gepubliceerd op 24 oktober 2006
Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen inzake de centrale inning in laboratoria voor klinische biologie
17 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere regelen inzake de centrale inning in laboratoria voor klinische biologie
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de ziekteverzekering voor verstrekkingen van klinische biologie, inzonderheid op artikel 4bis, laatste lid, ingevoegd bij de wet van 24 mei 2005;
Gelet op het advies van het Comité voor de verzekering geneeskundige verzorging gegeven op 3 juli 2006;
Gelet op het advies nr. 41.089/1/V van de Raad van State, gegeven op 31 augustus 2006, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste id, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State gewijzigd door de wet van 2 april 2003;
Op voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.§ 1. Met het oog op de centrale inning van de bedragen die patiënten of derden betalen tot vergoeding van verstrekkingen voor klinische biologie zoals bedoeld in artikel 1, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 143 van 30 december 1982 tot vaststelling van de voorwaarden waaraan de laboratoria moeten voldoen voor de tegemoetkoming van de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging, die in een laboratorium voor klinische biologie worden uitgevoerd, wordt in elk laboratorium bedoeld in artikel 3, § 1, 1°, 2°, 4°, 5° en 6° van hetzelfde koninklijk besluit nr. 143 een reglement betreffende de organisatie van de centrale inning opgesteld. § 2. Zonder afbreuk te doen aan artikel 4bis, vierde lid, van voornoemd koninklijk besluit nr. 143, bevat het in § 1 bedoelde reglement betreffende de organisatie van de centrale inning de praktische modaliteiten met betrekking tot het innen van de in § 1 bedoelde centraal geïnde bedragen evenals met betrekking tot de aanwending ervan zoals bedoeld in artikel 4bis, derde lid, van voornoemde koninklijk besluit nr. 143. § 3. Het bedoelde reglement wordt vastgesteld op initiatief van de uitbater van het laboratorium die hieromtrent overleg pleegt met de directeur van het laboratorium.
Alle verstrekkers die op het ogenblik van het uitwerken van het reglement in het laboratorim werkzaam zijn dienen zich er schriftelijk mee akkoord te verklaren. Hetzelfde geldt voor iedere wijziging van het reglement.
In de individuele schriftelijke overeenkomst van de verstrekker zoals bedoeld in artikel 3, § 3, van hetzelfde koninklijk belsuit nr. 143 dient de eerbiediging van het reglement betreffende de organisatie van de centrale inning te worden voorzien.
Het reglement is bindend voor de betrokken verstrekkers niettegenstaande elk andersluidend beding in de individuele overeenkomst.
Art. 2.§ 1. De verstrekkers kunnen toezicht houden op de centrale inning. Te dien einde kunnen ze vragen dat alle stukken betreffende de inning of, in voorkomend geval, betreffende de betaling en de inhoudingen, te hunner beschikking worden gesteld en dat deze kunnen worden ingezien. § 2. De verantwoordingsstukken voor de verrichtingen die hem betreffen worden minstens om de drie maanden ter beschikking tgesteld van elke betrokken verstrekker.
Art. 3.Dit besluit treedt in werking op 1 december 2006.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 oktober 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE