gepubliceerd op 28 juli 2001
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag
17 MEI 2001. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende de toekenning van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers, indien zij worden ontslagen, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995, gesloten in het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp, betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag, met uitzondering van de bepalingen die in strijd zijn met artikel 4, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot invoering van een regeling van aanvullende vergoeding ten gunste van sommige bejaarde werknemers indien zij worden ontslagen.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 17 mei 2001.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 16 januari 1975, Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975.
Koninklijk besluit van 7 december 1992, Belgisch Staatsblad van 11 december 1992.
Bijlage Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp Collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995 Toekenning van het conventioneel brugpensioen na ontslag (Overeenkomst geregistreerd op 20 december 1995 onder het nummer 40046/CO/318) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten die ressorteren onder het Paritair Comité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp en die worden gesubsidiëerd door het Waalse Gewest, de Duitse Gemeenschap en de Franse en gemeenschappelijke Gemeenschapscommissies van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
Onder "werknemers" verstaat men de mannelijke en vrouwelijke gezins- en bejaardenhelpsters en de werklieden en werksters. HOOFDSTUK II. - Principe
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel een brugpensioenregeling met compenserende indienstneming in te voeren om in de eerste plaats de tewerkstelling van de jongeren en van de werklozen te bevorderen. Zij werd uitgewerkt op de volgende basis : a) de collectieve arbeidsovereenkomst nr.17 van 19 december 1974, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 januari 1975 (Belgisch Staatsblad van 31 januari 1975); b) het koninklijk besluit van 7 december 1992 betreffende van werkloosheidsuitkeringen in geval van conventioneel brugpensioen. Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst verbinden de werkgevers er zich toe : a) het brugpensioen toe te kennen aan de werknemers van 58 jaar en meer, die te dien einde worden ontslagen;b) de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoeding ten laste te nemen ingeval de raad van bestuur van het sociaal fonds een gemotiveerde weigering om voor de betaling ervan te zorgen zou indienen;c) de bruggepensioneerde werknemer te vervangen volgens de modaliteiten waarin voormeld koninklijk besluit van 7 december 1992 voorziet;d) te zorgen voor de financiering van het sociaal fonds om de continuïteit van zijn verplichtingen inzake brugpensioen te waarborgen. Het Sociaal Fonds voor de gezins- en bejaardenhelpsters verbindt er zich toe binnen de perken van zijn financiële mogelijkheden te zorgen voor de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoedingen tot ze ophouden verschuldigd te zijn, namelijk tot de leeftijd van 60 jaar voor de vrouwen en de leeftijd van 65 jaar voor de mannen.
Te dien einde zal de raad van bestuur van het fonds voorzien in een systeem van te kapitaliseren enveloppes. HOOFDSTUK III. - Betaling van de aanvullende vergoeding
Art. 3.Het Sociaal Fonds voor gezins- en bejaardenhelpsters, gevestigd te 4500 Hoei, avenue Bata 4, wordt belast met de betaling van de aanvullende brugpensioenvergoedingen en met het beheer van de brugpensioendossiers.
Art. 4.De wijzen van toepassing van dit brugpensioen worden vastgelegd op het niveau van de raad van bestuur van het in artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst genoemde fonds. HOOFDSTUK IV. - Geldigheid
Art. 5.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 april 1995 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 1997.
Zij heft op en vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 8 februari 1990, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 16 juli 1990, (Belgisch Staatsblad van 7 augustus 1990), verlengd door de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 november 1992, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 5 april 1994, (Belgisch Staatsblad van 1 juli 1994) door de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 november 1994, geregistreerd op 21 december 1994 onder het nummer 36885/CO/318 en door de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 juni 1995, geregistreerd op 20 december 1995 onder het nummer 40045/CO/318.
Art. 6.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft op en vervangt deze van 30 januari 1995 betreffende de toekenning van het conventioneel brugpensioen, na ontslag, geregistreerd op 17 maart 1995 onder het nummer 37419/CO/318.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 17 mei 2001.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX