18 OKTOBER 2011. - Koninklijk besluit tot toekenning van een Staatswaarborg aan bepaalde leningen van Dexia NV en « Dexia Crédit Local SA »

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 22 februari 1998Relevante gevonden documenten type wet prom. 22/02/1998 pub. 28/03/1998 numac 1998003158 bron ministerie van financien Wet tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België sluiten tot vaststelling van het organiek statuut van de Nationale Bank van België, artikel 36/24, § 1, eerste lid, 2°, ingevoegd bij artikel 195, 18° van het koninklijk besluit van 3 maart 2011 betreffende de evolutie van de toezichtsarchitectuur voor de financiële sector;

Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd bij koninklijk besluit van 12 januari 1993, artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de dringende noodzakelijkheid verantwoord is door de noodzaak zo snel mogelijk maatregelen te nemen om de verbintenissen van bepaalde entiteiten van de groep Dexia te waarborgen ten einde de stabiliteit van het Belgische financiële stelsel te vrijwaren en het plan voor de herstructurering van de groep Dexia in werking te stellen;

Overwegende dat de voorgestelde waarborg gezamenlijk, zonder hoofdelijkheid onder hen, door de Belgische, Franse en Luxemburgse Staten zal worden toegekend ten belope van respectievelijk 60,5 %, 36,5 % en 3 %;

Gelet op het advies van de Europese Centrale Bank, gegeven op 13 oktober 2011;

Gelet op het advies van de Nationale Bank van Belgie, gegeven op 12 oktober 2011;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 13 oktober 2011;

Gelet op de akkoordbevinding van de Staatssecretaris voor Begroting, gegeven op 14 oktober 2011;

Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De Staat waarborgt de hoofdsom, de intresten en de bijhorigheden van de leningen aangegaan door Dexia NV en « Dexia Crédit Local SA », ten opzichte van andere kredietinstellingen of professionele tegenpartijen behorend tot categorieën die de Minister van Financiën bepaalt op reglementaire of contractuele wijze.

Art. 2.De bedragen in hoofdsom gedekt door de waarborg van de Belgische Staat zullen niet hoger zijn dan 54,45 miljard euro, hetzij 60,5 % van 90 miljard euro, benevens de intresten en de bijhorigheden.

De door de waarborg gedekte leningen mogen worden uitgegeven tot uiterlijk 31 december 2021, en mogen een looptijd hebben van maximum tien jaar.

Art. 3.De waarborg is betaalbaar op eerste verzoek. Dit verzoek moet een welomschreven verantwoording bevatten van de betrokken bedragen en de verklaring dat deze bedragen opeisbaar en onbetaald zijn.

Art. 4.De Minister bevoegd voor Financiën bepaalt de aan de Staat voor de waarborg verschuldigde vergoeding.

Art. 5.De inwerkingtreding van de waarborg is afhankelijk van het afsluiten door de Minister van Financiën van één of meer overeenkomsten die onder meer voorzien in: 1° de identificatie van de gewaarborgde leningen;2° desgevallend, voor de toepassing van de in artikel 2, eerste lid, bedoelde grens, de conversiemodaliteiten van de bedragen van in vreemde munt uitgegeven leningen;3° de verbintenis van Dexia NV en « Dexia Crédit Local SA », om de overeengekomen vergoeding te betalen;4° de verbintenis van Dexia NV en « Dexia Crédit Local SA », om alle maatregelen te nemen die de Minister van Financiën nuttig acht voor het herstel van hun solvabiliteit;5° de looptijd en de eventuele oorzaken van afloop van de waarborg;6° het al dan niet overdraagbaar karakter van de waarborg;7° de modaliteiten van de indeplaatsstelling en schadeloosstelling van de Staat in geval van beroep op de waarborg, en de eventuele zekerheden daaraan verbonden;8° de modaliteiten van informatie van de Staat met betrekking tot de evolutie van de gewaarborgde verplichtingen;9° de termijnen voor betaling die volgen op de ontvangst van het beroep op de waarborg;10° alle andere bepalingen die de Minister van Financiën nuttig acht.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 7.De Minister bevoegd voor Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 18 oktober 2011.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Financiën, D. REYNDERS