Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 juli 2006
gepubliceerd op 11 augustus 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het arbeiderspersoneel en de gezinshelpsters

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006202235
pub.
11/08/2006
prom.
19/07/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 JULI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het arbeiderspersoneel en de gezinshelpsters (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2004, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het arbeiderspersoneel en de gezinshelpsters.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 juli 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 december 2004 Toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag aan het arbeiderspersoneel en de gezinshelpsters (Overeenkomst geregistreerd op 15 februari 2005 onder het nummer 73909/CO/318.01) HOOFDSTUK I. -Toepassingsgebied

Artikel 1.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en die worden gesubsidieerd door het Waalse Gewest, de Duitse Gemeenschap en de Franse en gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. § 2. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst moet onder "werknemers" worden verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiderspersoneel en de gezins- en bejaardenhelpsters. HOOFDSTUK II. - Principes

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een brugpensioenregeling met compenserende indienstneming in te voeren om in de eerste plaats de tewerkstelling van de jongeren en van de werklozen te bevorderen. Zij werd uitgewerkt op de volgende basis : a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975); b) het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsvergoedingen in geval van conventioneel brugpensioen.

Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verbinden de werkgevers er zich toe : a) het brugpensioen aan de werknemers vanaf 58 jaar toe te kennen, die daartoe ontslagen worden;b) de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoeding voor het arbeiderspersoneel en de gezins- en bejaardenhelpsters ten laste te nemen in geval van een gemotiveerde weigering door de raad van bestuur van het sociaal fonds om deze betaling te waarborgen;c) de bruggepensioneerde werknemer te vervangen volgens de modaliteiten waarin het koninklijk besluit van 7 december 1992 voorziet;d) te zorgen voor de financiering van het sociaal fonds om de continuïteit van zijn verplichtingen inzake het brugpensioen van het in artikel 1, § 2 bedoelde personeel te waarborgen. Het "Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters" verbindt er zich toe om, binnen de perken van zijn financiële mogelijkheden, de betaling te waarborgen van de aanvullende brugpensioenvergoedingen voor de gezins- en bejaardenhelpsters en het arbeiderspersoneel tot hun vervaldag, dit wil zeggen tot de datum waarop de in het artikel 1, § 2 bedoelde werknemers de wettelijke pensioenleeftijd bereiken. HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding

Art. 4.Het "Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters" wordt belast met de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoedingen en het beheer van de dossiers betreffende het brugpensioen.

Art. 5.Bij de eventuele overgang van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking naar het conventioneel brugpensioen in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 19 december 2001, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter gesloten in de Nationale Arbeidsraad op 10 juli 2002, zal de aanvullende vergoeding berekend worden van het loon voor de vermindering van de arbeidsprestaties.

Deze regeling geldt voor zover de berekening van de werkloosheidsvergoeding, bij toepassing van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, eveneens gebaseerd is op het loon voor de prestaties van voor deze vermindering.

Bovendien wordt de werknemer geacht bruggepensioneerd te worden in het arbeidsstelsel waarin hij tewerkgesteld was voor de onderbreking of de vermindering van de arbeidsprestaties.

Art. 6.De toepassingsmodaliteiten van dit brugpensioen worden vastgelegd door de in het artikel 3 van deze overeenkomst bedoelde raad van bestuur van het sociaal fonds. HOOFDSTUK IV. -Geldigheid

Art. 7.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 juli 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^