gepubliceerd op 23 september 2005
Koninklijk besluit houdende opheffing van artikel 160 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende opheffing van artikel 160 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Het ontwerp van koninklijk besluit dat wij de eer hebben Uwe Majesteit ter ondertekening voor te leggen, heeft de afschaffing van de procedure van machtiging voorafgaand aan het uitvoerend beslag op onroerend goed inzake de inkomstenbelastingen, bepaald in artikel 160 KB/WIB 92, tot doel.
Dit artikel bepaalt namelijk in het eerste lid dat slechts tot uitvoerend beslag op onroerend goed kan worden overgegaan nadat de ontvanger, die in het bezit is van de kohieren of met de invordering van belastingen voor rekening van ambtgenoten belast is, door tussenkomst van de directeur van de directe belastingen daarvoor machtiging van de Minister van Financiën heeft verkregen.
Deze procedure voorafgaand aan de procedure van uitvoerend beslag op onroerend goed is op administratief vlak dermate log dat zij in aanzienlijke mate de vervolging van talrijke dossiers vertraagt.
Hoewel de afschaffing van deze machtigingsprocedure wordt voorgesteld, blijven bovendien de bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek betreffende het uitvoerend beslag op onroerend goed inzake de inkomstenbelastingen, zoals bepaald in artikel 159 KB/WIB 92, van toepassing. Deze regels stellen dus de belastingplichtige voldoende in staat om zijn rechten in rechte te laten gelden.
Anderzijds zal de voorgestelde opheffing van artikel 160 KB/WIB 92 bijdragen tot de harmonisatie van de procedures inzake inkomstenbelastingen en BTW op het vlak van het uitvoerend beslag op onroerend goed daar het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde terzake geen voorafgaande ministeriële machtiging vereist.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige, en zeer getrouwe dienaar, De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS
17 SEPTEMBER 2005. - Koninklijk besluit houdende opheffing van artikel 160 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 300, § 1;
Gelet op het KB/WIB 92, inzonderheid op artikel 160;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 16 juni 2005;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 24 juni 2005;
Gelet op het advies nr. 38.671/2/V van de Raad van State, gegeven op 25 juli 2005, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 160 van het koninklijk besluit tot uitvoering van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 wordt opgeheven.
Art. 2.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 september 2005.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Financiën, D. REYNDERS