gepubliceerd op 24 december 2002
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen
18 DECEMBER 2002. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 60, § 2, en §§ 3 en 4, vervangen bij de wet van 24 december 1999, en op artikel 70, tweede lid;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen, inzonderheid op artikel 2, vernietigd bij het arrest nr. 99.920 van 18 oktober 2001 van de Raad van State, en op artikel 3, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 april 1993, en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1994, 7 augustus 1995 en 21 maart 2000;
Gelet op het advies van het Technisch comité voor de zelfstandigen, gegeven op 22 november 2001;
Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 21 oktober 2002;
Gelet op het advies van de Nationale commissie geneesheren-ziekenfondsen gegeven op 18 november 2002;
Gelet op het advies van de Algemene raad, gegeven op 18 november 2002;
Gelet op het advies van Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 november 2002;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 28 november 2002;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid : - dat de tweede helft van de in 2001 vastgestelde algebraïsche verschillen op 1 januari 2003 moet worden verrekend, dat die verrekening zo snel mogelijk moet geschieden en dat het gewijzigde niveau van de bedoelde honoraria zo spoedig mogelijk moet worden vastgesteld en meegedeeld; - dat om de uitgaven vanaf het boekjaar 2003 en voor de toekomstige boekjaren te beheersen, het aantal en de bedragen van de forfaitaire honoraria voor bepaalde verstrekkingen verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, moeten worden herzien, dat het volstrekt noodzakelijk is dat de nieuwe bedragen vóór 1 januari 2003 worden bekendgemaakt om de basis te vormen van de nieuwe toepassing van artikel 59 van de voormelde wet;
Gelet op het advies 34.481/1 van de Raad van State, gegeven op 5 december 2002, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Een artikel 2, luidend als volgt, komt in de plaats van het oude artikel 2, vernietigd bij het arrest nr. 99.920 van 18 oktober 2001 van de Raad van State, van het koninklijk besluit van 24 september 1992 tot vaststelling van nadere regelen betreffende de forfaitaire honoraria voor sommige verstrekkingen inzake klinische biologie, verleend aan niet in een ziekenhuis opgenomen rechthebbenden, alsmede de onderaanneming van deze verstrekkingen : « Art 2. § 1. De forfaitaire honoraria worden in § 2 aangewezen door twee volgnummers vóór de omschrijving ervan; ze worden gevolgd door een bedrag in euro. » § 2. a) Forfaitaire honoraria voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen inzake klinische biologie en die zijn voorbehouden voor de geneesheren, specialist voor klinische biologie of voor nucleaire geneeskunde in vitro, voor de apothekers en licentiaten in de wetenschappen die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie of nucleaire geneeskunde in vitro te verrichten alsmede voor de geneesheren, bedoeld in artikel 19, § 5quater , van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984.
