gepubliceerd op 29 september 2008
Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent
18 SEPTEMBER 2008. - Koninklijk besluit tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid de artikelen 76 tot 78, artikel 79, gewijzigd bij de wetten van 18 juli 1991 en 22 december 1998, artikel 80, vervangen bij wet van 22 december 1998, artikel 88, gewijzigd bij wet van 15 juli 1970, artikel 89, gewijzigd bij de wet van 17 februari 1997, artikel 90, gewijzigd bij wet van 22 december 1998, artikel 91, vervangen bij wet van 25 juli 1985 en gewijzigd bij de wetten van 3 augustus 1992 en 11 juli 1994, artikel 92, gewijzigd bij de wetten van 28 juni 1974, 25 juli 1985 en 3 augustus 1992, artikel 93, artikel 94, gewijzigd bij de wet van 12 maart 1998 en op de artikelen 95 tot 97.
Gelet op het koninklijk besluit van 18 december 2000 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent.
Gelet op het advies van de eerste voorzitter van het hof van beroep te Gent, van de eerste voorzitter van het arbeidshof te Gent, van de procureur-generaal te Gent, de voorzitter van de rechtbank van eerste aanleg te Gent, de procureur des Konings te Gent, van de hoofdgriffier van de rechtbank van eerste aanleg te Gent en van de stafhouder van de orde der advocaten te Gent.
Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De rechtbank van eerste aanleg te Gent bestaat uit eenendertig kamers, waarvan zestien burgerlijke kamers, zeven correctionele kamers, twee kamers van de strafuitvoeringsrechtbank en zes jeugdkamers.
Art. 2.De eerste tot en met de zeventiende kamer vormen de burgerlijke rechtbank. De achttiende tot en met de vierentwintigste kamer vormen de correctionele rechtbank.
De vijfentwintigste, zesentwintigste, zevenentwintigste, zevenentwintigste bis, de dertigste en dertig bis kamer vormen de jeugdrechtbank.
De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer vormen de strafuitvoeringsrechtbank.
Art. 3.De hierna opgesomde kamers houden zitting met een alleen zetelende rechter : de eerste, de tweede, de derde, de vijfde, de zesde, de elfde, de dertiende, de veertiende, de vijftiende, de zestiende, de zeventiende, de twintigste, de eenentwintigste, de tweeëntwintigste, de drieëntwintigste, de vierentwintigste, de vijfentwintigste, de zesentwintigste, de zevenentwintigste, de zevenentwintigste bis en de dertigste kamer en het bureau voor rechtsbijstand.
Volgende kamers houden zitting met drie rechters : de vierde, de zevende, de negende, de tiende, de twaalfde, de achttiende en de negentiende kamer en dertigste bis kamer.
De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer bestaan uit één rechter, die het voorzitterschap ervan bekleedt en twee assessoren in strafuitvoeringszaken, de ene gespecialiseerd in penitentiaire zaken en de andere in sociale reïntegratie.
De rechtbank zetelt evenwel als kamer met vijf rechters in het geval bedoeld in artikel 93, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek.
Behoudens de wettelijk bepaalde uitzonderingen, kunnen alle rechters van de rechtbank van eerste aanleg zowel in de burgerlijke als in de correctionele kamers zitting houden en kunnen zij tevens als plaatsvervangers in deze kamers zitting houden.
Art. 4.§ 1. De eerste kamer is inleidingkamer voor alle zaken, die niet behoren tot het personen- en familierecht en die in dit reglement niet uitdrukkelijk aan een bepaalde kamer zijn toebedeeld.
Zij neemt onder meer kennis van geschillen inzake : 1. Intellectuele rechten, meer bepaald : a.auteursrechten b. merken c.uitvindingsoctrooien 2. Onteigeningen en planschade 3.Aandelen en effecten 4. Verzet tegen titels 5.Arbitrage 6. Wraking van vrederechters en rechters in de politierechtbank, overeenkomstig artikel 828 van het Gerechtelijk Wetboek 7.Beëdiging van de personen bedoeld in artikel 288, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek 8. Alle burgerlijke zaken die niet vallen onder de specifieke materies zoals bij huidig reglement toebedeeld aan een andere burgerlijke kamer. De eerste kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag en woensdag. § 2. De tweede kamer neemt kennis van zaken betreffende : 1. De professionele aansprakelijkheid en de betwistingen over de erelonen van vrije beroepen, met uitzondering van architecten en ingenieurs 2.Het contractenrecht 3. Aansprakelijkheid van banken en financiële instellingen 4.Geschillen in verband met de koop, de verkoop en de herstelling van voertuigen 5. Brouwerijovereenkomsten. De tweede kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag. § 3. De derde kamer neemt kennis van alle zaken, die behoren tot het personen- en familierecht en die niet uitdrukkelijk aan een andere kamer zijn toebedeeld.
Ze neemt onder meer kennis van : 1. Vorderingen tot homologatie van de akte van bekendheid ter vervanging van de geboorteakte 2.Het verzoek tot het afleggen van een beëdigde verklaring 3. Vorderingen omtrent afwezigen 4.Verzet tegen een huwelijk 5. Nietigverklaring van een huwelijk 6.Vorderingen voortspruitend uit de bepalingen van de artikelen 220 en 224 van het Burgerlijk Wetboek. 7. Vorderingen omtrent afstamming 8.Vorderingen omtrent erkenning 9. Vorderingen omtrent adoptie van meerderjarigen 10.Vorderingen omtrent minderjarigheid en voogdij 11. Vorderingen omtrent meerderjarigheid, verlengde minderjarigheid en onbekwaamverklaring 12.Vorderingen betreffende onbeheerde nalatenschappen en inbezitstelling in het kader van erfenissen 13. Vorderingen met betrekking tot huwelijksvermogensstelsels 14.procedures op grond van de artikelen 1420, 1422, 1426 en 1469 van het Burgerlijk Wetboek 15. Nationaliteitsverklaringen en nationaliteitskeuze 16.Verzoeken tot machtiging tot verkoop van onroerende goederen overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 1187 tot 1193 ter van het Gerechtelijk Wetboek 17. Vorderingen tot uitvoerbaar verklaren van beslissingen inzake handelszaken en burgerlijke zaken gewezen door buitenlandse gerechtelijke instanties (exequatur).18. Vorderingen omtrent de wetgeving op de VZW's, de internationale VZW's en de stichtingen. De derde kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag. § 4. De vierde kamer neemt kennis van zaken betreffende : 1. de hogere beroepen tegen de vonnissen van vrederechters gewezen in toepassing van artikel 223 van het Burgerlijk Wetboek, inzake onderhoudsuitkeringen, voorlopige bewindvoerders en geesteszieken 2.verbetering van de akten van de burgerlijke stand (artikel 92, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek).
Zij neemt ook kennis van de zaken die door een enige rechter bij toepassing van het artikel 91, zevende lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden verwezen naar een kamer met drie rechters met betrekking tot het personen- en familierecht.
Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken waarin het advies van het openbaar ministerie vereist is nemen een aanvang om 11 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag. § 5. De vijfde kamer neemt kennis van : 1. Echtscheidingen 2.De voorlopige maatregelen in verband met echtscheiding bij toepassing van artikel 1258, § 2, van het Gerechtelijk Wetboek 3. Vereffeningen en verdelingen van huwelijksvermogensstelsels of samenlevingsovereenkomsten. Deze kamer houdt zitting op dinsdag en op donderdag telkens om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag en donderdag. § 6. De zesde kamer neemt kennis van fiscale zaken, zoals deze betreffende : 1. Directe en indirecte belasting op de toegevoegde waarde, de registratie enz... 2. Verzet tegen dwangbevelen 3.Beroep tegen schrapping erkende aannemers. 4. Beroep tegen registratiecommissie. Deze kamer houdt zitting op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag, telkens om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag, dinsdag, woensdag en donderdag. § 7. De zevende kamer neemt kennis van : 1. De burgerlijke rechtsvorderingen aangebracht naar aanleiding van drukpersmisdrijven (artikel 92 § 1, 2° van het Gerechtelijk Wetboek) 2.Het verzoek tot herroeping van gewijsde (artikel 92, § 1, 5°, van het Gerechtelijk Wetboek) 3. De tuchtzaken (artikel 92, § 1, 6°, van het Gerechtelijk Wetboek) 4.Zaken die door een enige rechter worden verwezen naar een kamer met drie rechters met betrekking tot materies die niet behoren tot het personen- en familierecht (artikel 91, 7°, van het Gerechtelijk Wetboek).
Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag. § 8. De negende kamer neemt kennis van de hogere beroepen tegen de vonnissen van de vrederechters met uitzondering van de zaken die nadrukkelijk aan een andere kamer werden toebedeeld.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag. § 9. De tiende kamer neemt kennis van de hogere beroepen tegen burgerrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbank.
Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag. § 10. De elfde kamer neemt kennis van de haar door de diverse burgerlijke kamers overgemaakte toezichten op deskundigenverslagen.
Zij houdt zitting op dinsdag om 9 uur. § 11. De twaalfde kamer neemt kennis van zaken die door de enige rechter zetelend in fiscale zaken worden verwezen naar een kamer met drie rechters.
Zij houdt zitting op vrijdag om 9 uur. § 12. De dertiende kamer neemt kennis van betwistingen met banken en financiële instellingen onder meer betreffende : 1. Financieringsovereenkomsten 2.Kredietopeningen 3. Leningen 4.Borgstellingen 5. Leasingsovereenkomsten Deze kamer houdt zitting op woensdag om 9 uur. De zaken worden ingeleid op woensdag. § 13. De veertiende kamer neemt kennis van : 1. Vereffeningen en verdelingen die geen betrekking hebben op een huwelijks-vermogensstelsel of een samenlevingsovereenkomst 2.Geschillen in verband met onroerende goederen en zakelijke rechten, onder meer : a. koopovereenkomsten b.hypotheken c. makelaarsovereenkomsten d.mede-eigendom e. burenhinder f.inbreuken inzake de wetgeving op de stedenbouw g. commissielonen op onroerende goederen h.gedwongen verlijden van notariële akten 3. Betwistingen aangaande erfenissen, schenkingen en testamenten. Deze kamer houdt zitting op dinsdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op dinsdag. § 14. De vijftiende kamer neemt kennis van zaken betreffende : 1. Contracten van bouw en aanneming van werken 2.Geschillen betreffende onbetaalde facturen inzake bouw en aanneming van werken 3. De professionele aansprakelijkheid van architecten en ingenieurs en de betwistingen omtrent de ereloonstaten van laatstgenoemden 4.Overheidsopdrachten (wet van 24 december 1993) 5. Private aanbestedingen. Deze kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op maandag en woensdag. § 15. De zestiende kamer neemt kennis van : 1. Vorderingen inzake aansprakelijkheid gegrond op artikel 1382 en volgende van het Burgerlijk Wetboek, met uitzondering van deze met betrekking tot onroerende goederen 2.Regresvorderingen, met uitzondering van de regresvorderingen inzake verkeer 3. Vorderingen tot schadevergoeding ingevolge slagen en verwondingen 4.Zaken inzake schade wegens storm, water en brand.
Deze kamer houdt zitting op vrijdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op vrijdag. § 16. De zeventiende kamer neemt kennis van : 1. Geschillen betreffende onbetaalde facturen met uitzondering van facturen betreffende inrichting, herstelling, oprichting en afwerking van werken aan onroerende goederen 2.Terugvorderingen door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn 3. Geschillen betreffende onbetaalde rekeningen en betalingsproblemen in verband met nutsvoorzieningen zoals voor water, gas en elektriciteit 4.Geschillen betreffende facturen en kosten van hospitalisatie of medische verzorging Deze kamer houdt zitting op donderdag om 9 uur.
De zaken worden ingeleid op donderdag.
Art. 5.§ 1. De achttiende kamer is een correctionele kamer die kennis neemt van de hogere beroepen tegen de strafrechtelijke vonnissen gewezen door de politierechtbanken.
Wanneer de vonnissen van de politierechtbanken betrekking hebben op overtredingen van de wetten en verordeningen over een van de aangelegenheden die behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, en, in geval van samenloop of samenhang, van genoemde overtredingen samen met één of meer overtredingen die niet behoren tot de bevoegdheid van de arbeidsgerechten, dan is de kamer samengesteld uit twee rechters uit de rechtbank van eerste aanleg en één rechter uit de arbeidsrechtbank.
