gepubliceerd op 04 oktober 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
20 SEPTEMBER 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i), vervangen bij de wet van 14 februari 1961;
Gelet op de wet van 1 augustus 1985Relevante gevonden documenten type wet prom. 01/08/1985 pub. 15/11/2000 numac 2000000832 bron ministerie van binnenlandse zaken Wet houdende fiscale en andere bepalingen . - hoofdstuk III, afdeling II. - Duitse vertaling sluiten houdende sociale bepalingen, artikel 132, gewijzigd bij de wetten van 14 augustus 1986, 29 december 1990, 30 maart 1994, 13 februari 1998 en 6 juni 2010;
Gelet op het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag;
Gelet op het koninklijk besluit van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011206468 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact, met het oog op het verhogen van de werkgelegenheidsgraad van de oudere werknemers sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact, met het oog op het verhogen van de werkgelegenheidsgraad van de oudere werknemers;
Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gegeven op 19 april 2012;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven 13 maart 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 21 maart 2012;
Gelet op advies 53.383/1 van de Raad van State, gegeven op 31 mei 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Werk en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3, § 8, van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag wordt vervangen als volgt : « § 8. Om te genieten van de toepassing van de artikelen 2 en 3, §§ 1 tot 7, moet de werknemer de leeftijd die is vastgelegd in de collectieve arbeidsovereenkomst en die overeenkomstig de bepalingen van dit besluit van toepassing is op het einde van de arbeidsovereenkomst, ten laatste bereikt hebben : 1° op het einde van de arbeidsovereenkomst;2° en ofwel gedurende de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is, ofwel gedurende de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is die deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengt, voor zover de verlengende collectieve arbeidsovereenkomst dezelfde leeftijdsvoorwaarde voorziet. Om te genieten van de toepassing van de artikelen 2 en 3, §§ 1 tot 7 moet de werknemer het beroepsverleden dat van toepassing op het einde van de arbeidsovereenkomst, ten laatste bereikt hebben op het einde van de arbeidsovereenkomst.
In afwijking van het eerste lid kan de werknemer eveneens de toepassing van de artikelen 2 en 3, § 2 genieten, indien hij de leeftijd bereikt tijdens de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst toepasselijk is die de werkgever die hem tewerkstelt, bindt en die overeenkomstig de artikelen 2 en 3, § 2, van dit besluit in de onderneming een recht op bedrijfstoeslag voorziet voor de werknemer ontslagen vanaf die leeftijd.
De werknemer bedoeld in het vorige lid moet tijdens de periode waarin de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in het vorige lid toepasselijk is, het beroepsverleden bereiken dat overeenkomstig de artikelen 2 en 3, § 2 van kracht is tijdens de periode waarin deze collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is.
Voor de toepassing van het vorige lid wordt rekening gehouden met de voorwaarde inzake beroepsverleden die van kracht is overeenkomstig de artikelen 2 en 3, § 2 op het ogenblik dat de leeftijdsvoorwaarde bedoeld in het derde lid door de werknemer vervuld is.
De werknemer bedoeld in het derde lid kan de toepassing van de artikelen 2 en 3, § 2 slechts genieten na ontslagen te zijn geweest door dezelfde werkgever als bedoeld in het derde lid en voor zover hij de leeftijd en het beroepsverleden bedoeld in het derde en vierde lid ten laatste heeft bereikt op het einde van de arbeidsovereenkomst, zonder dat evenwel vereist is dat de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in het derde lid nog van kracht is op dat ogenblik.
De werknemer bedoeld in het derde lid kan vragen aan de directeur van het werkloosheidsbureau in wiens ambtsgebied de werknemer zijn hoofdverblijfplaats heeft, vast te stellen dat hij voldoet aan de voorwaarden inzake leeftijd en beroepsverleden bedoeld in het derde en vierde lid.
De werknemer dient de aanvraag bedoeld in het zevende lid in bij de uitbetalingsinstelling van zijn keuze door middel van een formulier waarvan het model is vastgelegd door de Rijksdienst.
De aanvraag bedoeld in het zevende lid is slechts ten vroegste ontvankelijk op de dag waarop de werknemer de leeftijd bedoeld in het derde lid bereikt.
De directeur attesteert of de werknemer die de aanvraag bedoeld in het zevende lid heeft ingediend, op de dag waarop het attest is opgesteld, al dan niet voldoet aan de voorwaarden bedoeld in het derde en vierde lid.
De directeur stuurt zijn antwoord aan de uitbetalingsinstelling bedoeld in het achtste lid. »
Art. 2.Artikel 5 van het koninklijk besluit van 28 december 2011Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 28/12/2011 pub. 30/12/2011 numac 2011206468 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007 tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact, met het oog op het verhogen van de werkgelegenheidsgraad van de oudere werknemers sluiten tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact, met het oog op het verhogen van de werkgelegenheidsgraad van de oudere werknemers wordt ingetrokken.
Art. 3.De Minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Trapani, 20 september 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK