Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 20 mei 1997
gepubliceerd op 15 augustus 1997

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" en vaststelling van zijn statuten

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
1997012234
pub.
15/08/1997
prom.
20/05/1997
ELI
eli/besluit/1997/05/20/1997012234/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

20 MEI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" en vaststelling van zijn statuten (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, inzonderheid op artikel 2;

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996, gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen, tot oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" en vaststelling van zijn statuten.

Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 20 mei 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Subcomité voor de bosontginningen Collectieve arbeidsovereenkomst van 2 oktober 1996 Oprichting van een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", genaamd "Bosuitbatingsfonds" en vaststelling van zijn statuten (Overeenkomst geregistreerd op 29 oktober 1996 onder het nummer 42855/CO/125.01)

Artikel 1.Het Paritair Subcomité voor de Bosontginningen beslist, in toepassing van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid, een fonds voor bestaanszekerheid op te richten waarvan de statuten hierna zijn vastgesteld.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen en op de werklieden die zij tewerkstellen.

Met "werklieden" bedoelt men de werklieden en werksters.

Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld Met "Bosuitbatingsfonds" bedoelt men het Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen.

Art. 3.Het Bosuitbatingsfonds neemt de rechten en plichten over, namelijk het actief en passief, van het "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen", opgericht bij collectieve arbeidsovereenkomst gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen op 7 juni 1984 en algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 18 maart 1985 (Belgisch Staatsblad van 8 juni 1985).

Art. 4.De in artikel 3 vermelde collectieve arbeidsovereenkomst wordt opgeheven vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 1996 en is gesloten voor onbepaalde tijd. Zij kan door elk van de partijen worden opgezegd mits een opzegging van drie maand, betekend bij aangetekende brief, gericht aan de Voorzitter van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Statuten HOOFDSTUK I. - Oprichting en zetel

Artikel 1.Er wordt vanaf 1 januari 1996 een "Fonds voor bestaanszekerheid van de bosontginningen" opgericht, "Bosuitbatingsfonds" genaamd.

Art. 2.De maatschappelijke zetel van het Fonds is gevestigd in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. HOOFDSTUK II. - Opdrachten

Art. 3.1. Het Bosuitbatingsfonds voorziet onder andere in de financiering, de toekenning en de uitkering van : 1. de bijkomende werkloosheidsuitkering in geval van slecht weer, "wintervergoeding" genaamd;2. de vergoeding voor mechanische werktuigen;3. de individuele beschermuitrusting;4. de werkkleding;5. de vergoeding voor onderhoud van werkkleding;6. de uitkering in geval langdurige ziekte en/of arbeidsongeval;7. de aanvullende brugpensioenvergoeding;8. de sociale vergoeding voor oudere ontslagen werknemers;9. de uitkering in geval van dodelijk arbeidsongeval.2. Het Bosuitbatingsfonds kan ook de beroepsopleiding van de werklieden, de jongeren en de "risicogroepen" financieren en/of organiseren. HOOFDSTUK III. - Financiering

Art. 4.De inkomsten van het Bosuitbatingsfonds bestaan uit bijdragen, verschuldigd door de werkgevers die werklieden tewerkstellen in de ondernemingen van de bosontginningen, ressorterend onder het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Art. 5.De bijdragen worden percentsgewijze vastgesteld naar rata van de brutolonen tegen 108 pct., die de in artikel 4 bedoelde werklieden in de loop van het dienstjaar verdienen. Het bedrag van de bijdragen wordt bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Art. 6.Het dienstjaar voor de inning van de bijdragen loopt over de periode van 1 januari tot 31 december van elk jaar.

Art. 7.De bijdragen worden geïnd door toedoen van het Bosuitbatingsfonds.

Het Bosuitbatingsfonds is eveneens gemachtigd de bijdrage te innen voor het Studie- en Onderzoeksfonds voor de Bosontginningen (S.O.F.-B.O.).

Het paritair beheerscomité kan beslissen om de bijdragen te laten innen via de diensten van de Rijksdienst voor sociale zekerheid.

Art. 8.Het bedrag van de bijdragen is door de werkgever verschuldigd op de volgende vier data van het inningsjaar : 31 maart, 30 juni, 30 september, 31 december.

De voor het verstreken kwartaal verschuldigde bijdragen moeten door de werkgever uiterlijk binnen vijftien dagen na de ontvangst van het debetbericht, toegezonden door het Bosuitbatingsfonds, worden betaald.

Art. 9.De werkgever zendt de driemaandelijkse sectorale aangifte, behoorlijk ingevuld, toe aan het Bosuitbatingsfonds uiterlijk de laatste dag van de maand die volgt op het verlopen kwartaal.

Art. 10.Ingeval de betaling van de bijdragen niet binnen de bij artikel 8 vastgestelde termijnen wordt verricht of de bij artikel 9 bepaalde formaliteiten binnen de vereiste termijnen niet vervuld zijn, is de werkgever verplicht een verhoging met 10 pct. van het bedrag van de verschuldigde bijdragen te betalen.

De niet binnen de in artikel 8 vastgestelde termijnen betaalde bijdragen en de ermee samenhangende verhogingen geven bovendien aanleiding tot de betaling van een nalatigheidsintrest ten belope van 10 pct. per jaar, berekend vanaf de vervaldag van deze termijnen.

In geval van behoorlijke gerechtvaardigde overmacht kan het paritair beheerscomité van het Bosuitbatingsfonds, op basis van zijn toegekende opdrachten zoals voorzien in artikel 15, de betaling van de verhoogde bijdragen en nalatigheidsintresten kwijtschelden.

In geval van geschil over de betaling van de bijdragen, van de verhogingen en van de verwijlintresten, is alleen de rechtbank bevoegd van de plaats waar de maatschappelijke zetel gevestigd is.

Art. 11.De beheerskosten van het Bosuitbatingsfonds worden elk jaar door het in artikel 15 bedoelde paritair beheerscomité vastgesteld.

Deze kosten worden gedekt door : 1. de intresten van de kapitalen gevormd door de storting van de bijdragen;2. de opbrengst van een afhouding op de bijdragen waarvan het percentage jaarlijks door het in artikel 15 bedoelde paritair beheerscomité wordt vastgesteld. HOOFDSTUK IV. - Toekenning en betaling van de aanvullende voordelen

Art. 12.De in artikel 4 bedoelde werklieden hebben recht op aanvullende vergoedingen, waarvan het bedrag, de toekenningsvoorwaarden en de uitkeringswijzen worden bepaald bij collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten in het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Art. 13.De uitkering van de aanvullende voordelen aan de werklieden mag niet afhankelijk zijn van de storting door de werkgever van de bijdragen die hem zijn opgelegd.

Art. 14.Het Bosuitbatingsfonds kan ook geheel of gedeeltelijk tegemoetkomen in de kosten van beroepsopleiding en/of sociale vorming, met toepassing van sectorale collectieve arbeidsovereenkomsten. HOOFDSTUK V. - Beheer

Art. 15.Het Bosuitbatingsfonds wordt beheerd door een paritair beheerscomité samengesteld uit vier effectieve leden die de beheerders van het Bosuitbatingsfonds zijn.

De helft van deze leden wordt aangewezen door en onder de leden van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen die op voordracht van de beroepsvereniging van de werkgevers voor bosuitbating benoemd zijn, de andere helft van de leden wordt aangewezen door en onder de leden van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen die de werklieden van deze sectoren vertegenwoordigen.

De leden van het paritair beheerscomité worden aangewezen voor de duur van hun mandaat als lid van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

In geval van tijdelijke verhindering vervangt een aangewezen plaatsvervangend lid het effectieve lid en oefent het diens bevoegdheden uit.

De functie van lid van het paritair beheerscomité neemt een einde door ontslag, door overlijden of wanneer het mandaat van lid van het Paritair Subcomité voor de bosontginningen verstrijkt of door ontslag gegeven door de betrokken organisatie. Het nieuwe lid beëindigt het mandaat van degene die hij vervangt.