Deze forfaitaire honoraria worden gesplitst in twee cumuleerbare delen : - een eerste volgnummer dat de verstrekkingen weergeeft die zijn bedoeld in artikel 1, tweede lid, 12°, van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd en dat de verstrekkingen vermeldt die zijn opgenomen in de artikelen 18 en 24 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; - een tweede volgnummer dat de verstrekkingen weergeeft die niet bedoeld zijn in voormeld artikel 1, tweede lid, 12° : 592815 14,98 EUR 592830 3,52 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen lager is dan B 700 592911 24,30 EUR 592933 5,70 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 700 tot minder dan B 1 750 bedraagt 593014 27,54 EUR 593036 6,46 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 1 750 tot minder dan B 3 500 bedraagt 593110 29,16 EUR 593132 6,84 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 3 500 of meer bedraagt. b) Forfaitaire honoraria voor de in artikel 1 bedoelde verstrekkingen inzake klinische biologie en die zijn voorbehouden voor de geneesheren, specialist voor klinische biologie of voor nucleaire geneeskunde in vitro, voor de apothekers en de licentiaten in de wetenschappen die door de Minister die de Volksgezondheid onder zijn bevoegdheid heeft, zijn erkend om verstrekkingen inzake klinische biologie of nucleaire geneeskunde in vitro te verrichten alsmede voor de geneesheren, bedoeld in artikel 19, § 5quater , van de bijlage bij voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984, als die zorgverleners geaccrediteerd zijn als bedoeld in artikel 1, § 10, van de bijlage bij voormeld koninklijk besluit. Deze forfaitaire honoraria worden gesplitst in twee cumuleerbare delen : - een eerste volgnummer dat de verstrekkingen weergeeft die zijn bedoeld in artikel 1, tweede lid, 12°, van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd en dat de verstrekkingen vermeldt die zijn opgenomen in de artikelen 18 en 24 van de bijlage bij het koninklijk besluit van 14 september 1984 tot vaststelling van de nomenclatuur van de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; - een tweede volgnummer dat de verstrekkingen weergeeft die niet bedoeld zijn in voormeld artikel 1, tweede lid, 12° : 592852 14,98 EUR Bijkomend accrediteringshonorarium 0,12 EUR 592874 3,52 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen lager is dan B 700 592955 24,30 EUR Bijkomend accrediteringshonorarium 0,12 EUR 592970 5,70 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 700 tot minder dan B 1 750 bedraagt 593051 27,54 EUR Bijkomend accrediteringshonorarium 0,12 EUR 593073 6,46 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen van B 1 750 tot minder dan B 3 500 bedraagt 593154 29,16 EUR Bijkomend accrediteringshonorarium 0,12 EUR 593176 6,84 EUR indien de betrekkelijke waarde van het geheel van de voorgeschreven verstrekkingen B 3 500 of meer bedraagt. c) De sleutelletter B en het coëfficiëntgetal dat volgt, worden gedefinieerd in artikel 1, §§ 2 en 3, van de bijlage bij het voornoemd koninklijk besluit van 14 september 1984. De honoraria 592815-592830, 592911-592933, 593014-593036, 593110-593132, 592852-592874, 592955-592970, 593051-593073 et 593154-593176 mogen onderling niet worden gecumuleerd.
De forfaitaire honoraria hebben betrekking op alle verstrekkingen die op een zelfde dag voor een zelfde patiënt zijn voorgeschreven, ongeacht het aantal voorschriften of voorschrijvers.
Art. 2.Het artikel 3, § 2, eerste lid, van hetzelfde koninklijk besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 29 april 1993, en gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 27 december 1994, 7 augustus 1995 en 21 maart 2000, wordt vervangen door de volgende bepaling : « § 2. Alleen het eerste laboratorium mag aan de verzekeringsinstelling, overeenkomstig de geldende reglementering, de bedragen aanrekenen die door de verzekering voor geneeskundige verzorging verschuldigd zijn voor de in § 1 bedoelde verstrekkingen, alsook voor de in artikel 2, § 2, bedoelde forfaitaire honoraria nrs. 592815-592830, 592911-592933, 593014-593036, 593110-593132, 592852-592874, 592955-592970, 593051-593073, 593154-593176; om de waarden, bedoeld in de omschrijving die volgt op de voornoemde nummers, en derhalve de betrokken forfaitaire honoraria, te bepalen, moet het eerste laboratorium rekening houden met de in onderaanneming gegeven analyses. »
Art. 3.Het artikel 1 van hetzelfde koninklijk besluit, gewijzigd bij het koninklijke besluit van 27 december 1994, wordt aangevuld met volgend lid : « De in dit besluit opgenomen bedragen betreffende de forfaitaire honoraria inzake klinische biologie, zijn vastgesteld zonder rekening te houden met de toepassing van artikel 59 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. »
Art. 4.Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2003.
Art. 5.Onze Minister van Sociale Zaken en Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 18 december 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Pensioenen, F. VANDENBROUCKE