Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 19 december 2002
gepubliceerd op 28 december 2002

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven

bron
ministerie van financien
numac
2002003548
pub.
28/12/2002
prom.
19/12/2002
ELI
eli/besluit/2002/12/19/2002003548/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

19 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven


VERSLAG AAN DE KONING Sire, De Richtlijn nr. 1999/85/EG (1), in werking getreden op 28 oktober 1999, wijzigt de (Zesde) Richtlijn nr. 77/388/EEG (2) van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van de belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag, wat de mogelijkheid betreft om bij wijze van experiment een verlaagd BTW-tarief toe te passen op arbeidsintensieve diensten, die het voorwerp uit maken van ten hoogste twee van de vijf categorieën opgesomd in bijlage K van deze richtlijn.

Deze richtlijn heeft tot doel de lidstaten die dit wensen de mogelijkheid te geven te experimenteren met een gerichte BTW-verlaging voor deze diensten teneinde de werkgelegenheid te bevorderen en het zwartwerk tegen te gaan.

De Beschikking 2000/185/EG (3) van de Raad van 28 februari 2000 heeft België gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op de renovatie en herstel van particuliere woningen ouder dan vijf jaar, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten, als ook op de herstelling van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen.

Artikel 28, lid 6, van de voornoemde Zesde Richtlijn machtigt de toepassing van dit verlaagd tarief voor de periode vanaf 1 januari 2000 tot 31 december 2002.

Het blijkt evenwel dat het noodzakelijk is om de toepassingsperiode van de maatregel met betrekking tot de arbeidsintensieve diensten te verlengen opdat de Europese Commissie over de nodige tijd zou beschikken voor een globale en grondige evaluatie van de verslagen van de verschillende lidstaten, en om zo nodig op middellange termijn een herziening en rationalisering van de voorschriften en afwijkingen met betrekking tot de verlaagde BTW-tarieven te voorzien.

In die omstandigheden, machtigt artikel 28, lid 6, eerste alinea, nieuw, van de Richtlijn 77/388/EG, overeenkomstig artikel 1 van de Richtlijn 2002/92/EG (4), de betrokken lidstaten om onder dezelfde voorwaarden, zonder de reikwijdte van het experiment te wijzigen of te verruimen, de geldigheidsduur met een jaar te verlengen tot 31 december 2003.

De Beschikking 2002/954/EG (5) van de Raad van 3 december 2002 verlengt de geldigheidsduur van de beschikking 2000/185/EG. Het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970, tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven. (Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970) neemt onder meer deze bepalingen van de gemeenschap op.

De artikelen 1 en 2 van dit besluit verlengen de periode met 1 jaar tot uiterlijk 31 december 2003 waarin de regeling met betrekking tot de arbeidsintensieve diensten kan worden toegepast.

Ingevolge de Richtlijn 2002/92/EG van de Raad van 3 december 2002 zijn de lidstaten gehouden de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking te laten treden uiterlijk op 31 december 2002.

Artikel 3 van dit koninklijk besluit bepaalt de inwerkingtreding van de nieuwe bepalingen op 1 januari 2003.

Genomen in uitvoering van artikel 37, § 1, van het Wetboek van de BTW, heeft bijgevoegd besluit het overleg in de Ministerraad van 6 december 2002 vereist.

Het advies 34.548/2 van de Raad van State van 12 december 2002, werd gegeven binnen de termijn bepaald door artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op dit Hoog Rechtscollege. Er werd met dit advies rekening gehouden.

Ik heb de eer te zijn, Sire, van uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) PBEG nr.L 277 van 28 oktober 1999, blz. 34. (2) PBEG nr.L 145 van 13 juni 1977 en rectificatie PBEG nr. L 149 van 17 juni 1977, laatst gewijzigd bij de richtlijn nr. 2002/92/EG van de Raad van 3 december 2002 tot wijziging van de Richtlijn 77/388/EEG, ter verlenging van de termijn tijdens welke de lidstaten kunnen worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op arbeidsintensieve diensten, PBEG nr. L 331 van 7 december 2002. (3) Beschikking van de Raad van 28 februari 2000 waarbij de lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 28, lid 6, van Richtlijn 77/388/EEG een verlaagd BTW-tarief op bepaalde arbeidsintensieve diensten toe te passen, PBEG L 59 van 4 maart 2000, blz.10. (4) Richtlijn 2002/92/EG van de Raad van 3 december 2002 tot wijziging van de Richtlijn 77/388/EEG, ter verlenging van de termijn tijdens welke de lidstaten kunnen worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op arbeidsintensieve diensten, PBEG nr.L 331 van 7 december 2002, blz. 27. (5) Beschikking 2002/954/EG van de Raad van 3 december 2002 tot verlenging van de geldigheidsduur van beschikking 2000/185/EG waarbij de lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 28, lid 6, van richtlijn 77/388/EEG een verlaagd BTW-tarief op bepaalde arbeidsintensieve diensten toe te passen, PBEG nr.L 331 van 7 december 2002, blz. 28.

19 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven (1) ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag van 25 maart 1957 tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, goedgekeurd bij de wet van 2 december 1957, inzonderheid op artikel 93;

Gelet op de Zesde Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van 17 mei 1977 betreffende de harmonisatie van de wetgevingen der Lid-Staten inzake omzetbelasting - Gemeenschappelijk stelsel van belasting over de toegevoegde waarde : uniforme grondslag;

Gelet op de Richtlijn 1999/85/EG van de Raad van 22 oktober 1999 tot wijziging van de Richtlijn 77/388/EEG wat de mogelijkheid betreft om bij wijze van experiment op arbeidsintensieve diensten, die het voorwerp uitmaken van ten hoogste twee van de vijf categorieën opgesomd in bijlage K van deze richtlijn, tot 31 december 2002 een verlaagd BTW-tarief toe te passen. In uitzonderlijke gevallen, wordt een lidstaat toegestaan de verlaagde tarieven toe te passen op diensten in drie van die categorieën;

Gelet op de Beschikking 2000/185/EG van de Raad van 28 februari 2000 waarbij België wordt gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op bepaalde arbeidsintensieve diensten nl. op de renovatie en herstel van particuliere woningen ouder dan vijf jaar, met uitzondering van materialen die een beduidend deel vertegenwoordigen van de waarde van de verstrekte diensten, als ook op de herstelling van fietsen, schoeisel, lederwaren, kleding en huishoudlinnen;

Gelet op de Richtlijn 2002/92/EG van de Raad van 3 december 2002 tot wijziging van de Richtlijn 77/388/EEG ter verlenging van de termijn tijdens welke de lidstaten kunnen worden gemachtigd een verlaagd BTW-tarief toe te passen op arbeidsintensieve diensten;

Gelet op de Beschikking 2002/954/EG van de Raad van 3 december 2002 tot verlenging van de geldigheidsduur van de Beschikking 2000/185/EG waarbij de lidstaten worden gemachtigd om overeenkomstig de procedure vastgesteld in artikel 28, lid 6, van richtlijn 77/388/EEG een verlaagd BTW-tarief op bepaalde arbeidsintensieve diensten toe te passen;

Gelet op het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, inzonderheid op artikel 37, vervangen bij de wet van 28 december 1992;

Gelet op het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, inzonderheid op artikel 1bis , opgeheven bij het koninklijk besluit van 30 december 1999 en weer ingevoerd door het koninklijk besluit van 18 januari 2000 en op artikel 1ter , vervangen door het koninklijk besluit van 18 januari 2000;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 5 december 2002;

Gelet op akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 5 december 2002;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende : - dat de Richtlijn 2002/92/EG in werking is getreden op 7 december 2002; - dat de betrokken lidstaten gehouden zijn de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking te laten treden uiterlijk op 31 december 2002 om aan de Richtlijn 2002/92/EG te voldoen; - dat vermits België zinnens is om onverwijld de maatregelen met betrekking tot het verlaagd tarief te verlengen en teneinde de rechtszekerheid te waarborgen, de bepalingen van dit besluit derhalve van kracht dienen te zijn op 1 januari 2003; - dat dit besluit dus dringend moet worden genomen;

Gelet op het advies 34.548/2 van de Raad van State, gegeven op 12 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 1bis , § 1 van het koninklijk besluit nr. 20 van 20 juli 1970 tot vaststelling van de tarieven van de belasting over de toegevoegde waarde en tot indeling van de goederen en de diensten bij die tarieven, opgeheven bij het koninklijk besluit van 30 december 1999 en weer ingevoerd door het koninklijk besluit van 18 januari 2000, worden de woorden « tot en met 31 december 2002 » vervangen door de woorden « tot en met 31 december 2003 ».

Art. 2.In artikel 1ter van hetzelfde besluit, vervangen door het koninklijk besluit van 18 januari 2000, worden de woorden « tot en met 31 december 2002 » vervangen door de woorden « tot en met 31 december 2003 ».

Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.

Art. 4.Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 19 december 2002.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 3 juli 1969, Belgisch Staatsblad van 17 juli 1969. Wet van 28 december 1992, Belgisch Staatsblad van 31 december 1992, 1ste editie.

Wet van 20 januari 1998, Belgisch Staatsblad van 5 februari 1998.

Koninklijk besluit van 20 juli 1970, Belgisch Staatsblad van 31 juli 1970.

Koninklijk besluit van 1 december 1995, Belgisch Staatsblad van 16 december 1995.

Koninklijk besluit van 18 januari 2000, Belgisch Staatsblad van 29 januari 2000.

Gecoördineerde wetten op de Raad van State, koninklijk besluit van 12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973.

Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989.

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996.

^