gepubliceerd op 17 april 2023
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot invoering van de collectieve arbeidstijdvermindering in de erkende en gesubsidieerde diensten voor gezins- en bejaardenhulp in het Waalse Gewest, met toepassing van een arbeidsregeling van 32 uren per week voor de werknemers die de leeftijd van 58 jaar en ouder hebben bereikt (1)
19 JANUARI 2023. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot invoering van de collectieve arbeidstijdvermindering in de erkende en gesubsidieerde diensten voor gezins- en bejaardenhulp in het Waalse Gewest, met toepassing van een arbeidsregeling van 32 uren per week (referentie voltijds) voor de werknemers die de leeftijd van 58 jaar en ouder hebben bereikt (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2022, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap, tot invoering van de collectieve arbeidstijdvermindering in de erkende en gesubsidieerde diensten voor gezins- en bejaardenhulp in het Waalse Gewest, met toepassing van een arbeidsregeling van 32 uren per week (referentie voltijds) voor de werknemers die de leeftijd van 58 jaar en ouder hebben bereikt.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 19 januari 2023.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 10 maart 2022 Invoering van de collectieve arbeidstijdvermindering in de erkende en gesubsidieerde diensten voor gezins- en bejaardenhulp in het Waalse Gewest, met toepassing van een arbeidsregeling van 32 uren per week (referentie voltijds) voor de werknemers die de leeftijd van 58 jaar en ouder hebben bereikt (Overeenkomst geregistreerd op 27 juni 2022 onder het nummer 173758/CO/318.01) Inleiding De collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 betreffende de arbeidsvoorwaarden (nr. 22089/CO/318 - koninklijk besluit van 25 april 1989 - Belgisch Staatsblad van 30 mei 1989) heeft de duur van de arbeidstijd van 40 uren op 38 uren gebracht sinds 1 januari 1989 zonder loonvermindering. De uurlonen werden bijgevolg verhoogd met 5,26 pct. op 1 januari 1989. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst voert het Waalse sociaal akkoord 2021-2024 uit. Zij is van toepassing op de werknemers en werkgevers van de diensten voor gezins- en bejaardenhulp die erkend en gesubsidieerd zijn voor het Waalse Gewest die vallen onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Duitstalige Gemeenschap.
Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder "werknemer" verstaan : het arbeiders- en bediendepersoneel, zowel mannen als vrouwen.
Voor de vertrouwens- en directiefuncties zoals bepaald door het koninklijk besluit van 10 februari 1965, zal over de kwestie van de contractuele vermindering van de arbeidstijd intern worden beslist, binnen elke structuur. HOOFDSTUK II. - Duur van de arbeidstijd
Art. 2.Duur van de voltijdse arbeidstijd vanaf 58 jaar Deze collectieve arbeidsovereenkomst beoogt de vermindering van de duur van de voltijdse arbeidstijd tot 32 uren voor de werknemers van 58 jaar en ouder, met behoud van het loon en met compenserende aanwerving.
De grens van 38 uren per week waarin voorzien is door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 januari 1989 (nr. 22089/CO/318 - koninklijk besluit van 25 april 1989 - Belgisch Staatsblad van 30 mei 1989) wordt verlaagd tot 32 uren voor de voltijdse werknemers die de leeftijd van 58 jaar hebben bereikt. De collectieve arbeidstijdvermindering wordt uitgevoerd met integraal behoud van het loon. Hieruit vloeit een proportionele verhoging van het uurloon met 18,75 pct. voort vanaf hun toetreding tot de nieuwe arbeidsregeling.
Art. 3.Berekening van de duur van de arbeidstijd vanaf 58 jaar voor de deeltijdse werknemers De arbeidstijdvermindering voor de deeltijdse werknemers wordt proportioneel berekend ten opzichte van de 32 uren. De vermindering wordt berekend op basis van 32ste. De facto is de minimumduur van de 1/3de tijdse eveneens van toepassing op basis van 32ste inclusief voor de wetgeving over de overlevingspensioenen (cfr. artikel 11bis, 5de lid van de wet van 3 juli 1978Relevante gevonden documenten type wet prom. 03/07/1978 pub. 03/07/2008 numac 2008000527 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten type wet prom. 03/07/1978 pub. 12/03/2009 numac 2009000158 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de arbeidsovereenkomsten sluiten).
De nieuwe regeling die voortvloeit uit de arbeidstijdvermindering wordt minimaal afgerond naar het hogere half uur, met uitzondering van de tijdskredieten. Dit afrondingsprincipe moet op dezelfde manier worden toegepast voor alle werknemers die dezelfde oorspronkelijke arbeidstijd hebben in de dienst en mag geen loonverlies impliceren voor de werknemers.
Op verzoek van de werknemer of van de werkgever kan het oorspronkelijk aantal uren van de deeltijdse werknemer, in onderlinge overeenstemming tussen de partijen, worden behouden op maximaal 32 uur/week, en met naleving van de communicatieprocedure waarin voorzien is in artikel 6.
Deze behouden arbeidstijd wordt gevaloriseerd in 32ste en niet meer in 38ste, wat een loonsverhoging teweegbrengt voor de werknemer. HOOFDSTUK III. - Toepassingsmodaliteiten van de arbeidsregeling van 32 uur vanaf 58 jaar
Art. 4.Definitie van de overgangsdatum van een werknemer naar de nieuwe arbeidsregeling De nieuwe arbeidsregeling treedt in werking vanaf de eerste dag van de maand tijdens dewelke de leeftijd van 58 jaar wordt bereikt.
Art. 5.Vermindering van de arbeidstijd binnen de wekelijkse uurregeling De arbeidstijdvermindering die de voltijdse of deeltijdse werknemer geniet wordt verrekend op een dag of op verscheidene dagen van de week volgens de keuze van de werknemer.
Het kader van de wekelijkse organisatie van de arbeidstijd voor de werknemers van 58 jaar en ouder moet worden bepaald in het arbeidsreglement. In het geval van een vermindering van het aantal gepresteerde dagen, moet de niet gepresteerde dag in gezamenlijk overleg en ten aanzien van de continuïteit van de dienst worden vastgesteld.
Art. 6.Informatie- en beroepsprocedure betreffende de overgang naar de nieuwe arbeidsregeling.
Minimaal drie maanden vóór de overgang naar de nieuwe arbeidsregeling Minimaal drie maanden voordat de werknemer de leeftijd van 58 jaar heeft bereikt en dus overgaat naar een nieuwe arbeidsregeling, deelt de werkgever bij de werknemer de wijziging van de arbeidsregeling naar 32 uren/week/VTE en de toepassingsmodaliteiten van de nieuwe arbeidsregeling mede. Hij deelt eveneens aan de werknemer de mogelijkheid mede om het behoud van zijn oorspronkelijke arbeidsregeling te vragen als de werknemer deeltijds werkt en dit tot maximaal 32 uur/week.
Deze schriftelijke mededeling aan de werknemer, die moet gebeuren door middel van het model als bijlage (of gelijkaardig model) moet minimaal het volgende bevatten : - Het aantal arbeidsuren aangepast in het kader van de CADV; - Het uur- en/of maandloon aangepast aan de overgang naar de arbeidsregeling van 32 uren/VTE; - Voor de deeltijdse werknemers, het eventuele voorstel van de werkgever, overeenkomstig artikel 3 om de oorspronkelijke contractuele deeltijdse arbeidstijd te behouden (zonder dat het aantal prestatie-uren meer dan 32 uren per week mag bedragen) en het aangepast uur- of maandloon dat zou voortvloeien uit deze keuze; - Een ontvangstbewijs.
Binnen 4 weken na de ontvangst van de mededeling van de werkgever De werknemer moet aan de werkgever mededelen : - Zijn akkoord over het voorstel van de werkgever; - Zijn onenigheid over het voorstel van de werkgever. In dit geval vermeldt de werknemer : - of hij zijn arbeidstijd wenst te verminderen; - of hij zijn oorspronkelijke deeltijdse arbeidstijd wenst te behouden. Ingeval hij zijn oorspronkelijke contractuele arbeidstijdregeling wenst te behouden, mag deze niet meer bedragen dan 32 uur/week. - Als de keuze van de werknemer een vermindering van zijn arbeidstijd teweegbrengt, deelt de werknemer zijn wens mede om zijn arbeidstijd te verminderen op een dag of op verscheidene dagen.
Uiterlijk 4 weken vóór de overgang naar de nieuwe arbeidsregeling De werkgever deelt zijn antwoord mede op de vraag die werd geformuleerd door de werknemer, en doet een concreet voorstel betreffende de organisatiemodaliteiten van de nieuwe arbeidsregeling.
De werknemer antwoordt op het concrete voorstel binnen 15 kalenderdagen na de mededeling van de werkgever.
In geval van onenigheid of bij gebreke van antwoord van de werknemer binnen de termijn waarin voorzien is door de procedure, is het de maatregel van arbeidstijdvermindering, zoals bepaald in artikel 3, § 1 en § 2, die van toepassing is.
De deeltijdse werknemer voor wie een behoud van de oorspronkelijke arbeidstijd werd genoteerd op het ogenblik waarop zijn recht op CADV wordt geactiveerd, kan later steeds een aanvraag indienen tot vermindering van zijn arbeidstijd bij zijn werkgever.
Art. 7.Langdurige ziekte De werknemer die langer dan een maand langdurig ziek is in het begin van de procedure waarin voorzien is in artikel 6 ontvangt de schriftelijke mededeling van de werkgever per aangetekende brief. De werknemer kan bij zijn werkgever een aanvraag doen om de volledige informatieprocedure te activeren vanaf de ontvangst van de mededeling.
Bij gebreke van een reactie wordt de procedure voortgezet vanaf zijn terugkeer naar het werk. Ondertussen is het de maatregel inzake arbeidstijdvermindering, zoals bepaald in artikel 3, § 1 en § 2, die van toepassing is.
Art. 8.Mogelijke lokale en tijdelijke afwijking van de CADV voor de niet-dienstverlenende functies op het terrein In het geval waarin de compenserende aanwerving niet kan worden uitgevoerd (door middel van een verhoging van de arbeidstijd van de werknemers ter plaatse of door middel van de aanwerving van een nieuwe werknemer ten aanzien van het aantal vrijgekomen uren), en/of een reorganisatie van de arbeid niet kan worden uitgevoerd (die de tenlasteneming mogelijk maakt van de arbeid die door de werknemer werd uitgevoerd vóór zijn arbeidstijdvermindering), kan de OR, bij gebreke daarvan, het CPBW, bij gebreke daarvan, de VA, bij gebreke daarvan, de werkgever in overleg met de werknemers beslissen om de oorspronkelijke contractuele arbeidstijd te behouden tot een maximum van 32u/week van de werknemers van 58 jaar en ouder. Desgevallend wordt dit behoud van de contractuele arbeidstijdregeling gecompenseerd door de loonsverhoging die overeenstemt met de arbeidstijd gepresteerd op de 32ste basis.
Deze afwijking is tijdelijk, de tijd dat een oplossing wordt gevonden en goedgekeurd op paritair niveau (aanwerving mogelijk geworden, reorganisatie van de arbeid en van de arbeidstijdregelingen, enz.).
Deze lokale en tijdelijke afwijking mag niet langer duren dan een termijn van 6 maanden. Op voorstel van de vertegenwoordigers van de werknemers ten aanzien van de situatie, kan deze afwijking worden verlengd.
Art. 9.Overgangsperiode bij het sluiten van de collectieve arbeidsovereenkomst De werkgevers verbinden zich ertoe om de CADV-maatregel zo snel mogelijk ten uitvoer te leggen.
Rekening houdend met de financieringsmechanismen, en in afwijking van artikel 4, wordt een overgangsperiode naar de overstap naar de 32 uren georganiseerd bij de eerste tenuitvoerlegging van de nieuwe sectorale arbeidsregeling. De procedure waarin voorzien is in artikel 6 zal uiterlijk op 30 september 2022 moeten worden in gang gezet, voor een effectieve toepassing van de nieuwe arbeidsregeling uiterlijk op 1 januari 2023.
Hiervoor zal de werkgever de OR, bij gebreke daarvan, het CPBW, bij gebreke daarvan, de vakbondsafvaardiging, op de hoogte brengen van de kalender en van de praktische modaliteiten van de toepassing van de maatregel. De werkgever zal alles in het werk stellen om deze kalender te optimaliseren.
Tijdens deze overgangsperiode gedurende dewelke de collectieve arbeidstijdvermindering niet effectief kan worden toegepast, behouden de betrokken werknemers van 58 jaar en ouder hun contractuele arbeidstijdregeling van 38 uur per week voor een voltijdse betrekking en genieten zij een compenserende maatregel berekend op basis van de herverdeling van de niet gebruikte middelen.
