gepubliceerd op 27 juli 1999
Koninklijk besluit tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging en tot bepaling van haar opdracht
20 JULI 1999. - Koninklijk besluit tot benoeming van de Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging en tot bepaling van haar opdracht
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op artikel 37 van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 juli 1999 tot benoeming van de Regeringsleden;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juni 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de administratieve vereenvoudiging een zeer belangrijke uitdaging vormt voor de nieuwe Regering;
Overwegende dat het noodzakelijk is om bovendien onverwijld alle nodige maatregelen te nemen om de coördinatie van de bevoegdheden terzake binnen de Regering te verzekeren;
Op de voordracht van Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Mevr. A. André-Léonard, wordt benoemd tot Regeringscommissaris belast met de administratieve vereenvoudiging, toegevoegd aan de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen.
Zij legt in handen van de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen de bij artikel 2 van het decreet van 20 juli 1831 voorgeschreven eed af.
Art. 2.Haar opdracht bestaat in de coördinatie, in samenwerking met de Dienst voor de administratieve vereenvoudiging, van de respectieve bevoegdheden van de Regeringsleden wat de administratieve vereenvoudiging betreft, onverminderd de bevoegdheden van de betrokken Regeringsleden en Departementen.
Art. 3.Dit besluit treedt heden in werking en houdt op van kracht te zijn terzelfdertijd als het koninklijk besluit van 12 juli 1999, voor zover het de benoeming van de Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen betreft.
Art. 4.Onze Eerste Minister en Onze Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 20 juli 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de openbare besturen, L. VAN DEN BOSSCHE