Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2006
gepubliceerd op 12 september 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanvulling van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, in uitvoering van artikel 15 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202243
pub.
12/09/2006
prom.
19/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanvulling van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, in uitvoering van artikel 15 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2006, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot aanvulling van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, in uitvoering van artikel 15 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 25 januari 2006 Aanvulling van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal aanvullend pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsindustrie, in uitvoering van artikel 15 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 4 april 2003 en van artikel 22 van de collectieve basis arbeidsovereenkomst van 8 oktober 2003 (Overeenkomst geregistreerd op 2 februari 2006 onder het nummer 78427/CO/118)

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de voedingsnijverheid. § 2. Met "arbeiders" worden de mannelijke en vrouwelijke arbeiders bedoeld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft als voorwerp de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 november 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, tot vaststelling van de voorwaarden voor uitsluiting uit het toepassingsgebied van het sociaal sectoraal pensioenstelsel voor de arbeiders van de voedingsnijverheid (collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1), algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 1 september 2004 (Belgisch Staatsblad van 29 september 2004), aan te vullen.

Art. 3.Artikel 6.12.1 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, wordt aangevuld met volgende bepalingen : "Vanaf 1 april 2006 wordt voor stelsels van aanvullend pensoen met toezeggingen van het type "vaste bijdragen" de gelijkwaardigheid gemeten aan de hand van de werkgeversbijdragen zoals die in het pensioenreglement zijn bepaald en die gemiddeld voor alle aangesloten arbeiders binnen de onderneming, ten minste gelijk is aan 1,04 pct. van het refertejaarloon.

Deze bijdrage omvat noch de taksen noch de RIZIV-bijdrage, maar wel de door de pensioeninstelling aangerekende tarifaire beheerskosten, die in de pensioenpremie begrepen zijn."

Art. 4.Artikel 6.12.2 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, wordt aangevuld met volgende bepalingen : "Vanaf 1 april 2006 dient voor stelsels van aanvullend pensioen met toezeggingen van het type "vaste prestaties", die uitsluitend gefinancierd worden door werkgeversbijdragen, het niveau van aanvullend kapitaal of aanvullend pensioen te worden getoetst aan het theoretisch niveau, zoals dit door het sectoraal pensioenstelsel wordt gerealiseerd.

Dit betekent dat, indien de toezegging is uitgedrukt in kapitaal, het aanvullend pensioenkapitaal voor de volledige loopbaan op de voorziene eindleeftijd van 65 jaar, zoals die zijn bepaald in het pensioenreglement, tenminste gelijk zal zijn aan 78 keer de jaarlijkse pensioenbijdrage voor het sectoraal pensioenstelsel.

Indien de toezegging is uitgedrukt als een jaarlijks pensioen, dient het aanvullend rustpensioen op de eindleeftijd van 65 jaar voor een volledige loopbaan tenminste 6 keer de jaarlijkse pensioenbijdrage voor het sectoraal pensioenstelsel te bedragen.

Indien de in het pensioenreglement voorziene eindleeftijd 60 jaar is, dienen de voormelde vermenigvuldigingsfactoren van 78 en 6 te worden vervangen door respectievelijk 68 en 4,5.

De gelijkwaardigheid met het sectoraal pensioenstelsel hoeft niet op elke eerder moment voorafgaand aan de in het pensioenreglement vastgelegde eindleeftijd te worden gerealiseerd. » .

Art. 5.Na artikel 17 van voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, worden de volgende bepalingen toegevoegd : "Toestand vanaf 1 april 2006.

Art. 18.De ondernemingen, bedoeld in artikel 16 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 1 van 5 november 2003, dienen tegen ten laatste 31 maart 2006, via een aangetekend schrijven aan de voorzitter van het paritair comité, het bewijs te leveren dat het aanvullend pensioenstelsel aan de richtlijnen, zoals gedefinieerd in artikel 6, beantwoordt. Het bewijs kan geleverd worden door het opsturen van de wijziging van het pensioenreglement of van de collectieve arbeidsovereenkomst.

In de gevallen waarin de gelijkwaardigheid niet rechtstreeks via de richtlijnen, zoals vermeld in de artikelen 6.12.1 tot en met 6.12.3, kan worden vastgesteld, dient dit te gebeuren door het opsturen van een actuarieel attest, rekening houdend met de actuariële berekeningsprincipes zoals bepaald onder artikelen 6.12.1 tot en met 6.12.3."

Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2006 en wordt gesloten voor een onbepaalde tijd.

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst kan opgezegd worden door één van de partijen middels een opzeggingstermijn van zes maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan alle organisaties die erin vertegenwoordigd zijn.

De opzegging is alleen geldig voorzover artikel 10, § 1, 3° van de WAP (wet van 28 april 2003 betreffende de aanvullende pensioenen en het belastingstelsel van die pensioenen en sommige aanvullende voordelen inzake sociale zekerheid (Belgisch Staatsblad van 15 mei 2003, Ed. 2; erratum, Belgisch Staatsblad van 26 mei 2003)) is nageleefd.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^