gepubliceerd op 08 november 2013
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds"
18 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds".
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 oktober 2013.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 7 februari 1958. Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969.
Bijlage Paritair Subcomité voor de bosontginningen Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 2013 Wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" (Overeenkomst geregistreerd op 7 maart 2013 onder het nummer 113847/CO/125.01)
Artikel 1.Het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, in toepassing van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, wijzigt en coördineert de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" (opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996 (42855/CO/125.01), gesloten in het Paritair Subcomité voor de zagerijen en aanverwante nijverheden en algemeen verbindend verklaard krachtens koninklijk besluit van 20 mei 1997Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 20/05/1997 pub. 15/08/1997 numac 1997012234 bron ministerie van tewerkstelling en arbeid Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" en vaststelling van zijn statuten sluiten (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1997)), zoals hierna uiteengezet.
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen en op de werklieden die zij tewerkstellen.
Met "werklieden" bedoelt men : de werklieden en werksters.
Met "Bosuitbatingsfonds" bedoelt men : het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen".
Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeids overeenkomst van 11 juni 2012Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 11/06/2012 pub. 24/01/2013 numac 2013022006 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten (110321/CO/125.01). Zij treedt in werking op 1 juli 2012 en is gesloten voor onbepaalde duur. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van minstens zes maanden en eindigend op 31 december, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK Bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 januari 2013, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, betreffende de wijziging en coördinatie van de statuten van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" Gewijzigde en gecoördineerde statuten HOOFDSTUK I. - Oprichting en zetel
Artikel 1.Er wordt vanaf 1 januari 1996 een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen" opgericht, "Bosuitbatingsfonds" genaamd.
Art. 2.De maatschappelijke zetel van het Bosuitbatingsfonds is gevestigd Birminghamstraat 225, te 1070 Anderlecht. HOOFDSTUK II. - Opdrachten
Art. 3.§ 1. Het Bosuitbatingsfonds voorziet onder andere in de financiering, de toekenning en de uitkering van aanvullende voordelen vastgesteld door het Paritair Subcomité voor de bosontginningen ten voordele van de arbeiders die werken in de ondernemingen van bosontginningen die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen : Voordelen voor de arbeiders : 1. de solidarisering van de vergoeding tot terugbetaling van de kosten voor mechanische gereedschappen;2. de individuele beschermuitrusting;3. de vergoeding voor onderhoud van werkkleding;4. de uitkering in geval langdurige ziekte en/of arbeidsongeval;5. de aanvullende brugpensioenvergoeding;6. vergoeding voor permanente vorming;7. de sociale vergoeding voor oudere ontslagen werknemers;8. de uitkering in geval van dodelijk arbeidsongeval;9. anciënniteitspremie;10. syndicale premie. Voordelen voor de werkgever : 1. Vergoeding voor vorming. § 2. Het Bosuitbatingsfonds heeft ook de taak : - het financieren en organiseren van de beroepsopleiding van de werknemers en de jongeren; - het bevorderen van initiatieven voor de opleiding en de tewerkstelling van risicogroepen. HOOFDSTUK III. - Financiering
Art. 4.De inkomsten van het Bosuitbatingsfonds bestaan uit bijdragen, verschuldigd door de werkgevers die werklieden tewerkstellen in de ondernemingen van de bosontginningen, die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
Art. 5.De bijdragen worden percentsgewijze vastgesteld naar rata van de brutolonen tegen 108 pct., die de in artikel 4 bedoelde werklieden in de loop van het dienstjaar verdienen. Het bedrag van de bijdragen wordt bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
Art. 6.Het dienstjaar voor de inning van de bijdragen loopt over de periode van 1 januari tot 31 december van elk jaar.
Art. 7.De bijdragen worden geïnd door toedoen van het Bosuitbatingsfonds.
Het Bosuitbatingsfonds is eveneens gemachtigd de bijdrage te innen en te storten voor het Studie- en Onderzoeksfonds voor de Bosontginningen (S.O.F.B.O.) en aan de Nationale Unie Houtsector (N.U.H.O.S.).
Het paritair beheerscomité kan beslissen om de bijdragen te laten innen via de diensten van de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid.
Art. 8.De bijdragen worden berekend en zijn verschuldigd door de werkgever voor elk kwartaal van het burgerlijk jaar. De voor het verstreken kwartaal verschuldigde bijdragen moeten van rechtswege door de werkgever worden betaald ten laatste op de laatste dag van de tweede maand volgend op dit trimester (het debetbericht verzonden door het Bosuitbatingsfonds geldt slechts als herinnering).
Art. 9.De driemaandelijkse bijdragen worden berekend op basis van de driemaandelijkse aangifte die de werkgever dient over te maken aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het verlopen kwartaal.
Art. 10.Ingeval de betaling van de bijdragen niet binnen de bij artikel 8 vastgestelde termijnen wordt verricht of de bij artikel 9 bepaalde formaliteiten binnen de vereiste termijnen niet vervuld zijn, is de werkgever van rechtswege verplicht een verhoging met 10 pct. van het bedrag van de verschuldigde bijdragen te betalen.
De bijdragen die niet worden betaald binnen de in artikel 8 vastgestelde termijnen, alsook de desbetreffende verhogingen, brengen van rechtswege verwijlintrestesn met zich mee volgens de rentevoet voorzien voor sociale bijdragen in toepassing van de besluitwet van 28 december 1944Relevante gevonden documenten type besluitwet prom. 28/12/1944 pub. 01/12/2009 numac 2009000782 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Besluit-wet betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.
In geval van overmacht, behoorlijk vastgesteld, kan het paritair beheerscomité van het Bosuitbatingsfonds afzien van de betaling van de verwijlintresten en van de verhogingen van de bijdrage.
In geval van geschil over de betaling van de bijdragen, verhogingen en verwijlintresten, is alleen de rechtbank van de plaats waar de maatschappelijke zetel van het Bosuitbatingsfonds gevestigd is bevoegd.
Art. 11.De beheerskosten van het Bosuitbatingsfonds worden elk jaar door het in artikel 15 bedoelde paritair beheerscomité vastgesteld.
Deze kosten worden gedekt door : 1. de intresten van de kapitalen gevormd door de storting van de bijdragen;2. de opbrengst van een afhouding op de bijdragen waarvan het percentage jaarlijks door het in artikel 15 bedoelde paritair beheerscomité wordt vastgesteld. HOOFDSTUK IV. - Aard, toekenningsvoorwaarden en de uitkeringswijzen van de aanvullende voordelen
Art. 12.De in artikel 4 bedoelde werklieden hebben recht op aanvullende vergoedingen, waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringswijzen worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
Art. 13.De uitkering van de aanvullende voordelen aan de werklieden mag niet afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de bijdragen die hem zijn opgelegd.
Art. 13bis.De toegekende voordelen zijn gratis voor de begunstigden.
Aan de begunstigde mag geen enkele kost ten laste gelegd worden op de ene of andere manier.
Art. 14.Het Bosuitbatingsfonds kan ook geheel of gedeeltelijk tegemoetkomen in de kosten van beroepsopleiding en/of sociale vorming, met toepassing van sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Beheer
Art. 15.Het Bosuitbatingsfonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité samengesteld uit vier effectieve leden die de beheerders van het Bosuitbatingsfonds zijn.
De helft van deze leden wordt aangewezen door en onder de leden van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen die op voordracht van de beroepsvereniging van de werkgevers voor bosuitbating benoemd zijn, de andere helft van de leden wordt aangewezen door en onder de leden van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen die de werklieden van deze sectoren vertegenwoordigen.
De leden van het paritair beheerscomité worden aangewezen voor de duur van hun mandaat als lid van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
In geval van tijdelijke verhindering vervangt een aangewezen plaatsvervangend lid het effectieve lid en oefent het diens bevoegdheden uit.
De functie van lid van het paritair beheerscomité neemt een einde door ontslag, door overlijden of wanneer het mandaat van lid van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen verstrijkt of door ontslag gegeven door de betrokken organisatie. Het nieuwe lid beëindigt het mandaat van degene die hij vervangt.
De leden van het paritair beheerscomité zijn herkiesbaar onder dezelfde voorwaarden als die waaronder zij aangewezen werden.
Art. 16.De beheerders van het Bosuitbatingsfonds gaan met betrekking tot de verplichtingen van het Bosuitbatingsfonds persoonlijk geen enkele verbintenis aan. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun beheersmandaat dat hun toegewezen werd.
Art. 17.Het paritair beheerscomité telt een voorzitter en een vicevoorzitter.
Het voorzitterschap en het vicevoorzitterschap worden alternerend georganiseerd tussen werkgeversorganisaties en de werknemersorganisaties en de duur van een mandaat betreft drie jaren.
Art. 18.Het paritair beheerscomité is bekleed met de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het Bosuitbatingsfonds, onverminderd evenwel die welke door de wet of door deze statuten toegewezen zijn aan het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.
Het paritair beheerscomité kan een deel van zijn bevoegdheden aan een directeur en aan onverschillig welke mandataris van zijn keuze overdragen.
Het paritair beheerscomité heeft meer bepaald tot opdracht : 1. toezicht te houden en alle nodige maatregelen te nemen voor de uitvoering van deze statuten;2. de beheerskosten, alsmede van quota van de jaarlijkse inkomsten die zullen dienen om deze kosten te dekken, te bepalen;3. zich soeverein uit te spreken over elk bijzonder geval dat hem voorgelegd zou worden met toepassing van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, die kadert in de opdrachten van het Bosuitbatingsfonds;4. elk jaar tijdens de maand mei schriftelijk verslag over de uitvoering van zijn opdracht aan het Paritair Subcomité voor de bosontginningen uit te brengen. De directeur heeft in het bijzonder als opdracht : 1. de voorbereiding van de agenda van de vergaderingen;2. de uitnodiging van de effectieve en plaatsvervangende leden van het paritaire beheerscomité;de uitnodiging, de agenda en de eventuele documenten worden opgestuurd per gewone post of per elektronische post minstens vijf werkdagen voor de gezegde vergadering; 3. de redactie en de distributie van het verslag van de vergadering aan de effectieve en plaatsvervangende leden ten laatste een maand na de gezegde vergadering.
Art. 19.Het paritair beheerscomité vergadert minstens tweemaal per jaar op uitnodiging van de voorzitter, die, hetzij ambtshalve handelt, hetzij op aanvraag van minstens de helft van de leden van het paritair beheerscomité, of op aanvraag van de directeur van het Bosuitbatingsfonds.
Art. 20.De directeur van het Bosuitbatingsfonds woont van rechtswege de vergaderingen van het paritair beheerscomité bij en neemt het secretariaat ervan waar. Hij is niet stemgerechtigd.
Art. 21.Het paritair beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen en beslissen indien elke representatieve organisatie aanwezig is.
De beslissingen van het paritair beheerscomité worden met éénparigheid van stemmen van de aanwezige leden genomen.
Alleen de effectieve leden en de plaatsvervangende leden die de effectieve leden vervangen zijn stemgerechtigd. HOOFDSTUK VI. - Toezicht
Art. 22.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten wijst het Paritair Subcomité voor de bosontginningen een accountant aan teneinde het boekhoudkundig beheer van het Bosuitbatingsfonds te controleren.
Hij brengt tenminste éénmaal per jaar tijdens de maand juni verslag uit over zijn opdracht aan het Paritair Subcomité voor de bosontginningen. Daarbij licht hij regelmatig het paritair beheerscomité van het Bosuitbatingsfonds over het resultaat van zijn onderzoekingen in, en doet hij daaraan de aanbevelingen die hij nuttig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen
Art. 23.Op 31 december worden de balans en rekeningen van het dienstjaar dat samenvalt met het afgelopen kalenderjaar afgesloten. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening
Art. 24.De ontbinding van het Bosuitbatingsfonds wordt door het Paritair Subcomité voor de bosontginningen uitgesproken. Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het Bosuitbatingsfonds na kwijting van het passief en besteedt deze overeenkomstig het doel waarvoor het Bosuitbatingsfonds opgericht werd.
Het Paritair Subcomité voor de bosontginningen wijst als vereffenaars de in artikel 15 bedoelde effectieve leden van het paritair beheerscomité aan. HOOFDSTUK IX. - Bevoegdheden in geval van geschillen
Art. 25.In geval van geschil tussen de vertegenwoordigers van de arbeiders en van de werkgevers, vindt er eerst een bemiddeling plaats in het paritair comité.
Indien de bemiddeling niet slaagt, komt het de arbeidsrechtbank van de zetel van het Bosuitbatingsfonds toe te oordelen met betrekking tot de geschillen betreffende de rechten en plichten die voortvloeien uit de wet van 7 januari 1958Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/01/1958 pub. 31/03/2011 numac 2011000170 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de Fondsen voor bestaanszekerheid Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 18 oktober 2013.
De Minister van Werk, Mevr. M. DE CONINCK