Deze kamer neemt ook kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
Deze kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag om 9 uur. § 2. De negentiende kamer is een correctionele kamer die onder andere kennis neemt van misdrijven die tot de bevoegdheid van een uit drie rechters samengestelde kamer behoren en van deze waarvan de behandeling krachtens artikel 91, tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek, door drie rechters kan gevorderd worden.
Evenals de achttiende kamer neemt ook deze kamer kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
Deze kamer houdt zitting op maandag en woensdag om 9 uur. § 3. De twintigste, de éénentwintigste en de tweeëntwintigste kamer nemen kennis van de correctionele zaken die voor de enige rechter worden gebracht.
Ook deze kamers nemen kennis van de procedures van onmiddellijke verschijning en van oproeping bij proces-verbaal.
De twintigste kamer houdt zitting op dinsdag, woensdag en donderdag om 9 uur.
Op dinsdag en donderdag zetelt deze kamer als drugbehandelingskamer.
De éénentwintigste kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag om 9 uur.
De tweeëntwintigste kamer houdt zitting op woensdag en donderdag om 9 uur. § 4. De drieëntwintigste kamer neemt kennis van de haar door de diverse correctionele kamers overgemaakte controles op deskundigen-verslagen.
Zij houdt zitting op dinsdag 9 uur. § 5. De vierentwintigste kamer is de raadkamer.
Deze kamer houdt zitting op maandag, woensdag en vrijdag telkens om 9 uur. § 6. De vijfentwintigste, zesentwintigste, zevenentwintigste, zevenentwintigste bis, dertigste en dertigste bis kamer vormen de jeugdrechtbank.
Indien de behoeften van de dienst of een goede rechtsbedeling zulks vereisen kan de voorzitter van de rechtbank na het advies van de procureur des Konings en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen een verdeling van de zaken behorend tot de bevoegdheid van de jeugdrechtbank tussen de andere kamers van de jeugdrechtbank uitwerken.
De kamer dertig bis neemt eveneens kennis van de vervolgingen van de personen ten aanzien van wie een beslissing tot uithandengeving is genomen overeenkomstig de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van de minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade in het kader van een wanbedrijf en/of correctionaliseerbare misdaad.
De bedoelde kamers houden respectievelijk zitting op maandag (25e kamer), dinsdag (26e kamer), woensdag (27e kamer), donderdag en vrijdag (27e kamer bis ) om 9 uur.
De dertigste kamer neemt kennis van de haar door diverse jeugdkamers overgemaakte toezichten op deskundigenverslagen.
De kamer dertig bis zal door de voorzitter worden samengesteld en vastgelegd naar gelang de noodwendigheden van de dienst.
Zij houden zitting op dinsdag om 9 uur. § 7. De achtentwintigste en de negenentwintigste kamer zijn kamers van de strafuitvoeringsrechtbank.
De achtentwintigste kamer houdt zitting op maandag en op woensdag in alle gevangenissen behorende tot de bevoegdheid van deze rechtbank zoals bij koninklijk besluit bepaald, telkens om 9 uur.
Wanneer de omstandigheden dit vereisen kan de zitting ook doorgaan in elke rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het Hof van beroep te Gent en in elke gevangenis behorende tot de bevoegdheid van deze rechtbank zoals bij koninklijk besluit bepaald.
De negenentwintigste kamer houdt zitting op dinsdag en donderdag in alle gevangenissen behorende tot de bevoegdheid van deze rechtbank zoals bij koninklijk besluit bepaald telkens om 9 uur.
Wanneer de omstandigheden dit vereisen kan de zitting ook doorgaan in elke rechtbank van eerste aanleg van het rechtsgebied van het Hof van beroep te Gent en in elke gevangenis behorende tot de bevoegdheid van deze rechtbank zoals bij koninklijk besluit bepaald.
De zittingen in de respectievelijke gevangenissen en rechtbanken gaan slechts door indien de noodwendigheden van de dienst dit vereisen. § 8. De voorzitter van de rechtbank neemt kennis van de zaken in kortgeding of op de wijze van het kortgeding.
De voorzitter van de rechtbank houdt zitting in kortgeding of op de wijze van het kortgeding op maandag, dinsdag, woensdag, donderdag en vrijdag om 9 uur.
De zaken met betrekking tot de voorlopige maatregelen inzake de persoon en het levensonderhoud en de goederen van niet-ontvoogde minderjarige kinderen, worden behandeld op dinsdag en donderdag.
De zaken worden ingeleid op maandag, woensdag en donderdag.
Art. 6.§ 1. De vorderingen voor de beslagrechter worden behandeld op dinsdag om 9 uur. De verzoeningen inzake het hypothecair krediet worden behandeld op dinsdag om 10 uur. § 2. De vorderingen tot rechtsbijstand worden behandeld op dinsdag om 11 u. 15 m. § 3. Inzake echtscheiding door onderlinge toestemming en scheiding van tafel en bed verschijnen de partijen op donderdag om 14 uur. § 4. De verschijningen ter minnelijke schikking bedoeld in de artikelen 731 en volgende van het Gerechtelijk Wetboek hebben plaats voor de eerste kamer op maandag en woensdag om 9 uur.
Art. 7.De strafzaken worden door de voorzitter van de rechtbank op voorstel van de procureur des Konings toebedeeld.
De rechtstreekse dagvaardingen worden toebedeeld door de voorzitter van de rechtbank.
Art. 8.De voorzitter van de rechtbank bepaalt de dienstregeling van de onderzoeksrechters en de verdeling van de zaken onder hen.
In principe zal de onderzoeksrechter met dienst behandelen : - alle vorderingen van de Procureur des Konings strekkende tot het instellen van een gerechtelijk onderzoek en strekkende tot het uitvoeren van een mini-instructie, gedateerd op een datum die valt binnen zijn dienstperiode en - alle klachten met burgerlijke partijstelling (andere dan deze die zich enten op een dossier dat reeds voorwerp uitmaakt van een gerechtelijk onderzoek) die door hem worden opgenomen binnen zijn dienstperiode.
Indien de noodwendigheden van de dienst of een evenwichtiger verdeling onder de onderzoekskabinetten het noodzaken kan de voorzitter van de rechtbank van de voormelde regel afwijken.
Art. 9.De kamers kunnen naargelang de behoeften van de dienst buitengewone zittingen houden, waarvan ze de dagen en de uren bepalen na beschikking door de voorzitter van de rechtbank.
Art. 10.Indien de behoeften van de dienst het vereisen kan de voorzitter van de rechtbank, na het advies van de procureur des Konings en de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, beslissen een of meer kamers bijkomend zittingen te laten houden op de dagen en de uren die hij bepaalt.
Art. 11.De voorzitter van de rechtbank kan ook na het advies van de procureur des Konings, van de voorzitter van de arbeidsrechtbank en van de arbeidsauditeur en van de hoofdgriffier te hebben ingewonnen, het aantal kamers, hun bevoegdheden, het aanvangsuur en de zittingplaats tijdelijk wijzigen.
Art. 12.De voorzitter van de rechtbank kan ook na het advies te hebben ingewonnen van de procureur des Konings en de hoofdgriffier, de dagen en de uren van de vakantiezittingen in overeenstemming met de artikelen 334 en 339 van het Gerechtelijk Wetboek bepalen.
Hij maakt de dienstregeling op van de magistraten die zitting houden.
De voorzitter van de rechtbank kan ten allen tijde deze dienstregeling wijzigen met het oog op de behoeften van de dienst.
Art. 13.De beschikkingen die de voorzitter van de rechtbank neemt op grond van de artikelen 80 en 89 van het Gerechtelijk Wetboek of op grond van dit reglement, worden ter griffie van de rechtbank aangeplakt. Deze beschikkingen worden onmiddellijk ter kennis gebracht van de eerste voorzitter van het Hof van Beroep te Gent en van de procureur des Konings.
Wanneer deze beschikkingen betrekking hebben op sociaal-rechtelijke misdrijven worden zij ook ter kennis gebracht van de voorzitter van de arbeidsrechtbank te Gent, de arbeidsauditeur te Gent en de eerste voorzitter van het Arbeidshof te Gent.
Art. 14.Het koninklijk besluit van 18 december 2000 tot vaststelling van het bijzonder reglement voor de rechtbank van eerste aanleg te Gent wordt opgeheven.
Art. 15.Dit reglement treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 16.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 september 2008.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, J. VANDEURZEN