Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 18 september 2022
gepubliceerd op 05 december 2022

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingen van de statuten van de Nationale Bank van België

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2022042164
pub.
05/12/2022
prom.
18/09/2022
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

18 SEPTEMBER 2022. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de wijzigingen van de statuten van de Nationale Bank van België


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 36, derde lid;

Gelet op de uitgifte van een proces-verbaal in authentieke vorm van 27 april 2022, opgemaakt door notaris Alexis Lemmerling, te Brussel, van de beraadslagingen en besluiten van de Regentenraad van de Nationale Bank van België, naamloze vennootschap, houdende wijziging van de statuten van de Bank;

Op de voordracht van de Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Worden goedgekeurd de volgende wijzigingen aan de statuten van de Nationale Bank van België, aangenomen door de Regentenraad van 27 april 2022: 1° De titel van het eerste hoofdstuk wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK I ».2° In artikel 1 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het tweede lid worden de woorden « , hierna de Organieke Wet genoemd » ingevoegd tussen de woorden « de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » en de woorden « , deze statuten »;b) in het derde lid, punt 1°, worden de woorden « , hierna de ECB genoemd » ingevoegd tussen « van de Europese Centrale Bank » en de woorden « , noch door de »;c) in het derde lid, punt 1°, worden de woorden « voornoemde wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten » vervangen door de woorden « de Organieke Wet ».3° In artikel 16, punt 2, worden de woorden « Europese Centrale Bank, hierna » en « genoemd » geschrapt. Artikel 19 wordt vervangen als volgt: « § 1.De Bank waakt over de goede werking van de verrekenings-, vereffenings- en betalingssystemen en ze vergewist zich van hun doelmatigheid en deugdelijkheid overeenkomstig de Organieke Wet, de bijzondere wetten of reglementen en, in voorkomend geval, de Europese regels ter zake.

Ze mag met dit doel alle verrichtingen doen en faciliteiten ter beschikking stellen.

Ze gaat over tot de toepassing van de verordeningen vastgelegd door de ECB ter verzekering van doelmatige en deugdelijke verrekenings- en betalingssystemen binnen de Europese Unie en met andere landen. § 2. In de aangelegenheden waarvoor zij krachtens dit artikel bevoegd is, kan de Bank reglementen vaststellen ter aanvulling van de betrokken wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende technische punten.

Zonder afbreuk te doen aan de raadpleging waarin andere wetten of reglementen voorzien, kan de Bank overeenkomstig de procedure van de openbare raadpleging de inhoud van elk reglement dat zij overweegt vast te stellen, toelichten in een consultatieronde en deze bekendmaken op haar website voor eventuele opmerkingen van belanghebbende partijen.

Deze reglementen hebben slechts uitwerking na goedkeuring door de Koning en bekendmaking ervan in het Belgisch Staatsblad. De Koning kan wijzigingen aanbrengen aan deze reglementen of deze regels zelf vaststellen indien de Bank geen reglementen heeft vastgesteld. § 3. De Bank oefent de bevoegdheden krachtens dit artikel uitsluitend in het algemeen belang uit. De Bank, de leden van haar organen en haar personeelsleden zijn niet burgerlijk aansprakelijk voor hun beslissingen, niet-optreden, handelingen of gedragingen in het kader van de uitoefening van deze opdracht, behalve in geval van bedrog of zware fout. » 5° In artikel 20, tweede lid, wordt de tweede zin geschrapt.6° In artikel 20bis, eerste zin, worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord « Gemeenschap » wordt vervangen door het woord « Unie »;b) de woorden « Europese Centrale Bank » worden vervangen door de afkorting « ECB ».7° In artikel 23, paragraaf 1, worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet ».8° In artikel 23bis worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in paragraaf 1 worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet »;b) in paragraaf 4, tweed lid, worden de woorden « de administratie van het Kadaster, de Registratie en de Domeinen, » vervangen door de woorden « de Algemene Administratie van de inning en invordering van de Federale overheidsdienst Financiën ».9° In artikel 23ter, paragraaf 1, worden de woorden « en beursvennootschappen » toegevoegd aan het einde van de zin.10° Een artikel 23quater wordt ingevoegd, luidende: « Art.23quater. § 1. Onverminderd de uitzonderingen bedoeld in de artikelen 14, lid 5, punten c) en d), 17, lid 3, punt b), 18, lid 2, en 20, lid 3, van de Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, wordt, teneinde de doelstellingen te waarborgen van artikel 23, lid 1, punten d), e) en h), van de voornoemde verordening, de uitoefening van de rechten bedoeld in de artikelen 12 (transparante informatie, communicatie en nadere regels voor de uitoefening van de rechten van de betrokkene), 13 (te verstrekken informatie wanneer persoonsgegevens bij de betrokkene worden verzameld), 15 (recht van inzage), 16 (recht op rectificatie), 19 (kennisgevingsplicht inzake rectificatie of wissing van persoonsgegevens of verwerkingsbeperking), 21 (recht van bezwaar) en 34 (mededeling van een inbreuk in verband met persoonsgegevens aan de betrokkene) van deze verordening volledig beperkt voor verwerkingen van persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4, lid 1, van dezelfde verordening die de Bank uitvoert als verwerkingsverantwoordelijke die belast is met taken van algemeen belang, met taken die betrekking hebben op de voorkoming en de opsporing van strafbare feiten, alsook met taken op het gebied van toezicht, inspectie of regelgeving die verband houden met de uitoefening van het openbaar gezag : 1° met het oog op de uitoefening van haar opdrachten zoals bedoeld in artikel 23bis of van enige andere opdracht op het vlak van prudentieel toezicht op financiële instellingen die aan de Bank wordt toegekend op grond van een andere bepaling van nationaal of Europees recht, wanneer die gegevens niet bij de betrokkene zijn verkregen;2° in het kader van de uitoefening van haar opdracht als afwikkelingsautoriteit zoals bedoeld in artikel 23ter, of van enige afwikkelingsbevoegdheid die aan de Bank wordt toegekend op grond van een andere bepaling van nationaal of Europees recht, wanneer die gegevens niet bij de betrokkene zijn verkregen;3° in het kader van haar opdracht om te waken over de goede werking van de verrekenings-, vereffenings- en betalingssystemen en om zich te vergewissen van de doelmatigheid en deugdelijkheid van deze systemen, zoals bedoeld in artikel 19, wanneer die gegevens niet bij de betrokkene zijn verkregen;4° in het kader van de procedures voor het opleggen van administratieve geldboetes die de Bank voert met toepassing van de afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk IV/1 van de Organieke Wet, alsook in het kader van de uitoefening van de mogelijkheid die de Bank in dat verband heeft om dwangsommen op te leggen op grond van afdeling 3bis van hetzelfde hoofdstuk, voor zover de desbetreffende persoonsgegevens niet losstaan van het voorwerp van het onderzoek of de controle. De in het eerste lid, 1°, 2° en 3° bedoelde afwijkingen gelden zolang de betrokkene in voorkomend geval geen wettelijke toegang heeft verkregen tot het hem betreffend administratief dossier dat wordt bijgehouden door de Bank en dat de desbetreffende persoonsgegevens bevat. § 2. Artikel 5 van voornoemde Verordening 2016/679 is niet van toepassing op de verwerkingen van persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 1, voor zover de bepalingen van dit artikel overeenstemmen met de rechten en verplichtingen bedoeld in de artikelen 12 tot en met 22 van deze verordening. » 11° Een artikel 23quinquies wordt ingevoegd, luidende: « Art.23quinquies. Voor zover de Bank de hoedanigheid heeft van administratieve overheid in de zin van artikel 22quinquies van de wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen, veiligheidsattesten en veiligheidsadviezen, is zij gerechtigd om persoonsgegevens betreffende strafrechtelijke veroordelingen en strafbare feiten te verwerken indien dit noodzakelijk is voor de uitoefening van de opdrachten die zij op grond van voornoemde wet van 11 december 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 11/12/1998 pub. 03/02/1999 numac 1999009051 bron ministerie van justitie Wet tot omzetting van de richtlijn 95/46/EG van 24 oktober 1995 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrij verkeer van die gegevens type wet prom. 11/12/1998 pub. 07/05/1999 numac 1999007004 bron ministerie van landsverdediging Wet betreffende de classificatie en de veiligheidsmachtigingen sluiten heeft. De artikelen 12 tot en met 22 en artikel 34 van de Verordening 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG, zijn niet van toepassing op deze en andere verwerkingen van persoonsgegevens die de Bank in deze hoedanigheid uitvoert indien die verwerkingen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van deze opdrachten. Artikel 5 van deze verordening is evenmin van toepassing op deze verwerkingen van persoonsgegevens, voor zover de bepalingen van dit artikel overeenstemmen met de rechten en verplichtingen bedoeld in de artikelen 12 tot en met 22 van deze verordening. » 12° In artikel 24 worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet ».13° In artikel 27 worden de woorden « , het College van Censoren » geschrapt.14° In artikel 28 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1, worden de woorden « de Regentenraad, » geschrapt;b) in punt 5, worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet ».15° In artikel 29 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1, wordt het eerste lid vervangen als volgt: « Het Directiecomité bevat, naast de gouverneur die het voorzit, maximaal vijf directeurs van wie er één de titel van vicegouverneur draagt die de Koning hem toekent.Het Directiecomité bestaat uit evenveel Nederlandstalige als Franstalige leden. » b) punt 7 wordt vervangen als volgt : « Overeenkomstig artikel 19.7 van de Organieke Wet, kan het beslissen via een schriftelijke procedure of door middel van telecommunicatietechnieken die een interactieve beraadslaging mogelijk maken, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement van de Bank. ». 16° In artikel 30 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1, eerste lid, wordt het woord « tien » vervangen door het woord « veertien »;b) in punt 1 wordt een derde lid ingevoegd, luidende: « Ten minste één derde van de leden van de Regentenraad is van een ander geslacht dan dat van de overige leden.Voor de toepassing van deze bepaling wordt het vereiste minimumaantal van die leden van een ander geslacht afgerond naar het dichtstbijzijnde gehele getal. »; c) in punt 2, wordt het woord « Gemeenschap » vervangen door het woord « Unie »;d) een punt 10 wordt ingevoegd, luidende: « 10.De Koning duidt één van de regenten aan als voorzitter van de Regentenraad. De voorzitter van de Regentenraad is onafhankelijk in de zin van artikel 7:87, paragraaf 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen, van de andere taalrol dan de gouverneur en van een ander geslacht dan dat van de gouverneur. Bij benoeming van een nieuwe gouverneur bevestigt de Koning de aanduiding van de zittende voorzitter of duidt hij een nieuwe voorzitter aan.

De voorzitter van de Regentenraad zit de vergaderingen van de Regentenraad voor behalve wanneer deze van gedachten wisselt over de algemene kwesties bedoeld in de eerste zin van punt 2 van dit artikel.

Deze gedachtenuitwisselingen worden voorgezeten door de gouverneur. » 17° Artikel 31.3 wordt vervangen als volgt : « Overeenkomstig artikel 20.6 van de Organieke Wet, kan de Regentenraad beslissen via een schriftelijke procedure of door middel van telecommunicatietechnieken, die een interactieve beraadslaging mogelijk maken, volgens de nadere regels bepaald in het huishoudelijk reglement van de Bank. » 18° Artikel 32 wordt vervangen als volgt: « 1.Binnen de Regentenraad wordt een auditcomité opgericht dat bestaat uit drie regenten die worden aangeduid door de Regentenraad.

De meerderheid van de leden van het auditcomité is onafhankelijk in de zin van artikel 7:87, paragraaf 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Het auditcomité oefent de raadgevende bevoegdheden uit bedoeld in artikel 32bis en ziet toe op de voorbereiding en de uitvoering van de begroting van de Bank.

De Regentenraad duidt de voorzitter van het auditcomité aan die onafhankelijk is in de zin van artikel 7:87, paragraaf 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen. De voorzitter van de Regentenraad kan het voorzitterschap van het auditcomité niet waarnemen. 2. Binnen de Regentenraad wordt een remuneratie- en benoemingscomité opgericht dat bestaat uit drie regenten die worden aangeduid door de Regentenraad.De meerderheid van de leden van het remuneratie- en benoemingscomité is onafhankelijk in de zin van artikel 7:87, paragraaf 1 van het Wetboek van vennootschappen en verenigingen.

Het remuneratie- en benoemingscomité oefent de raadgevende bevoegdheden inzake remuneratie en benoemingen uit waarmee het door de Regentenraad wordt belast.

De gouverneur woont de vergaderingen van het remuneratie- en benoemingscomité bij met raadgevende stem. » 19° In artikel 32bis.2 worden de woorden « Europese Centrale Bank » vervangen door de afkorting « ECB ». 20° Artikel 33 wordt opgeheven.21° Artikel 33bis wordt vervangen als volgt: « Art.33bis. § 1. Binnen de Bank wordt een Afwikkelingscollege opgericht, dat bevoegd is voor de taken bedoeld in artikel 23ter. § 2. Het Afwikkelingscollege bestaat uit de volgende personen: 1) de gouverneur;2) de vicegouverneur;3) de directeur die verantwoordelijk is voor het departement belast met het prudentieel toezicht op de banken en de beursvennootschappen;4) de directeur die verantwoordelijk is voor het departement belast met het prudentieel beleid en de financiële stabiliteit;5) de directeur die door de Bank is aangewezen als verantwoordelijke voor de afwikkeling van kredietinstellingen;6) Opgeheven;7) de voorzitter van het directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën;8) de leidende ambtenaar van het Afwikkelingsfonds;9) 4 leden die door de Koning worden aangewezen bij een in Ministerraad overlegd besluit;en 10) een magistraat die door de Koning wordt aangewezen. § 2/1. De voorzitter van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten woont de vergaderingen van het Afwikkelingscollege met raadgevende stem bij. § 3. De personen bedoeld in paragraaf 2, eerste lid, 9° worden benoemd op grond van hun specifieke competenties op bancair gebied en op het vlak van financiële analyse.

De personen bedoeld in paragraaf 2, 9° en 10°, worden benoemd voor een hernieuwbare termijn van vier jaar. Ze blijven in functie totdat in hun vervanging wordt voorzien. Zij kunnen maar van hun functies worden ontheven door de autoriteiten die hen benoemd hebben, indien zij niet langer voldoen aan de voorwaarden voor de uitoefening van hun functies of indien zij een zware fout hebben begaan. § 4. De Koning stelt bij een in Ministerraad overlegd besluit het volgende vast: de organisatie en de werking van het Afwikkelingscollege en van de diensten belast met de voorbereiding van de werkzaamheden ervan; de voorwaarden voor de uitwisseling van informatie tussen het Afwikkelingscollege en derden, met inbegrip van de andere organen en diensten van de Bank; en de maatregelen die moeten worden genomen om belangenconflicten in hoofde van de leden van het Afwikkelingscollege of tussen het Afwikkelingscollege en de andere organen en diensten van de Bank te vermijden. § 5. In geval van schending van bepalingen van boek II, titels IV en VIII, Boek XI en de artikelen 581 en 588 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen en beursvennootschappen en van de maatregelen genomen in uitvoering daarvan, vervangt het Afwikkelingscollege het Directiecomité voor de toepassing van afdeling 3 van hoofdstuk IV/1 van de Organieke Wet. » 22° In artikel 35 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1, vierde lid, wordt het woord « vijf » vervangen door het woord « negen ».b) in punt 2, tweede lid, wordt het woord « drie » vervangen door het woord « vijf ».23° Artikel 36 wordt opgeheven.24° In artikel 37 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) het woord « Gewestraden » wordt vervangen door het woord « Gewestparlementen ».b) de woorden « lid van het Afwikkelingscollege, regent of censor » worden vervangen door de woorden « lid van het Afwikkelingscollege of regent ».25° In artikel 38 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1, tweede lid, 2°, worden de woorden « in het Rentefonds, » geschrapt ;b) in punt 1, tweede lid, worden de woorden « krachtens artikelen 19, 23 of 23bis » vervangen door de woorden « of in een instelling naar Belgisch recht of naar buitenlands recht gevestigd in België of in een dochteronderneming van een van deze instellingen en onderworpen aan het toezicht van de ECB »;c) in punt 2, worden de woorden « , de leden van het Afwikkelingscollege en de meerderheid van de censoren » geschrapt en de woorden « krachtens artikelen 19, of 23bis » vervangen door de woorden « of van een instelling naar Belgisch recht of naar buitenlands recht gevestigd in België of in een dochteronderneming van een van deze instellingen en onderworpen aan het toezicht van de ECB ».26° In artikel 39 worden de woorden « , de regenten en de censoren » vervangen door de woorden « en de regenten ».27° In artikel 40 worden de woorden « , van de Regentenraad en van het College van Censoren » vervangen door de woorden « en van de Regentenraad ».28° In artikel 41 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in punt 1 worden de woorden « in artikel 23 en » ingevoegd tussen de woorden « voor de opdrachten bedoeld » en de woorden « in Hoofdstuk IV/3 » en worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet »;b) in punt 2, eerste zin, worden de woorden « en van het College van Censoren » vervangen door de woorden « , van het auditcomité en van het remuneratie- en benoemingscomité »;c) in punt 2, derde zin, worden de woorden « in artikel 23 en » ingevoegd tussen de woorden « voor de opdrachten bedoeld » en de woorden « in Hoofdstuk IV/3 » en worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet ».29° In artikel 50, tweede lid, worden de woorden « 6 % » vervangen door de woorden « zes percent (6%).» 30° In artikel 52 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het eerste lid worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet » en de woorden « Europese Centrale Bank » door de afkorting « ECB »; b) aan het einde van het tweede lid wordt een voetnoot ingevoegd, als volgt: « Overeenkomstig de artikelen 11 en 12 van de wet van 17 juli 2013Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/07/2013 pub. 14/08/2013 numac 2013011345 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet houdende invoeging van Boek III « Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen », in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek III en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek III, in boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht sluiten houdende invoeging van Boek III "Vrijheid van vestiging, dienstverlening en algemene verplichtingen van de ondernemingen", in het Wetboek van economisch recht en houdende invoeging van de definities eigen aan boek III en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan boek III, in boeken I en XV van het Wetboek van economisch recht, dient deze bepaling te worden gelezen als: "De artikelen III.82 tot III.84, III.86 tot III.89 en XV.75 van het Wetboek van economisch recht en de besluiten genomen ter uitvoering ervan zijn van toepassing op de Bank met uitzondering van de besluiten genomen ter uitvoering van de artikelen III.84, zevende lid, en III.89, § 2. ». 31° In artikel 54, derde lid, worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet ».32° Artikel 56 wordt vervangen als volgt: « § 1.Behalve wanneer zij worden opgeroepen om in strafzaken te getuigen, en behalve wanneer zij informatie verstrekken in het kader van parlementaire onderzoekscommissies, zijn de Bank, de leden en gewezen leden van haar organen en van haar personeel en de deskundigen waarop zij een beroep doet aan het beroepsgeheim gebonden en mogen ze aan geen enkele persoon of autoriteit de vertrouwelijke gegevens bekendmaken waarvan zij uit hoofde van hun functie in kennis werden gesteld.

De in het eerste lid bedoelde personen worden vrijgesteld van de verplichting waarvan sprake in artikel 29 van het Wetboek van Strafvordering.

De inbreuken op dit artikel worden bestraft met de straffen waarin artikel 458 van het Strafwetboek voorziet. De bepalingen van Boek 1 van het Strafwetboek, met inbegrip van hoofdstuk VII en artikel 85, zijn van toepassing op de in dit artikel bedoelde inbreuken.

Dit artikel verhindert geenszins de naleving, door de Bank, de leden van haar organen en haar personeelsleden, van specifieke, al dan niet restrictievere, wettelijke bepalingen, met betrekking tot het beroepsgeheim, met name wanneer de Bank wordt belast met de inzameling van statistische informatie of met het prudentieel toezicht. § 2. Onverminderd paragraaf 1 mag de Bank vertrouwelijke informatie meedelen: 1° ingeval de mededeling van dergelijke informatie wordt voorgeschreven of toegestaan door of krachtens de wet;2° voor de aangifte van strafrechtelijke misdrijven bij de gerechtelijke autoriteiten;3° in het kader van administratieve of gerechtelijke beroepsprocedures tegen de handelingen of beslissingen van de Bank, en in het kader van elk ander rechtsgeding waarbij de Bank partij is;4° in beknopte of samengevoegde vorm zodat individuele natuurlijke of rechtspersonen niet kunnen worden geïdentificeerd. De Bank kan de beslissing om strafrechtelijke misdrijven bij de gerechtelijke autoriteiten aan te geven, openbaar maken. § 3. Binnen de grenzen van het recht van de Europese Unie en binnen de eventuele beperkingen waarin bij of krachtens een wet uitdrukkelijk is voorzien, mag de Bank gebruikmaken van de vertrouwelijke informatie waarover zij in het kader van haar wettelijke opdrachten beschikt, om haar taken en opdrachten als bedoeld in de artikelen 8, 12, § 1, 12ter, 36/2, 36/3 van de Organieke Wet en haar opdrachten binnen het ESCB uit te voeren. » 33° Een artikel 56/1 wordt ingevoegd, luidende: « § 1.In afwijking van artikel 56 en binnen de grenzen van het recht van de Europese Unie mag de Bank vertrouwelijke informatie meedelen: 1° Opgeheven 2° in het kader van de uitvoering van haar taak als bedoeld in artikel 23ter, § 1, en met het oog op de uitoefening van die taak, a) aan de afwikkelingsautoriteiten van de Europese Unie en van andere lidstaten van de Europese Economische Ruimte, alsook aan de autoriteiten van derde Staten die belast zijn met taken die te vergelijken zijn met die als bedoeld in artikel 23ter, § 1;b) aan de personen of autoriteiten als bedoeld in artikel 36/14, § 1, 1°, 2°, 3°, 4°, 5°, 8°, 11°, 18° en 19° van de Organieke Wet;c) aan de minister van Financiën;d) aan iedere andere persoon, ongeacht of hij onder het Belgische recht of onder een buitenlands recht valt, wanneer dit noodzakelijk is voor het plannen of uitvoeren van een afwikkelingsmaatregel, en met name, - aan de bijzondere bestuurders die krachtens artikel 281, § 2, van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen zijn benoemd; - aan het orgaan dat bevoegd is voor de financieringsregelingen voor de afwikkeling; - aan auditors, boekhouders, juridische en professionele adviseurs, taxateurs en andere deskundigen die rechtstreeks of onrechtstreeks door de Bank, een afwikkelingsautoriteit, een bevoegd ministerie of een potentiële verwerver in de arm zijn genomen; - aan een overbruggingsinstelling als bedoeld in artikel 260 van de wet van 25 april 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 28/05/2014 numac 2014003234 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand enenergie, federale overheidsdienst justitie en federale overheidsdienst financien Wet tot wijziging van de wet van 22 februari 1998 tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten, de wet van 22 maart 1993 op het statuut van en het toezicht op de kredietinstellingen, de wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, de wet van 16 februari 2009 op het herverzekeringsbedrijf, de wet van 6 april 1995 inzake het statuut van en het toezicht op de beleggingsondernemingen, de wet van 21 december 2009 op het statuut van de betalingsinstellingen en van de instellingen voor elektronisch geld, de toegang tot het bedrijf van betalingsdienstaanbieder en tot de activiteit van uitgifte van elektronisch geld en de toegang tot betalingssystemen, de wet van 28 april 1999 houdende omzetting van Richtlijn 98/26/EG van 19 mei 1998 betreffende het definitieve karakter van de afwikkeling van betalingen en effectentransacties in betalings- en afwikkelingssystemen en de wet van 15 december 2004 betreffende financiële zekerheden en houdende diverse fiscale bepalingen inzake zakelijkezekerheidsovereenkomsten en leningen met betrekking tot financiële instrumenten type wet prom. 25/04/2014 pub. 27/05/2014 numac 2014003225 bron federale overheidsdienst financien Wet inzake het statuut van en het toezicht op de onafhankelijk financieel planners en inzake het verstrekken van raad over financiële planning door gereglementeerde ondernemingen en tot wijziging van het Wetboek van vennootschappen en van de wet van 2 augustus 2002 betreffende het toezicht op de financiële sector en de financiële diensten type wet prom. 25/04/2014 pub. 07/05/2014 numac 2014003194 bron federale overheidsdienst financien en federale overheidsdienst justitie Wet op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen sluiten op het statuut van en het toezicht op kredietinstellingen of aan een vehikel voor activabeheer als bedoeld in artikel 265 van dezelfde wet; - aan de personen of autoriteiten als bedoeld in artikel 36/14, § 1, 6°, 7°, 9°, 10°, 12°, 15° et 20° van de Organieke Wet; - aan de potentiële verwervers van effecten of tegoeden die respectievelijk zijn uitgegeven of worden aangehouden door de instelling die het voorwerp uitmaakt van een afwikkelingsprocedure. e) onverminderd de punten a) tot d), aan elke persoon of autoriteit die met een taak of opdracht is belast als bedoeld in Richtlijn 2014/59/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende de totstandbrenging van een kader voor het herstel en de afwikkeling van kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, wanneer de mededeling van vertrouwelijke informatie over een persoon als bedoeld in artikel 1, lid 1, onder a), b), c) of d) van de genoemde Richtlijn voorafgaandelijk werd goedgekeurd door deze persoon of door de autoriteit die ten aanzien van die persoon een taak uitoefent die te vergelijken is met die als bedoeld in artikel 23, § 1 en artikel 23ter, wanneer deze informatie afkomstig is van deze persoon of autoriteit. § 2. De Bank mag enkel vertrouwelijke informatie krachtens paragraaf 1 meedelen op voorwaarde dat de autoriteiten, instellingen of personen die deze informatie ontvangen, deze informatie gebruiken voor de uitvoering van hun opdrachten, en dat zij, wat die informatie betreft, aan een beroepsgeheim zijn gebonden dat te vergelijken is met dat als bedoeld in artikel 56. Bovendien mag de informatie die afkomstig is van een autoriteit van een andere lidstaat enkel bekendgemaakt worden aan een autoriteit van een derde Staat mits deze autoriteit uitdrukkelijk akkoord gaat met deze bekendmaking, en, in voorkomend geval, mits de informatie alleen voor de door deze autoriteit toegestane doeleinden bekendgemaakt wordt. Evenzo mag de informatie die afkomstig is van een autoriteit van een derde Staat enkel bekendgemaakt worden mits deze autoriteit uitdrukkelijk akkoord gaat met deze bekendmaking, en, in voorkomend geval, mits de informatie alleen voor de door deze autoriteit toegestane doeleinden bekendgemaakt wordt.

De Bank mag enkel vertrouwelijke informatie krachtens paragraaf 1 meedelen aan de autoriteiten van derde Staten waarmee zij een samenwerkingsakkoord heeft gesloten waarin wordt voorzien in de uitwisseling van informatie. § 3. Onverminderd de strengere bepalingen van de bijzondere wetten die op hen van toepassing zijn, zijn de Belgische personen, autoriteiten en instellingen gebonden aan het in artikel 56 bedoelde beroepsgeheim voor wat betreft de vertrouwelijke informatie die zij van de Bank ontvangen met toepassing van paragraaf 1. Zij waken erover dat hun interne regels de vertrouwelijke behandeling waarborgen van de vertrouwelijke informatie die de personen die betrokken zijn in het afwikkelingsproces van de Bank ontvangen met toepassing van paragraaf 1, 2°. » 34° Een artikel 56/2 wordt ingevoegd, luidende: « In afwijking van artikel 56 en binnen de grenzen van het recht van de Europese Unie mag de Bank vertrouwelijke informatie meedelen aan de Belgische Gegevensbeschermingsautoriteit, voor zover deze autoriteit deze informatie nodig heeft voor de uitoefening van haar taken.» 35° Een artikel 56/3 wordt ingevoegd, luidende: « Artikel 56 is van toepassing op de erkende commissarissen, op de bedrijfsrevisoren en op de deskundigen, wat de informatie betreft waarvan zij kennis hebben genomen in het kader van hun opdrachten bij instellingen waarop de Bank toezicht uitoefent of mede toezicht uitoefent, met toepassing van de artikelen 12bis en 36/2 van de Organieke Wet. In het kader van hun verplichting om op eigen initiatief verslag uit te brengen bij de toezichthouder zodra zij kennis krijgen van beslissingen of feiten die kunnen wijzen op een overtreding van de sectorale toezichtwetten, dienen de erkende commissarissen werkzaam bij instellingen waarop de Bank toezicht uitoefent of mede toezicht uitoefent met toepassing van de artikelen 12bis en 36/2 van de Organieke Wet, aan de Bank een aangifte te doen wanneer ze bij de uitvoering van hun opdrachten over concrete elementen beschikken met betrekking tot bijzondere mechanismen in de zin van artikel 36/4 van de Organieke Wet.

Het eerste lid en artikel 86, § 1, eerste lid, van de wet van 7 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/12/2016 pub. 13/12/2016 numac 2016011493 bron federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie Wet tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren sluiten tot organisatie van het beroep van en het publiek toezicht op de bedrijfsrevisoren, zijn niet van toepassing op de mededeling van informatie aan de Bank die is voorgeschreven of toegestaan door de wettelijke of reglementaire bepalingen die de opdrachten van de Bank regelen. » 36° In artikel 61, derde lid, worden de woorden « en de censoren » geschrapt.37° In artikel 62 worden de volgende wijzigingen aangebracht: a) in het tweede lid, punt 1°, worden de woorden « hetzij door het College van Censoren, hetzij » geschrapt ;b) in het tweede lid, punt 2°, worden de woorden « of censoren » geschrapt.38° In artikel 65, eerste lid, punt 1°, worden de woorden « , hetzij door de Regentenraad, hetzij door het College van Censoren » vervangen door de woorden « door de Regentenraad ».39° In artikel 69 worden de woorden « of van de censoren » geschrapt.40° In artikel 70, eerste lid, worden de woorden « wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België » vervangen door de woorden « Organieke Wet ».

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.De minister die bevoegd is voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 september 2022.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, V. VAN PETEGHEM

^