Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 17 mei 2007
gepubliceerd op 01 augustus 2007

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de haard-standplaatstoelage

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2007201391
pub.
01/08/2007
prom.
17/05/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

17 MEI 2007. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de haard-standplaatstoelage (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten, betreffende de haard-/standplaatstoelage.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 mei 2007.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten Collectieve arbeidsovereenkomst van 17 december 2001 Haard-/standplaatstoelage (Overeenkomst geregistreerd op 4 april 2002 onder het nummer 61935/CO/319) Gelet op het "akkoord betreffende de non-profitsector" van 29 juni 2000, tussen de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, het College van de Franse Gemeenschapscommissie, het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vertegenwoordigers van de werknemers en van de inrichtende machten, wordt overeengekomen hetgeen volgt.

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers van de inrichtingen en diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en -diensten die erkend en/of gesubsidieerd zijn door de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.

Art. 2.Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk bediende- en werkliedenpersoneel.

Art. 3.Een haard-/standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers waarvan het bruto-jaarloon lager is dan 645 439 BEF/16.000,01 EUR (aan 100 pct.). Het bedrag ervan wordt vastgesteld op 29 040 BEF/719,88 EUR. Een haard-/standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers waarvan het bruto-jaarloon lager is dan 735 841 BEF/18.241,02 EUR (aan 100 pct.). Het bedrag ervan wordt vastgesteld op 14 520 BEF/359,94 EUR.

Art. 4.Het jaarbedrag van de haard-/standplaatstoelage wordt als volgt vastgesteld (aan 100 pct.) : 1° jaarlonen die 645 439 BEF/16 000,01 EUR niet overschrijden : Haard-/standplaatstoelage 29 040 BEF/719,88 EUR 2° jaarlonen die 645 439 BEF/16.000,01 EUR overschrijden maar 735 841 BEF/18.241,02 EUR niet overschrijden : Haard-/standplaatstoelage 14 520 BEF/359,94 EUR Voor 38 uur (37 uur)/week.

Art. 5.De bezoldiging van de werknemer waarvan het jaarloon 645 439 BEF/16.000,01 EUR overschrijdt, mag niet minder zijn dan deze die hij zou hebben ontvangen indien zijn jaarloon gelijk was aan dit bedrag.

In voorkomend geval zal hem het verschil toegekend worden onder de vorm van een gedeeltelijke haard-/standplaatstoelage.

De bezoldiging van de werknemer waarvan het jaarloon 735 841 BEF/18.241,02 EUR overschrijdt, mag niet minder zijn dan deze die hij zou hebben ontvangen indien zijn jaarloon gelijk was aan dit bedrag.

In voorkomend geval zal hem het verschil toegekend worden onder de vorm van een gedeeltelijke haard-/standplaatstoelage. Onder "bezoldiging" moet worden verstaan : het loon, verhoogd met de volledige haard-/standplaatstoelage, verminderd met de afhouding voor de samenstelling van het overlevingspensioen (cf. de afhouding voor het overheidspersoneel).

Art. 6.De haard-/standplaatstoelage, alsook de grenslonen vastgesteld voor de toekenning ervan, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen van het Rijk, overeenkomstig de modaliteiten die zijn vastgesteld bij de wet van 2 augustus 1971 houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de openbare schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmede rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. Deze worden gekoppeld aan de spilindex 102,02 - basis 1988 (cf. 138,01 basis 1981).

Art. 7.De haard-/standplaatstoelage wordt toegekend aan de werknemers waarvan de arbeidsprestaties onvolledig zijn naar rato van deze arbeidsprestaties.

Het in aanmerking te nemen loon is het loon dat zou zijn toegekend indien de deeltijdse betrekking van de werknemer een voltijdse betrekking was.

Art. 8.De haard-/standplaatstoelage wordt betaald op hetzelfde ogenblik als het loon van de maand waarop zij betrekking heeft.

Zij wordt betaald in dezelfde mate en volgens dezelfde modaliteiten als het loon wanneer dit niet voor een volledige maand is verschuldigd.

Slotbepalingen

Art. 9.De overgang van een plafond naar een ander en het wegvallen van de toelage, mogen geenszins een vermindering van het bruto-jaarloon van de werknemer met zich meebrengen. In voorkomend geval wordt het verschil toegekend onder de vorm van een gedeeltelijke toelage.

Art. 10.De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen toegekend door deze collectieve arbeidsovereenkomst slechts effectief aan de werknemers zullen toegekend worden, voor zover de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie punt 5, 1°, integraal uitvoeren van het akkoord van 29 juni 2000 en van het aanhangsel van 19 juli 2001 van ditzelfde akkoord. Zij komen eveneens overeen om deze zelfde overheden te informeren over de goede uitvoering van deze overeenkomst.

Art. 11.De partijen komen uitdrukkelijk overeen dat de voordelen bedongen in deze overeenkomst slechts effectief zullen toegekend worden aan de werknemers voor zover de regering in uitvoering van het federaal meerjarenplan van 1 maart 2000 de tenlasteneming van de kosten ervan verzekert vanaf zijn inwerkingtreding.

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor onbepaalde duur. Zij wordt van kracht op 1 januari 2001. Zij kan worden opgezegd mits een opzeggingstermijn van één jaar betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen en - diensten, die de ondertekenende partijen ervan in kennis stelt.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2007.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^