Deze compenserende maatregel zal de vorm aannemen van een uitzonderlijke premie die wordt betaald aan de werknemer met de storting van de eindejaarspremie of bij de vereffening van de vertrekpremie.
Deze premie zal gelijk zijn aan 18,75 pct. van het loon van oktober 2022 vermenigvuldigd met het aantal maanden gepresteerd in de loop van deze overgangsperiode in 2022 waarin de werknemer 58 jaar en ouder zou geweest zijn (vanaf de 1ste dag van de maand waarin hij jarig is en tot de effectieve toepassing van de collectieve arbeidstijdvermindering).
Als de opeenvolgende indexeringen in 2022 niet worden in rekening genomen in de subsidiëring van het Waalse non-profitakkoord, zal deze premie gelijk zijn aan 18,75 pct. van het loon van januari 2022 vermenigvuldigd met het aantal gepresteerde maanden in de loop van deze overgangsperiode in 2022 waarin de werknemer 58 jaar en ouder zou geweest zijn (vanaf de 1ste dag van de maand waarin hij jarig is en tot de effectieve toepassing van de collectieve arbeidstijdvermindering).
Gedurende de overgangsperiode zal het arbeidsreglement van elke onderneming moeten worden aangepast om de modaliteiten op te nemen die de effectieve tenuitvoerlegging mogelijk maken van de maatregel inzake collectieve vermindering van de arbeidstijd voor de werknemers van 58 jaar en ouder.
Art. 10.Interne paritaire opvolging in de onderneming De werkgever communiceert 6-maandelijks aan de OR, bij gebreke daarvan, aan het CPBW, bij gebreke daarvan, aan de VA, enerzijds, - het volume van arbeidsuren die beschikbaar gemaakt zijn door de tenuitvoerlegging van de collectieve arbeidstijdvermindering; - het aantal deeltijdse werknemers die het behoud van hun arbeidstijd hebben gevraagd voor de overgang naar de nieuwe arbeidsregeling vanaf 58 jaar; - het aantal deeltijdse werknemers die een aanvraag hebben ingediend tot het verkrijgen van een voltijdse betrekking of van een andere, al dan niet bijkomende, deeltijdse betrekking waardoor zij een nieuwe deeltijdse arbeidsregeling verkrijgen, waarvan de wekelijkse arbeidsduur hoger is dan die van de deeltijdse arbeidsregeling waarin zij reeds werken; en anderzijds, - per functie de weigeringen en aanvaardingen van behoud van de oorspronkelijke contractuele arbeidstijd; - elke vacante voltijdse of deeltijdse betrekking die in de instelling wordt gecreëerd met toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst; - een impactanalyse van de toepassing van deze collectieve overeenkomst op de arbeidsorganisatie, op de arbeidslast, op de arbeidsvoorwaarden en of het dienstaanbod aan de gerechtigden, te meer als de afwijking waarin voorzien is in artikel 7 werd geactiveerd in de onderneming.
Op deze basis neemt de interne paritaire instantie in de onderneming de collectieve initiatieven die haar noodzakelijk lijken om de tenuitvoerlegging van de collectieve arbeidstijdvermindering te optimaliseren. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 11.Het arbeidsreglement Het arbeidsreglement van elke onderneming zal moeten worden aangepast in functie van deze collectieve arbeidsovereenkomst om het mogelijk te maken dat deze laatste wordt toegepast.
Art. 12.Evaluatie De tenuitvoerlegging van deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden geëvalueerd door de sociale partners in het eerste semester 2024, daarna in het eerste semester 2026 volgens de modaliteiten bepaald in het protocol als bijlage.
Art. 13.De partijen komen overeen dat de voordelen toegekend door deze collectieve arbeidsovereenkomst enkel effectief zullen worden toegekend aan de betrokken werknemers voor zover de Waalse Regering haar akkoord geeft en de effectieve vereffening van de hiervoor voorziene subsidies naar de diensten organiseert.
Art. 14.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2022. Ze wordt gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan door één van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair subcomité.
De termijn van drie maanden start vanaf de datum waarop de aangetekende brief wordt verzonden naar de voorzitter.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 19 januari 2023.
De Minister van Werk, P.-Y. DERMAGNE
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld