarvan het eerste luik reeds het voorwerp uitmaakt van het koninklijk besluit van 7 november 2013Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 07/11/2013 pub. 13/11/2013 numac 2013014665 bron federale overheidsdienst mobiliteit en vervoer Koninklijk besluit tot hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS sluiten houdende hervorming van de structuren van de NMBS Holding, Infrabel en de NMBS (I), dringend moet worden uitgevoerd omdat (i) de met de huidige overgangsperiode gepaard gaande onzekerheid voor het personeel, het cliënteel en andere belanghebbende partijen dringend moet worden beëindigd door op korte termijn naar de nieuwe structuur over te stappen, (ii) de kwaliteit van de openbare dienstverlening en de stiptheid dringend moeten worden verbeterd, waartoe de nieuwe structuur de nodige maatregelen zal toelaten, (iii) de schuldpositie van de huidige NMBS groep dringend moet worden beheerst in het belang van de continuïteit van de openbare dienst en de Staatsfinanciën en (iv) een nieuwe structuur om boekhoudkundige redenen bij voorkeur bij de aanvang van een nieuw kalenderjaar in werking treedt, wat er samen toe leidt dat de nieuwe structuur op 1 januari 2014 in werking dient te treden; opdat deze nieuwe structuur in werking kan treden op 1 januari 2014 is het nodig om voorafgaandelijk regels te bepalen, die, enerzijds, aan de spoorwegondernemingen op niet-discriminerende wijze toegang verlenen tot de stations, de onbemande stopplaatsen en passende locaties in de stations voor diensten in verband met kaartverkoop, en, anderzijds, aan de spoorwegondernemingen op niet-discriminerende wijze toegang verlenen tot de vaste installaties voor communicatie met de reizigers, zoals perronschermen en de geluidsinstallaties;

Gelet op advies nr. 54.713/4 van de Raad van State, gegeven op 11 december 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Binnenlandse Zaken en de Staatssecretaris voor Mobiliteit en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Dit besluit voorziet in de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn 2012/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 21 november 2012 tot instelling van één Europese spoorwegruimte.

Art. 2.Artikel 3 van de Spoorcodex wordt aangevuld met de bepalingen onder 74° en 75°, luidende : "74° "dienstvoorziening" : de installatie, inclusief terrein, gebouw en uitrusting, die in haar geheel of gedeeltelijk speciaal is ingericht voor het verrichten van één of meer diensten als bedoeld in bijlage 1, punten 2, 3 en 4, van de Spoorcodex; 75° "exploitant van een dienstvoorziening" : iedere publieke of privaatrechtelijke entiteit die verantwoordelijk is voor het beheer van één of meer dienstvoorzieningen of voor het verrichten van één of meer diensten voor spoorwegondernemingen als bedoeld in bijlage 1, punten 2, 3 en 4, van de Spoorcodex.".

Art. 3.Artikel 9 van de Spoorcodex wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : " § 5. Dit artikel is niet van toepassing in het geval van dienstvoorzieningen bedoeld in bijlage 1, punt 2, a).".

Art. 4.In de Spoorcodex wordt een artikel 9/1 ingevoegd, luidende : " § 1. De exploitanten van dienstvoorzieningen verlenen aan alle spoorwegondernemingen op een niet-discriminerende wijze toegang, inclusief toegang via het spoor, tot de in bijlage 1, punt 2, a), bedoelde dienstvoorzieningen en tot de in deze voorzieningen geleverde diensten. § 2. Ter waarborging van een volledig transparante en niet- discriminerende toegang tot deze dienstvoorzieningen, en van de dienstverlening in deze voorzieningen ingeval de exploitant van de dienstvoorzieningen onder de directe of indirecte zeggenschap staat van een instantie of een onderneming die ook actief is en een machtspositie heeft op nationale markten voor spoorvervoerdiensten waarvoor de voorziening wordt gebruikt, zijn de exploitanten van deze dienstvoorzieningen op zodanige wijze georganiseerd, dat zij organisatorisch en wat de besluitvorming aangaat, onafhankelijk zijn van deze instantie of onderneming. Dergelijke onafhankelijkheid omvat niet de vereiste dat voor dienstvoorzieningen een afzonderlijke rechtspersoon moet worden opgericht; er kan aan worden voldaan door binnen één rechtspersoon verschillende afdelingen op te richten.

Voor alle dienstvoorzieningen bedoeld in bijlage 1, punt 2, a), voeren de exploitant en de instantie of onderneming vanaf de rekenkundige oefening 2015 gescheiden rekeningen, met inbegrip van gescheiden balansen en gescheiden winst-en-verliesrekeningen.

Indien de in bijlage 1, punt 2, a), bedoelde dienstvoorziening door de infrastructuurbeheerder wordt geëxploiteerd, worden de in dit lid bedoelde vereisten inzake onafhankelijkheid geacht te zijn voldaan, indien wordt voldaan aan de vereisten inzake onafhankelijkheid van de infrastructuurbeheerder ten overstaan van de leveranciers van spoorvervoerdiensten. § 3. De verzoeken van de spoorwegondernemingen om toegang tot en levering van diensten in de in bijlage 1, punt 2, a), bedoelde dienstvoorziening worden beantwoord binnen een redelijke termijn die door het toezichthoudende orgaan wordt vastgesteld. Deze verzoeken mogen slechts worden afgewezen, wanneer er levensvatbare alternatieven zijn die hen in staat stellen, de betrokken vervoerdienst op hetzelfde traject of op alternatieve trajecten onder economisch aanvaardbare voorwaarden te exploiteren. Dit houdt voor de exploitant van de dienstvoorziening niet de verplichting in om te investeren in middelen of voorzieningen teneinde aan alle verzoeken van spoorwegondernemingen tegemoet te kunnen komen.

Wanneer verzoeken van spoorwegondernemingen betrekking hebben op toegang tot en dienstverlening in een dienstvoorziening die wordt beheerd door een exploitant van de in paragraaf 3 bedoelde dienstvoorziening, motiveert de exploitant schriftelijk elk weigeringsbesluit en geeft hij aan welke levensvatbare alternatieven er zijn in andere voorzieningen. § 4. Wanneer een exploitant van de in bijlage 1, punt 2, a), bedoelde dienstvoorziening een conflict vaststelt tussen verschillende verzoeken, tracht hij alle verzoeken te beantwoorden voor zover dat mogelijk is. Wanneer geen levensvatbaar alternatief beschikbaar is en het op basis van een aangetoonde behoefte onmogelijk is aan alle verzoeken om capaciteit voor de betrokken voorziening tegemoet te komen, kan de verzoeker een klacht indienen bij het toezichthoudende orgaan die zich over de zaak buigt en, voor zover nodig, maatregelen neemt om ervoor te zorgen dat een passend deel van de capaciteit wordt gegund aan de betrokken verzoeker. § 5. Wanneer de in bijlage 1, punt 2, a), bedoelde dienstvoorziening gedurende tenminste twee opeenvolgende jaren niet is gebruikt, en spoorwegondernemingen ten aanzien van de exploitant van die dienstvoorziening hun belangstelling hebben laten blijken voor toegang tot de voorziening op basis van aangetoonde behoeften, doet zijn eigenaar een publieke aankondiging dat zijn exploitatie van de voorziening geheel of gedeeltelijk beschikbaar is voor leasing of verhuring als spoordienstvoorziening, tenzij de exploitant van deze dienstvoorziening aantoont dat de voorziening vanwege een lopend reconversieproces niet door een spoorwegonderneming kan worden gebruikt. § 6. De Koning kan maatregelen nemen over de te volgen procedure en de te respecteren criteria voor de toegang tot de te verlenen diensten in de dienstvoorzieningen bedoeld in dit artikel.".

Art. 5.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014.

Art. 6.De minister bevoegd voor de regulering van het spoorwegvervoer is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 21 december 2013.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, Mevr. J. MILQUET De Staatssecretaris voor Mobiliteit, M. WATHELET

^