17 FEBRUARI 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de normatieve verdeelsleutel met het oog op de verdeling van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen vanaf het jaar 2002

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 196, § 2, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 12 augustus 1994 en gewijzigd bij de wetten van 25 januari 1999 en 22 december 2003;

Gelet op het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot vastlegging van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen vanaf het jaar 1998;

Gelet op het advies van het Verzekeringscomité voor geneeskundige verzorging, gegeven op 14 juni 2004;

Gelet op het voorstel van de Algemene raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging, gegeven op 22 juli 2004;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 8 september 2004;

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 26 november 2004;

Gelet op het advies van de Raad van State (adviesnummer 37.875/1), uitgebracht op 16 december 2004 in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Onder jaaruitgaven per regeling worden de werkelijke uitgaven voor geneeskundige verstrekkingen verstaan, zoals bedoeld in artikel 198 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 of in artikel 35 van het koninklijk besluit van 29 december 1997 houdende de voorwaarden waaronder de toepassing van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 tot de zelfstandigen en de leden van de kloostergemeenschappen wordt verruimd.

Art. 2.De Algemene Raad van de verzekering voor geneeskundige verzorging splitst de jaaruitgaven voor de algemene regeling op in de jaaruitgaven U1 voor de ambulante geneesmiddelen en de jaaruitgaven U2 voor de andere verstrekkingen.

De Algemene Raad splitst de jaaruitgaven voor de regeling der zelfstandigen op in : 1° de jaaruitgaven U3 voor de ambulante geneesmiddelen voor de minder-valide en de invalide zelfstandigen met tegemoetkoming voor de kleine risico's, 2° de jaaruitgaven U4 voor de andere verstrekkingen voor de minder-valide en de invalide zelfstandigen met tegemoetkoming voor de kleine risico's, 3° de jaaruitgaven U5 voor de zelfstandigen zonder tegemoetkoming voor de kleine risico's.

Art. 3.De uitgaven voor ambulante geneesmiddelen en de andere uitgaven van de zelfstandigen, die als persoon ten laste recht hebben op de kleine risico's in de algemene regeling of die een uitlooprecht op kleine risico's hebben in de algemene regeling, worden in mindering gebracht van de uitgaven U1 respectievelijk U2 en ze worden gevoegd bij de uitgaven U3 respectievelijk U4 van de minder-valide en de invalide zelfstandigen met tegemoetkoming voor de kleine risico's.

Art. 4.De aldus gecorrigeerde uitgaven, voortaan enerzijds U10 respectievelijk U20 genoemd in de algemene regeling, anderzijds U30 respectievelijk U40 samen met de uitgaven U50 = U5 in de regeling der zelfstandigen, vormen de verdeelsleutels voor de opsplitsing van de basis voor de normatieve uitgaven van de regeling, zoals bepaald in artikel 5. De resultaten van deze verdeling, worden voorgesteld door W10 en W20 in de algemene regeling en door W30, W40 en W50 in de regeling der zelfstandigen.

Art. 5.Onder basis voor de normatieve uitgaven van de regeling wordt de globale begrotingsdoelstelling per regeling verstaan, zoals bedoeld in artikel 40, § 5 van hogervermelde wet, verminderd met de uitgaven per regeling die deel uitmaken van de globale begrotingsdoelstelling en die rechtstreeks door het RIZIV aan de zorgverleners zijn betaald, en met de MAF-uitgaven van de regeling, zoals bedoeld in artikel 6.

Art. 6.Onder MAF-uitgaven worden de uitgaven bedoeld die voortvloeien uit de bepalingen van titel III, hoofdstuk IIIbis van hoger vermelde wet, die door de verzekeringsinstellingen geboekt zijn in het af te sluiten boekjaar, inbegrepen de uitgaven bedoeld in hoofdstuk VI van het koninklijk besluit van 15 juli 2002 tot uitvoering van hoofdstuk IIIbis van titel III van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994.

Art. 7.§ 1. De normatieve uitgaven voor verzekeringsinstelling i in de algemene regeling worden gevormd door de som van : 1° de in artikel 6 bedoelde uitgaven voor verzekeringsinstelling i in de algemene regeling, 2° de normatieve uitgaven Ni,10 voor ambulante geneesmiddelen voor verzekeringsinstelling i in de algemene regeling, 3° de normatieve uitgaven Ni,20 voor de andere verstrekkingen voor verzekeringinstelling i in de algemene regeling. Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

Art. 9.De normatieve verdeelsleutel in de regeling wordt bekomen door voor elke verzekeringsinstelling zijn normatieve uitgaven in de regeling te delen door de som van de normatieve uitgaven in de regeling voor alle verzekeringsinstellingen samen.

Art. 10.Het koninklijk besluit van 22 januari 1998 tot vaststelling van de normatieve verdeelsleutel ter opsplitsing van de globale jaarlijkse begrotingsdoelstelling van de verzekering voor geneeskundige verzorging onder de verzekeringsinstellingen vanaf het jaar 1998, wordt opgeheven.

Art. 11.Voor de toepassing van dit besluit worden, vanaf het jaar 2004, de in het artikel 6 bedoelde uitgaven gelijk gesteld aan nul.

Art. 12.Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 17 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 17 februari 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE