Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2014
gepubliceerd op 29 januari 2015

Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 56, § 3ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 voor de forensische psychiatrische centra

bron
federale overheidsdienst sociale zekerheid
numac
2015022015
pub.
29/01/2015
prom.
19/12/2014
ELI
eli/besluit/2014/12/19/2015022015/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2014. - Koninklijk besluit in uitvoering van artikel 56, § 3ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 voor de forensische psychiatrische centra


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op artikel 56, § 3ter van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, ingevoegd bij artikel 34 van de programmawet (I) van 26 december 2013.

Gelet op artikel 35 van de programmawet (I) van 26 december 2013.

Gelet op het advies van de Commissie voor Begrotingscontrole van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 9 juli 2014;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gegeven op 14 juli 2014;

Gelet op het voorstel van globaal budget van de Algemene Raad van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, gedaan op 26 mei 2014 en op 29 juli 2014;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 10 september 2014;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 25 september 2014;

Gelet op de impactanalyse van de regelgeving, uitgevoerd overeenkomstig artikels 6 en 7 van de wet van 15 december 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/12/2013 pub. 31/12/2013 numac 2013021138 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging sluiten houdende diverse bepalingen inzake administratieve vereenvoudiging;

Gelet op het advies 56.714/2 van de Raad van State, gegeven op 5 november 2014, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;

Op de voordracht van de Minister van Sociale Zaken en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De forensisch psychiatrische centra, verder in dit besluit afgekort als FPC, waarvoor de tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 56, § 3ter, eerste lid van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 wordt toegekend, zijn: Het forensisch psychiatrisch centrum, Hammerikstraat te 9000 Gent, zoals bedoeld in artikel 1 van het koninklijk besluit van 1 juli 2014Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 01/07/2014 pub. 11/07/2014 numac 2014009396 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit tot aanwijzing van een forensisch psychiatrisch centrum sluiten tot aanwijzing van een forensisch psychiatrisch centrum, met een opnamecapaciteit van 264 patiënten/dag en geregistreerd onder het RIZIV-nummer 72100197. Naast deze opnamecapaciteit beschikt het FPC nog over 8 plaatsen in een crisiseenheid.

Art. 2.§ 1. De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 56, § 3ter, eerste lid van de hiervoor genoemde wet dekt forfaitair de volgende verstrekkingen, uitgevoerd door de zorgequipe zoals bedoeld in artikel 3, f) en de andere geneeskundige verstrekkingen van de hiervoor genoemde wet verleend in of buiten het FPC waar de betrokken patiënt verblijft, met uitsluiting van de verstrekkingen bedoeld in § 2. § 2. Voor de tegemoetkoming die is bedoeld in artikel 56, § 3ter, vijfde lid van de hiervoor genoemde wet, wordt onder "opname" verstaan, de tenlasteneming in een algemeen ziekenhuis die ten minste één nacht behelst, dit wil zeggen een dag die aanvangt voor middernacht en eindigt na 8 uur 's anderendaags of de opname in de daghospitalisatie waarbij een verstrekking wordt verricht die is opgenomen in bijlage 3, 6. (lijst A) van het koninklijk besluit van 25 april 2002Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/04/2002 pub. 30/05/2002 numac 2002022335 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Koninklijk besluit betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen sluiten betreffende de vaststelling en de vereffening van het budget van financiële middelen van de ziekenhuizen of een in artikel 101bis van datzelfde besluit beoogde verstrekking.

De tegemoetkoming dekt de kosten die in het kader van de gecoördineerde wet door een ziekenhuis kunnen aangerekend worden aan de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging. Deze tegemoetkoming dekt de persoonlijke aandelen, bedoeld in artikel 37 van de gecoördineerde wet.

De kost voor deze opname wordt ten laste genomen door de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, volgens de modaliteiten zoals voorzien in artikel 9.

Art. 3.De voorwaarden voor de tegemoetkoming bedoeld in artikel 56, § 3ter, eerste lid van de hiervoor genoemde wet zijn de volgende: a) de tegemoetkoming is verschuldigd op voorwaarde dat er tussen het FPC en de federale ministers bevoegd voor Justitie, Volksgezondheid en voor Sociale Zaken een overeenkomst geldt, waarin ondermeer de totale exploitatieduur is bepaald, de voorwaarden voor de uitbating, de beveiliging, de wijze van opvolging door een Opvolgingscomité, de juridische, administratieve en financiële relaties met de FOD Justitie en de opzeggingsmodaliteiten worden opgenomen.Deze overeenkomst, en elke aanpassing aan deze overeenkomst moet door het FPC meegedeeld worden aan de leidend ambtenaar van de Dienst voor geneeskundige verzorging en van de Dienst voor geneeskundige evaluatie en controle van het RIZIV; b) de tegemoetkoming is verschuldigd voor elke effectieve verblijfsdag in het FPC die ten minste één nacht behelst, d.w.z. een dag die aanvangt voor middernacht en eindigt na 8 uur 's anderdaags. De dag van opneming en de dag van ontslag worden samen voor één dag gerekend; c) het verblijf van een patiënt in een FPC kadert in een perspectief van een menswaardige zorg en van verdere doorstroom naar het extern (forensisch)-psychiatrische zorgcircuit en de reguliere (psychiatrische) zorg, gericht op een maximaal haalbare vorm van maatschappelijke re-integratie.De eindbeslissing inzake doorstroming ligt bij de Commissie voor de bescherming van de maatschappij (CBM) of de kamer voor de bescherming van de maatschappij van de strafuitvoeringsrechtbank (SURB).

Het FPC maakt een onderdeel uit van een forensisch zorgnetwerk; het maakt hiertoe structurele samenwerkingsafspraken met de reguliere behandelingsvoorzieningen en werkt nauw samen met de zorgcoördinatoren die door de FOD Justitie en/of Volksgezondheid werden aangesteld; d) voor elke patiënt moet op basis van de resultaten van een diagnostisch proces, een individueel behandelplan worden opgesteld. Dit plan bevat naast de diagnose (conform deze die is voorzien in de Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG) zoals dit in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen is opgelegd voor een psychiatrisch ziekenhuis) ondermeer het behandeltraject, het behandelaanbod, het behandelingsprogramma met een adequate beschrijving van de aan te bieden zorgverlening.

De individuele doelstellingen waarnaar gewerkt wordt dienen in dit behandelplan te worden opgenomen, met een zo kort als mogelijke en zo lang als nodige behandelduur. Deze doelstellingen moeten toelaten om betrokkene zo snel mogelijk te laten doorstromen naar het extern (forensisch)-psychiatrische zorgcircuit en de reguliere (psychiatrische) zorg, hem te resocialiseren en te re-integreren in de samenleving.

De individuele behandelingen gaan uit van zorgprogramma's die evidence-based zijn, of best-practice of experience-based, waarbij het FPC voortdurend rekening houdt met wetenschappelijk onderzoek en zijn uitgangspunten en werkwijze van behandelingen desgevallend bijstelt.

Het FPC rapporteert op basis van het behandelplan aan de Commissie voor de bescherming van de maatschappij (CBM)/aan de Strafuitvoeringsrechtbank (SURB) inzake het verloop van de behandeling van een patiënt in het FPC en over het vooropgestelde zorgtraject; het verstrekt tevens advies inzake de te behandelen modaliteiten waarover de CBM/SURB een beslissing dient te nemen.

Telkenmale, indien, na 1 jaar verblijf van de patiënt in het FPC, geen enkele modaliteit werd aangevraagd, rapporteert het FPC inzake het verloop van de behandeling van de patiënt en over het vooropgestelde zorgtraject aan de CBM. Het FPC verstrekt aan de CBM tevens een advies omtrent de wenselijkheid van een overplaatsing naar een andere (zorg)instelling of de wenselijkheid van het toekennen van uitgangsmodaliteiten; e) het FPC biedt zorg op een hoogwaardig niveau in een klinische setting, waarbij veiligheid en behandeling geïntegreerd zijn, passend bij de zorgvraag;f) het FPC moet globaal beschikken over een zorgequipe van 21,25 VTE/30 bedden, die bestendig instaat voor de verpleging, begeleiding en het continu toezicht van de patiënten (24/24u, 7/7d). Voor elke functionele eenheid moet het kaderpersoneel bestaan uit minstens 9 VTE /30 bedden, waaronder 4 VTE (bij voorkeur psychiatrische) verpleegkundigen, alsook 0,25 VTE licentiaat psychologie en 0,25 VTE graduaat sociaal verpleegkundige of maatschappelijk assistent, evenals 3 VTE beschikkend over een licentiaat/master of een diploma van niet-universitair hoger onderwijs met een paramedisch (verpleegkundige inbegrepen), sociaal, pedagogisch of artistiek karakter zoals psychologie, criminologie, lichamelijke opvoeding, ergotherapie, kinesitherapie, opvoeder, onderwijzer of regent. Het team mag aangevuld worden met verpleeghulp (maximaal 20%); g) het FPC beschikt over een medische equipe die wordt geleid door een geneesheer-specialist in de (neuro)psychiatrie. Er moet minstens één voltijds equivalent psychiater zijn per begonnen schijf van 120 patiënten.

In elk geval dienen minstens twee voltijds equivalenten geneesheren gehecht aan de dienst waarvan één specialist in (neuro)psychiatrie is en de tweede ofwel een specialist in de (neuro)psychiatrie ofwel een specialist in inwendige geneeskunde ofwel een huisarts is.

De psychiater is verantwoordelijk voor het opstellen van het individueel behandelplan en voor het diagnosticeren en uitvoeren van psychiatrische behandelingen van individuele patiënten of groepen van patiënten.

Een voltijds equivalent bedraagt minstens 38 uur per week; h) het FPC beschikt over een hoofdgeneesheer die verantwoordelijk is voor de kwaliteit van zorg binnen het FPC;i) het FPC past voor het zorgteam de CAO's toe die ressorteren onder het paritair comité 330;j) het FPC moet voldoen aan de volgende bepalingen van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd: a.Algemene inrichting van de ziekenhuizen, Bijlage, II. Functionele normen, 6°, 7°, 8° ; b. Algemene inrichting van de ziekenhuizen, Bijlage, III. Organisatorische normen, 1°, 3°, 4°, 5°, 8°, 9°, 9° quater (behalve d) en e)), 10°, 12° ter, 14° ; c. Bijzondere normen toepasselijk op de dienst neuro-psychiatrie voor observatie en behandeling van volwassen patiënten, I.Architectonische normen, 10. a) tot c; d. Bijzondere normen toepasselijk op de dienst neuro-psychiatrie voor observatie en behandeling van volwassen patiënten, II.Functionele normen 1, 2 en 3; k) het FPC voorziet procedures die moeten worden gerespecteerd om te antwoorden op ethische vragen;l) het FPC beschikt over een ombudsfunctie zoals bedoeld in artikel 11, § 1, van de wet van 22 augustus 2002Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/08/2002 pub. 26/09/2002 numac 2002022737 bron ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu Wet betreffende de rechten van de patiënt sluiten betreffende de rechten van de patiënt.m) het FPC informeert de CBM minstens één keer per jaar over de situatie van de geïnterneerden die geen modaliteiten aanvragen;n) het FPC verleent toegang aan de leden van de CBM/SURB om de patiënten die er door hen zijn geplaatst te bezoeken;o) het FPC zorgt ervoor dat elke patiënt naast de psychiatrische zorg ook toegang heeft tot somatische zorg, met inbegrip van a.radiologie; b. laboratorium-analyses;c. tandzorgen;d. andere gespecialiseerde geneeskunde. Indien het FPC zelf instaat voor deze zorg, dient het te beschikken over de nodige vergunningen/erkenningen; p) het FPC organiseert de regelmatige bevoorrading van geneesmiddelen voor de patiënten, zoals voorgeschreven door een arts.Het beschikt over een procedure in geval van urgenties en crisissituaties. De geneesmiddelen worden bewaard in een kast op slot die zich bevindt in een lokaal welk voor de patiënten niet toegankelijk is en de geneesmiddelen worden enkel door artsen of door verplegend personeel toegediend; q) het FPC : a.registreert de Minimale Psychiatrische Gegevens (MPG) zoals dit in uitvoering van de wet op de ziekenhuizen is opgelegd voor een psychiatrisch ziekenhuis; deze gegevens worden meegedeeld aan de FOD Volksgezondheid, DG Gezondheidszorg die zal instaan voor de verwerking ervan en de feedback aan het FPC en aan het Opvolgingscomité; b. houdt een elektronisch register bij van alle medicatie die de patiënt heeft genomen en van welke gezondheidszorg hij heeft genoten;c. houdt een analytische boekhouding bij die controle door de FOD Volksgezondheid, DG Gezondheidszorg mogelijk maakt.De resultaten van deze controle worden voorgelegd aan het Opvolgingscomité.

Art. 4.§ 1. De tegemoetkoming bedraagt per effectieve verblijfsdag en per patiënt: voor het FPC, Hammerikstraat te 9000 Gent : a) vanaf 1 augustus 2014: 221,75 euro.Zodra het aantal tegemoetkomingen per jaar 77.088 (opnamecapaciteit van 264 bedden x 365 x 80 % bezetting) overschrijdt worden deze bijkomende dagen gefactureerd aan 0 euro; b) vanaf 1 januari 2016: 218,01 euro.Zodra het aantal tegemoetkomingen per jaar 77.088 overschrijdt worden deze bijkomende dagen gefactureerd aan 0 euro. § 2. In geval van herhaalde tekortkomingen die worden vastgesteld door het Opvolgingscomité dat is bedoeld in artikel 3, a) kan de Algemene Raad van het RIZIV beslissen om de betaling van de voorschotten zoals bedoeld in artikel 9, § 2 op te schorten of om de tegemoetkoming zoals bedoeld in § 1 proportioneel te verminderen of deze op te schorten, tot op het ogenblik dat is verholpen aan de tekortkomingen.

Het voornemen van de Algemene Raad om de voorschotten of de tegemoetkomingen op te schorten of te verminderen wordt door de leidend ambtenaar van de Dienst voor Geneeskundige Verzorging van het RIZIV ter kennis gebracht aan het FPC waarbij deze laatste wordt uitgenodigd om binnen een termijn van 14 dagen schriftelijk zijn verweermiddelen over te maken en/of te worden gehoord.

Art. 5.De tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 56, § 3ter, vijfde lid van de hiervoor genoemde wet is verschuldigd onder de volgende voorwaarden: a) de tegemoetkoming is verschuldigd voor elke effectieve verblijfsdag.De dag van opneming en de dag van ontslag worden samen voor één dag gerekend, behalve in de gevallen waarin de volgende voorwaarden samen zijn vervuld : opneming van de rechthebbende vóór 12 uur de dag van zijn opname en vertrek van de rechthebbende na 14 uur de dag van zijn ontslag.

In geval de dag van opname en de dag van ontslag in toepassing van het vorige lid als twee verblijfsdagen worden beschouwd wordt de prijs per parameter aangerekend op de dag van opname en wordt op de dag van ontslag een prijs per parameter aangerekend ter waarde van 0 euro.

In de andere situaties worden de verblijfsdagen van de patiënt als volgt geboekt: ? in geval van opname vóór 12 uur op de dag van opname en vertrek vóór 14 uur op de dag van zijn ontslag: boeking van de dag van opname; ? in geval van opname na 12 uur op de dag van opname, ongeacht het vertrekuur op de dag van ontslag : boeking van de dag van ontslag; b) het FPC sluit een samenwerkingsovereenkomst met het ziekenhuis waar de patiënt wordt opgenomen waarin afspraken gemaakt worden omtrent de opname en behandeling van deze patiënten;c) aangezien de patiënten, bedoeld in dit artikel voldoen aan de bepalingen van artikel 97, § 2, a) van de wet op de ziekenhuizen en andere verzorgingsinstellingen, gecoördineerd op 10 juli 2008, kunnen geen supplementen worden ten laste genomen voor het verblijf in een eenpersoonskamer en kunnen in toepassing van artikel 152, § 2, tweede lid geen supplementen worden ten laste genomen voor het verblijf in een eenpersoonskamer;d) de verpleegnota, opgemaakt volgens de bepalingen van artikel 6, 8° van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11° van de gecoördineerde wet, wordt door het ziekenhuis waar de patiënt verblijft, overgemaakt aan het FPC.Het FPC vraagt op basis van deze verpleegnota de betaling van de tegemoetkoming aan bij het RIZIV, volgens de modaliteiten zoals bedoeld in artikel 9.

Art. 6.Aan de patiënt kan door het FPC geen bedrag ten laste worden gelegd dat kosten dekt die rechtstreeks of onrechtstreeks verbonden zijn met de kosten die zijn opgenomen in de tegemoetkoming zoals bedoeld in artikelen 2 en 5.

Art. 7.§ 1. Het globaal jaarlijks budget ten laste van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging bedraagt voor 2014 : 4.605.050 euro. Voor 2015 bedraagt dit budget 17.093.928 euro. Vanaf 2016 bedraagt dit budget 16.805.928 euro. Dit budget dekt de tegemoetkoming die is voorzien in artikel 2, § 1. § 2. Het jaarlijks budget per centrum, voor de tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 2, bedraagt maximum: [de tegemoetkoming zoals bedoeld in artikel 4 x gemiddelde opnamecapaciteit zoals bedoeld in artikel 1 van het centrum per jaar x aantal kalenderdagen in dat jaar x 80 %)].

Art. 8.De bedragen van de tegemoetkoming en van de budgetten zoals bedoeld in artikel 4 en 7 worden vanaf 2015, en telkens op 1 januari, aangepast aan de evolutie van het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer van de maand juni en de indexcijfers van de drie voorafgaande maanden tussen 30 juni van het voorlaatste jaar en 30 juni van het vorige jaar zoals dit is bepaald in het koninklijk besluit van 8 december 1997 tot bepaling van de toepassingsmodaliteiten voor de indexering van de prestaties in de regeling van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging.

De verhouding die deze evolutie uitdrukt wordt tot op vier cijfers na de komma afgerond, naar boven indien het vijfde cijfer minstens 5 is, zo niet naar beneden.

Deze aanpassing wordt berekend op 80 % van de bedragen zoals bedoeld in artikel 4 en 7.

In geval van een schrikkeljaar gaat de berekening uit van 366 dagen.

Deze bedragen worden eveneens aangepast in geval van aanpassing of toevoeging van CAO's die leiden tot een meerkost van de loonkost van het personeel in het zorgteam van het FPC, op dezelfde wijze als deze door de Federale overheid worden ten laste genomen voor een psychiatrisch ziekenhuis volgens de bepalingen die zijn voorzien in uitvoering van de wet betreffende de ziekenhuizen en andere verzorgingsinrichtingen, gecoördineerd op 10 juli 2008.

Art. 9.§ 1. Het FPC factureert per semester (de verblijfsdagen van 1 januari tot 30 juni en van 1 juli tot 31 december) aan het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) - Dienst Geneeskundige Verzorging, Tervurenlaan 211 - 1150 Brussel.

Er wordt een factuur per patiënt opgemaakt voor zijn verblijf in het FPC, met vermelding van het aantal dagen in het semester, het bedrag per dag en het totaal van de tegemoetkoming per semester.

Op de verzamelfactuur wordt het totaal vermeld en worden de voorschotten in mindering gebracht.

Indien het RIZIV erom verzoekt deelt het FPC, per patiënt, de volgende detailinformatie mee aan het Riziv: - de datum van opname en desgevallend de dag van ontslag; - de uitgevoerde verstrekkingen door artsen; - de toegediende geneesmiddelen; - de afgeleverde medische hulpmiddelen/implantaten - andere kosten die zijn begrepen in de tegemoetkoming.

Bij de facturen per patiënt voor hun verblijf in het FPC worden desgevallend de facturen gevoegd die zijn opgemaakt door een algemeen ziekenhuis in geval van de situaties bedoeld in artikel 5. § 2. Vanaf de eerste maand die volgt op de maand waarin de eerste patiënten zijn opgenomen stort het RIZIV op de 15e van elke maand een voorschot voor deze maand waarvan het bedrag overeenkomt met : [(jaarlijks budget van het centrum zoals bedoeld in artikel 7, § 2/12) x 95 %]. In toepassing van artikel 4, § 2 kunnen deze voorschotten worden aangepast.

Het saldo tussen het bedrag zoals blijkt uit de facturen die in toepassing van § 1 worden overgemaakt aan het Riziv en het bedrag van de voorschotten die betrekking hebben op die facturatieperiode, wordt door het RIZIV betaald binnen de 30 dagen na aanvaarding van de factuur, met dien verstande dat het RIZIV tegelijk in het bezit moet zijn van de op regelmatige wijze opgemaakte factuur alsmede van de andere in voorkomend geval vereiste documenten. In geval het saldo negatief is wordt dit saldo afgehouden van het of de volgende voorschotten die door het RIZIV gestort worden.

Art. 10.Treden in werking op 1 augustus 2014 : - artikel 34 van de programmawet (I) van 26 december 2013; - dit besluit.

Art. 11.De minister bevoegd voor Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2014.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie DE BLOCK

^