De leden van het paritair beheerscomité zijn herkiesbaar onder dezelfde voorwaarden als die waaronder zij aangewezen werden.

Art. 16.De beheerders van het Bosuitbatingsfonds gaan met betrekking tot de verplichtingen van het Bosuitbatingsfonds persoonlijk geen enkele verbintenis aan. Hun verantwoordelijkheid beperkt zich tot de uitvoering van hun beheersmandaat dat hun toegewezen werd.

Art. 17.Het paritair beheerscomité kiest elk jaar een voorzitter.

Zo de voorzitter verhinderd is, geschiedt de aanwijzing van de voorzitter bij uitloting onder de aanwezige leden.

Art. 18.Het paritair beheerscomité is bekleed met de meest uitgebreide bevoegdheden voor het beheer en de administratie van het Bosuitbatingsfonds, onverminderd evenwel die welke door de wet of door deze statuten toegewezen zijn aan het Paritair Subcomité voor de bosontginningen.

Het paritair beheerscomité kan een deel van zijn bevoegdheden aan een directeur en aan onverschillig welke mandataris van zijn keuze overdagen.

Het paritair beheerscomité heeft meer bepaald tot opdracht : 1. toezicht te houden en alle nodige maatregelen te nemen voor de uitvoering van deze statuten;2. de beheerskosten, alsmede van quota van de jaarlijkse inkomsten die zullen dienen om deze kosten te dekken, te bepalen;3. zich soeverein uit te spreken over elk bijzonder geval dat hem voorgelegd zou worden met toepassing van een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, die kadert in de opdrachten van het Fonds;4. elk jaar tijdens de maand mei schriftelijk verslag over de uitvoering van zijn opdracht aan het Paritair Subcomité voor de bosontginningen uit te brengen.

Art. 19.Het paritair beheerscomité vergadert minstens tweemaal per jaar op uitnodiging van de voorzitter, die, hetzij ambtshalve handelt, hetzij op aanvraag van minstens de helft van de leden van het paritair beheerscomité, of op aanvraag van de directeur van het Fonds.

Art. 20.De directeur van het Bosuitbatingsfonds woont van rechtswege de vergaderingen van het paritair beheerscomité bij en neemt het secretariaat ervan waar. Hij is niet stemgerechtigd.

Art. 21.Het paritair beheerscomité kan slechts geldig beraadslagen en beslissen indien elke representatieve organisatie aanwezig is.

De beslissingen van het paritair beheerscomité worden met eenparigheid van stemmen van de aanwezige leden genomen.

Alleen de effectieve leden en de plaatsvervangende leden die de effectieve leden vervangen zijn stemgerechtigd. HOOFDSTUK VI. - Toezicht

Art. 22.Overeenkomstig artikel 12 van de wet van 7 januari 1958 wijst het Paritair Subcomité voor de bosontginningen een accountant aan teneinde het boekhoudkundig beheer van het Bosuitbatingsfonds te controleren.

Hij brengt ten minste eenmaal per jaar tijdens de maand juni verslag uit over zijn opdracht aan het Paritair Subcomité voor de bosontginningen. Daarbij licht hij regelmatig het paritair beheerscomité van het Bosuitbatingsfonds over het resultaat van zijn onderzoekingen in, en doet hij daaraan de aanbevelingen die hij nuttig acht. HOOFDSTUK VII. - Balans en rekeningen

Art. 23.Op 31 december worden de balans en rekeningen van het dienstjaar dat samenvalt met het afgelopen kalenderjaar afgesloten. HOOFDSTUK VIII. - Ontbinding en vereffening

Art. 24.De ontbinding van het Bosuitbatingsfonds wordt door het Paritair Subcomité voor de Bosontginningen uitgesproken. Dit laatste beslist over de bestemming van de goederen en waarden van het fonds na kwijting van het passief en besteedt deze overeenkomstig het doel waarvoor het Bosuitbatingsfonds opgericht werd.

Het Paritair Subcomité voor de bosontginningen wijst als vereffenaars de in artikel 15 bedoelde effectieve leden van het paritair beheerscomité aan.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van20 mei 1997.

De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET

^