gepubliceerd op 08 december 2017
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het bont en kleinvel, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn in 2017 en 59 jaar of ouder in 2018 met een beroepsverleden van minstens 40 jaar als loontrekkende
19 NOVEMBER 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het bont en kleinvel, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn in 2017 en 59 jaar of ouder in 2018 met een beroepsverleden van minstens 40 jaar als loontrekkende (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bont en kleinvel;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2017, gesloten in het Paritair Comité voor het bont en kleinvel, betreffende de toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn in 2017 en 59 jaar of ouder in 2018 met een beroepsverleden van minstens 40 jaar als loontrekkende.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 november 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bont en kleinvel Collectieve arbeidsovereenkomst van 8 juni 2017 Toekenning van een aanvullende vergoeding ten gunste van sommige oudere werknemers die worden ontslagen en die op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst 58 jaar of ouder zijn in 2017 en 59 jaar of ouder in 2018 met een beroepsverleden van minstens 40 jaar als loontrekkende (Overeenkomst geregistreerd op 11 juli 2017 onder het nummer 140258/CO/148) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters, hierna "werknemers" genoemd, van alle ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bont en kleinvel ressorteren, met uitzondering van de werkgevers en werknemers van de ondernemingen die zich bezig houden met de fabricage van bontwerk (voorheen PSC 148.03) en van de pelslooierijen (voorheen PSC 148.05).
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is voor alle duidelijkheid van toepassing op alle werknemers die door een arbeidsovereenkomst verbonden zijn, ongeacht of deze voor onbepaalde dan wel bepaalde duur werd afgesloten, voor zover zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoedingen en voldoen aan de leeftijds- en loopbaanvoorwaarden van artikelen 4 en 5. HOOFDSTUK II. - Leeftijds- en loopbaanvoorwaarden
Art. 3.Leeftijdsvoorwaarde Kunnen aanspraak maken op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, de werknemers die worden ontslagen en de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt in 2017 en 59 jaar in 2018.
Art. 4.Loopbaanvoorwaarde Om echter recht te kunnen laten gelden op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, dient de werknemer niet alleen de door de wetgeving gestelde loopbaanvereiste te vervullen (40 jaar beroepsverleden als loontrekkende op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst), doch dient hij/zij bovendien een loopbaan te kunnen bewijzen van ten minste 15 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. Indien de werknemer dit bewijs niet kan leveren, dient hij/zij een loopbaan te bewijzen van minimum 20 jaar in de sector waarvan minstens 8 jaar bij de werkgever die hem/haar ontslaat. HOOFDSTUK III. - Aanvullende vergoeding/"Bedrijfstoeslag"
Art. 5.De werknemers omschreven in artikelen 1 en 2 hebben recht op een bijkomende vergoeding ten laste van de werkgever op voorwaarde dat zij aanspraak kunnen maken op de werkloosheidsvergoeding voor personen in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag. Deze aanvullende vergoeding wordt maandelijks betaald.
Bovendien en krachtens artikelen 4bis, 4ter en 4quater van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van de Nationale Arbeidsraad van 19 december 1974, hebben werknemers in het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag die opnieuw aan de slag gaan als werknemer of zelfstandige in hoofdberoep, maar bij of voor rekening van een andere werkgever dan diegene die hen ontslag met SWT hadden gegeven, recht op behoud van deze aanvullende bedrijfstoeslag ten laste van deze laatste werkgever die hen ontslag heeft gegeven.
Zo ook behouden deze werknemers het recht op deze bedrijfstoeslag, wanneer hun nieuwe tewerkstelling bij een andere werkgever of als zelfstandige wordt beëindigd. In dat geval moeten zij wel het bewijs leveren dat zij opnieuw recht hebben op werkloosheidsvergoedingen.
Art. 6.De aanvullende vergoeding of bedrijfstoeslag, volgens de berekeningsmethode bepaald door het paritair (sub)comité, wordt toegekend vanaf het einde van de normale wettelijke opzeggingstermijn tot de pensioengerechtigde leeftijd.
De aanvullende vergoeding bestaat uit de helft (50 pct.) van het verschil van de werkloosheidsvergoeding en het netto refertemaandloon.
De sociale en/of fiscale afhoudingen op de aanvullende vergoeding ("bedrijfstoeslag") vallen ten laste van de werknemer.
Art. 7.De bedrijfstoeslag (of voorheen genoemd : "aanvullende vergoeding"), zoals bepaald in artikel 6, is gekoppeld aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptieprijzen, zoals dat is voorzien : - in de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 1993 tot vaststelling van de loon- en arbeidsvoorwaarden, afgesloten in het Paritair Subcomité voor de haarsnijderijen (PSC 148.01) (registratienr. 32498); - en met ingang van 1 april 2014 in de collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de koppeling van de lonen van het indexcijfer der consumptieprijzen, afgesloten in het Paritair Comité voor het bont en kleinvel (PC 148) (registratienr. 121161).
Art. 8.De opzegging van de individuele arbeidsovereenkomst van de werknemer zal slechts worden gegeven als blijkt dat de betrokken werknemer in aanmerking komt voor werkloosheidsvergoeding voor bruggepensioneerden (personen in het "stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag"), onder meer wat de leeftijds- en loopbaanvereisten betreft zoals bepaald in artikelen 3 en 4.
Art. 9.De werkgever die met het oog op brugpensioen ("stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag") zijn werknemer ontslaat, is verplicht die te vervangen door een volledig uitkeringsgerechtigde werkloze of door een andere persoon, zoals voorzien bij koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten en binnen de termijn in dit koninklijk besluit bepaald.
In vervanging moet voorzien worden gedurende ten minste 36 maanden.
Bij niet-vervanging worden automatisch de sancties toegepast voorzien in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten. De onderneming die beantwoordt aan één der zes criteria vernoemd in het koninklijk besluit van 3 mei 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 22/05/2007 numac 2007201185 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 4 september 2006, gesloten in het Paritair Subcomité voor de socio-culturele sector van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de toekenning van een eindejaarspremie type koninklijk besluit prom. 03/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007201609 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg Koninklijk besluit tot regeling van het conventioneel brugpensioen in het kader van het generatiepact sluiten met betrekking tot de definiëring van bedrijven in moeilijkheden of in herstructurering en die aldus erkend is door de Minister van Werk, kan van vervanging worden vrijgesteld. HOOFDSTUK IV. - Geldigheidsduur
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2017 en houdt op van kracht te zijn op 1 januari 2019.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 novembre 2017.
De Minister van Werk, K. PEETERS